Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9521

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 10 juli 2013

aan de minister van Justitie

Terreur - Europese lijst van verdachte personen en organisaties - Raad van de Europese Unie - Procedure - Openbaarheid - Relatie met andere lijsten

terrorisme

Chronologie

10/7/2013Verzending vraag
12/12/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9521 d.d. 10 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds de aanslagen van 11 september 2001 beschikt de Europese Unie over een lijst met personen en organisaties die worden verdacht van terreur. Deze dient ter aanvulling van de lijst van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) en maakt deel uit van het Europees gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid. De lijst wordt samengesteld en regelmatig geactualiseerd door de Raad van de Europese Unie.

De gevolgen van een opname op de terreurlijst van een persoon of organisatie zijn zeer ingrijpend. Vanaf dat moment worden alle financiële tegoeden bevroren, en worden het bankverkeer en de verzekeringen stilgelegd. Van individuen op de lijst en personen gelieerd aan terroristische organisaties worden ook de reispapieren ingetrokken.

Hierover de volgende vragen.

1) Hoeveel organisaties en personen staan er momenteel op de Europese terreurlijst? Is deze lijst openbaar en waar kan ik ze vinden?

2) Wat is de procedure om een naam van een persoon of organisatie toe te voegen of te verwijderen van deze lijst? Wie wordt er allemaal betrokken bij deze procedure en wie beslist er finaal? Vereist dit unanimiteit in de Raad? Zo ja, maakt dit het niet zeer moeilijk om personen of organisaties op deze lijst te zetten en meer belangrijk om namen van deze lijst te schrappen (joint decision trap)? Bestaan er hier enige democratische grendels en/of controlemechanismen? Bestaan er beroepsmogelijkheden voor de organisaties en personen op de lijst?

3) Is de geachte minister van mening dat er voldoende rechtsbescherming bestaat met betrekking tot de plaatsing en verwijdering van namen op de terreurlijst van de Europese Unie (EU) ? Acht zij de voorziene procedures voldoende transparant, praktisch en correct?

4) Zijn er sinds de oprichting van deze lijst personen en organisaties toegevoegd of verwijderd op vraag van België? Gebeurt dit openbaar? Zo ja, over welke organisaties of personen gaat het hier?

5) Bestaat er een hiërarchie tussen de verschillende lijsten? Staan de organisaties en personen van de terreurlijst van de VN- Veiligheidsraad sowieso ook op de Europese terreurlijst? Bestaan er links met andere lijsten, bijvoorbeeld van de NAVO of de Verenigde Staten?

Antwoord ontvangen op 12 december 2013 :

Vooreerst moet nader worden bepaald dat deze vraag een gedeelde aangelegenheid betreft waarbij mijn collega van Buitenlandse Zaken grotendeels is betrokken, wiens administratie eveneens heeft bijgedragen aan het opstellen van het antwoord op uw vraag.

1. De buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad van 21 september 2001 heeft verklaard dat de strijd tegen het terrorisme een prioritaire doelstelling van de Europese Unie (EU) zal zijn. Het Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB van de Raad van 27 december 2001 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme strekt tot uitvoering van bijkomende maatregelen tegen het terrorisme, in aanvulling op Resolutie nr. 1373(2001) van de VN-Veiligheidsraad. Zo voorziet het Gemeenschappelijk Standpunt met name in een lijst van personen, groepen en entiteiten die betrokken zijn bij terroristische daden waarop de maatregel tot bevriezing van de tegoeden en andere financiële activa of economische middelen in het kader van de bestrijding van de financiering van het terrorisme van toepassing is.

Als bijlage bij dit Gemeenschappelijk Standpunt gaat de lijst van de personen en entiteiten die betrokken zijn bij terroristische daden, met andere woorden personen of entiteiten ten aanzien waarvan een bevoegde instantie, aan de hand van welbepaalde inlichtingen, heeft vastgesteld dat zij reeds terroristische daden hebben gepleegd of pogen te plegen, dan wel het plegen van deze daden vergemakkelijken.

Die lijst en de bijwerkingen ervan zijn beschikbaar op de website http://eur-lex.europa.eu

Thans bevat de sanctielijst 11 personen en 26 entiteiten, groepen en ondernemingen die betrokken zijn bij terroristische daden.

2. Artikel 2, lid 3, van de Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, voorziet in het volgende: “De Raad stelt de lijst vast van personen, groepen en entiteiten waarop deze verordening van toepassing is, en evalueert en wijzigt deze met eenparigheid van stemmen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 1, leden 4, 5 en 6, van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB”.

De lijst wordt aan de hand van onderzoeken van de bevoegde politiële en justitiële instanties van de EU-lidstaten opgesteld. Zij wordt ten minste om de zes maanden herzien om zeker ervan te zijn dat het behoud van de personen en entiteiten op de lijst gerechtvaardigd is.

a) Plaatsing op de lijst

De Groep “Uitvoering van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme” (Groep GS 931), is opgericht en is belast met het onderzoek van voorstellen voor plaatsing op en verwijdering van de lijst en met de voorbereiding van de periodieke toetsing van de lijst als bedoeld in artikel 1, lid 6, van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB.

Personen, groepen en entiteiten die als terroristen worden beschouwd, kunnen op de lijst worden opgenomen op grond van door lidstaten of derde staten ingediende voorstellen. Ter staving van de voorstellen wordt alle relevante informatie voorgelegd. Die informatie wordt aan de delegaties van de lidstaten verstrekt ter bespreking in de Groep GS 931.

De Groep GS 931 onderzoekt en evalueert de informatie met het oog op de plaatsing op en verwijdering van de lijst van personen, groepen en entiteiten, en om te beoordelen of de informatie voldoet aan de in Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB genoemde criteria. Vervolgens doet voornoemde groep aanbevelingen die ertoe strekken dat met de plaatsingen op en verwijderingen van de lijst rekening wordt gehouden in de nodige rechtsinstrumenten, die worden aangenomen door de Raad en bekendgemaakt in het Publicatieblad. De rechtspraak van het Hof van Justitie heeft de Raad, die met eenparigheid van stemmen beslist, uiteraard aangezet tot meer voorzichtigheid bij de toevoeging van nieuwe namen aan de lijst van de personen en entiteiten die betrokken zijn bij terroristische daden.

Voor elke persoon, groep en entiteit waarvoor beperkende maatregelen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2580/2001 gelden, stelt de Raad een motivering op die zodanig gedetailleerd is dat degenen die op de lijst staan begrijpen waarom zij zijn opgenomen en de communautaire rechtbanken de mogelijkheid wordt geboden hun bevoegdheid van toetsing uit te oefenen wanneer de opneming formeel wordt aangevochten.

De motivering maakt duidelijk op welke wijze aan de in Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB genoemde criteria is voldaan.

b) Verwijdering van de lijst

Naast verzoeken van op de lijst geplaatste personen, groepen en entiteiten, kan een verzoek om verwijdering van de lijst worden gedaan door een lidstaat of een derde staat die oorspronkelijk de betreffende plaatsing op de lijst had voorgesteld.

Verwijdering van de lijst is passend wanneer niet langer wordt voldaan aan de in Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB genoemde criteria voor plaatsing op de lijst. Verwijdering kan ook passend zijn in andere gevallen, bijvoorbeeld het overlijden van een op de lijst geplaatste persoon of de opheffing van een op de lijst geplaatste entiteit. De zesmaandelijkse herziening verplicht alle lidstaten van de EU ertoe hun verantwoordelijkheid te nemen bij hun beslissing om personen of entiteiten al dan niet op de lijst te behouden.

c) Rechtsmiddelen

De op de lijst geplaatste personen, groepen en entiteiten kunnen de Raad verzoeken hun zaak te heroverwegen op basis van ondersteunende documenten. Zij kunnen eveneens de beslissing van de nationale bevoegde instantie overeenkomstig de nationale procedures aanvechten.

Indien voor hen beperkende maatregelen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad gelden, kunnen die personen of entiteiten het besluit van de Raad bovendien aanvechten voor de rechtbank van eerste aanleg, overeenkomstig het bepaalde in artikel 230 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap of verzoeken om humanitaire vrijstellingen om elementaire behoeften te dekken.

3. De rechtspraak van het Hof van Justitie heeft de eisen inzake motivering en rechtsbescherming ontegensprekelijk verscherpt. Het Hof en het gerecht van de EU onderzoeken stelselmatig in het kader van elk beroep of de in de motiveringen opgenomen motieven volstaan om een aanwijzing te rechtvaardigen en of de nationale rechtsmiddelen in acht werden genomen.

4. België heeft geen verzoek geformuleerd om namen op de EU-lijst toe te voegen of te verwijderen.

5. De lijst die als bijlage gaat bij Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB is autonoom en onafhankelijk van de andere lijsten goedgekeurd door de Verenigde Naties of de Verenigde Staten, hoewel artikel 1, lid vier, ervan voorziet in de theoretische mogelijkheid dat door de UNO geïdentificeerde personen of entiteiten op de lijst kunnen worden geplaatst, en de door de Verenigde Staten geïdentificeerde personen of entiteiten eveneens in aanmerking kunnen worden genomen door de EU. De NAVO is een defensieorganisatie die de bevriezing van tegoeden niet direct toepast.