Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-949

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 27 januari 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Maatschappelijke emancipatie - Discriminatie Holebi's - Uitblijven van maatregelen

seksuele minderheid
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
bestrijding van discriminatie

Chronologie

27/1/2011Verzending vraag
4/7/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-948

Vraag nr. 5-949 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Belgische regering genoot de minstens dubieuze eer van een nominatie voor de jaarlijkse Fobieprijs van de holebivereniging Cavaria. Deze prijs komt een persoon of organisatie toe die de holebi- en transgenderemacipatie in het referentiejaar verhinderde. De regering kreeg deze nominatie toebedeeld omdat ze uitmuntte in inertie en immobiel bleef bij hangende dossiers zoals het geslachtsneutraal maken van het vaderschapsverlof, de aanpassing van de wet op de transseksualiteit of het toegankelijk maken van het adoptieverlof voor holebi's.

De regering voegt zich met deze nominatie in het bedenkelijk gezelschap van aartsbisschop Léonard en het Oegandese parlementslid dat zich onder andere via Utube hilarisch maar tragisch profileerde als pleitbezorger van de doodstraf voor homo's.

Hoe reageren de geachte eerste minister en staatssecretaris op deze weinig opvrolijkende en zelfs beschamende nominatie? Delen zij de interpretatie van onder andere heel wat holebi- en andere actoren dat de voltallige regering ronduit faalde voor het emancipatiebeleid ter zake? Welk palmares kunnen de geachte staatssecretaris of deze regering aantonen om deze beschuldigingen te weerleggen en te bewijzen toch sterk voor een emancipatie van de holebi's te hebben geijverd?

Welke concrete initiatieven mag deze regering op haar conto schrijven in verband met de opgesomde thema's? Waarom verzonk deze regering in een ronduit belabberde en onzichtbare slagkracht in de strijd tegen de discriminatie en voor meer rechtvaardigheid die holebi- en transgender gerelateerde thema's toekomt?

Antwoord ontvangen op 4 juli 2011 :

Ik ben niet van mening dat België een ‘Holebi-Fobieprijs’ verdient. België bevindt zich in een nogal comfortabele positie betreffende de maatschappelijke emancipatie van holebi’s.

In 2010 zoals ieder jaar, heeft de ‘International Lesbian, Gay, bisexual, trans and intersex Association’ (ILGA) een kaart gepubliceerd waarin duidelijk aangegeven staat hoe het met homofobie in de wereld is gesteld. Hieruit blijkt duidelijk dat België zich bij de beste leerlingen van de klas bevindt. Het geniet immers de kleur ‘groen’, dit geeft aan dat België niet alleen niet homofobisch is, maar tevens deel uitmaakt van de groep van landen die het meest open staat voor holebi’s.

Ik wil benadrukken dat mijn medewerkers in 2009 een werkgroep ‘holebi-justitie’ opstartten, die zeer intensief achter gesloten deuren werkte en in het voorjaar van 2010 met de resultaten naar buiten wilde treden. Deze werkgroep is nu bezig met alle discriminaties en heeft zijn naam veranderd in ‘diversiteit-justitie’. Het werd bijgewoond door medewerkers, van de kabinetten Gelijke Kansen, Justitie en Binnenlandse zaken en door beroepskrachten van het Centrum Voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie en van de politie.

We hebben ons toegelegd op verschillende zaken:

- de toepassing van de circulaire Col. 14/2006 van 26 juni 2006. In het bijzonder ging de aandacht naar de transparantie;

- het takenpakket en de rol van de referentiemagistraten;

- vorming en sensibilsering bij politie en magistratuur

Spijtig genoeg werden de werkzaamheden in een eerste fase bemoeilijkt doordat de toenmalige referentiemagistraat op pensioen ging en dat zijn opvolger geconfronteerd werd met gezondheidsproblemen.

We hebben toch interessante vaststellingen kunnen doen op basis van een rapport dat gemaakt werd door statistische analisten van het college van procureurs-generaal en we waren in blijde verwachting van een statistische analyse van de politie, toen de regering viel.

Opvallend is dat het statistisch programma van de politie en justitie niet compatibel zijn, waardoor een klacht niet van bij het begin tot op het einde kan gevolgd worden.

Daarnaast wil ik ook nog meedelen dat mijn medewerker op zaterdag 14 mei 2011, samen met andere politiekers, uitgenodigd werd op de Gaypride, georganiseerd door het Rainbowhouse (waar Cavaria deel van uitmaakt) om ons te bedanken omdat België een voortrekkersrol vervult op wereldvlak.

Tenslotte wens ik u nog te herinneren dat de wet tot wijziging, wat betreft de meeouders, van de wetgeving inzake het ouderschapverlof op 10 mei 2011 in het Belgisch Staatsblad nr. 137 gepubliceerd werd.

We mogen toch niet zo ver werken als we willen aangezien de lopende zaken.