Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9480

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 5 juli 2013

aan de minister van Justitie

Het verliezen van de Belgische nationaliteit bij dubbele nationaliteit

dubbele nationaliteit
nationaliteit
Colombia

Chronologie

5/7/2013Verzending vraag
26/7/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3429
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-9478
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-9479

Vraag nr. 5-9480 d.d. 5 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds 9 juni 2007 geldt voor alle Belgen de nieuwe wet op de dubbele nationaliteit. Die stelt dat men bij een naturalisatie de Belgische nationaliteit behoudt, tenzij men uitdrukkelijk de Belgische nationaliteit opgeeft. Voordien werd de dubbele nationaliteit min of meer gedoogd, maar dit belette niet dat sommige personen in zeer absurde en kafkaiaanse situaties belandden.

Zo berichtten de media onlangs over een geval waarbij een Belgische met een Colombiaanse ouder enkele jaren in Colombia ging werken en daardoor, en helemaal buiten haar keuze om, haar Belgische nationaliteit verloor.

Als dochter van een Colombiaanse kreeg ze automatisch de Colombiaanse nationaliteit bij inschrijving op het Consulaat. Dit gebeurde alvorens ze een universitaire uitwisseling in Colombia zou starten. In het buitenland wordt men soms verplicht om de nationaliteit van dat land te verwerven om van redelijke verblijfsvoorwaarden, arbeidsvoorwaarden, sociale voorzieningen... te kunnen genieten. Ze kreeg toen uit verschillende bronnen, waaronder een toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, te horen dat dit soort situaties door België gedoogd werd.

In 2012 kreeg ze echter een brief van de Belgische Ambassade met de melding dat haar Belgische nationaliteit retroactief sinds 2003 wordt ingetrokken. Haar zoontje was volgens de brief zelfs nooit Belg geweest. Nochtans beschikken beiden over een Belgisch paspoort, identiteitskaart en sis-kaart. Na een lange procedureslag diende ze uiteindelijk een aanvraag in om de Belgische nationaliteit te herverkrijgen. Die werd uiteindelijk geweigerd omdat de banden met België onvoldoende konden worden aangetoond. Ter verduidelijking, we praten hier over iemand die geboren en getogen is in Dendermonde en die bovendien ook nog eens voor de Belgische Ambassade te Bogota heeft gewerkt. Dit verhaal klinkt inderdaad meer dan kafkaiaans.

Kent de minister dit specifieke geval? Hoe verklaart de minister deze wel zeer absurde situatie? Is het mogelijk om nu nog retroactief de nationaliteit te verliezen indien de (vreemde) nationaliteitsverwerving voor de inwerkingtreding van de wet van 2007 op de dubbele nationaliteit heeft plaatsgevonden? Zo neen, hoe verklaart de minister de bovenvermelde situatie? Zo ja, waarom houdt de Belgische overheid zich hiermee bezig, zeker indien het de duidelijke intentie is van de wetgever om de dubbele nationaliteit toe te laten?

Voordien bestond er een soort van gedoogbeleid rond de dubbele nationaliteit. Hoewel men die bij sommige op schijnbaar willekeurige wijze toch afneemt. Hoe verklaart de minister dat sommige personen met dubbele nationaliteit ongemoeid worden gelaten en dat bij andere de nationaliteit wordt afgenomen? Op basis van welke criteria gebeurt dit? Hangt dit af van de samenwerking met bepaalde landen? Gebeurt deze gegevensuitwisseling proactief? Gaat men met andere woorden op zoek naar de mensen met een dubbele nationaliteit om hen de Belgische nationaliteit te ontnemen?

Kan men een Belgisch paspoort, identiteitskaart en SIS-kaart bezitten zonder ooit Belg te zijn geweest? Zo niet, hoe verklaart de minister bovenvermelde situatie, met de argumentatie dat er onvoldoende links met België zouden zijn?

In hoeveel gevallen heeft men gedurende de periode 2003-2013 jaarlijks de Belgische nationaliteit afgenomen omwille van de dubbele nationaliteit? In hoeveel gevallen werd hiertegen beroep aangetekend en met welke gevolgen?

Antwoord ontvangen op 26 juli 2013 :

Ik ben op de hoogte van dit dossier en er is overleg tussen de advocaat van betrokkene, mijn beleidscel en de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie en de FOD Buitenlandse Zaken.

Op de specifieke vragen kan ik het volgende antwoorden.

Zoals gezegd, gaat het hier om een wetgeving waarvan de gevolgen tot vandaag doorwerken en die dus ook vandaag nog kan toegepast worden. Het gaat echter niet om het “afnemen” van de Belgische nationaliteit als zodanig maar wel om de vaststelling dat een verlies op een bepaald tijdstip in een periode gaande tot 9 juni 2007 is ingetreden ingevolge het verbod op de dubbele nationaliteit. Opdat het verlies effectief kon ingetreden zijn, moest aan twee voorwaarden voldaan zijn: de persoon die de vreemde nationaliteit heeft verkregen, diende daartoe een vrijwillige handeling te hebben gesteld en hij moest op dat ogenblik meerderjarig zijn.

De gevallen waarin een Belg vrijwillig een vreemde nationaliteit heeft verkregen in de periode dat in ons land het verbod op de dubbele nationaliteit gold, hebben bijgevolg automatisch geleid tot het verlies van de Belgische nationaliteit, ongeacht het feit of de Belgisch overheid dit al dan niet officieel heeft vastgesteld.

Voor zover mij bekend is, gaat geen enkele Belgische overheid systematisch op zoek naar gevallen waarin verlies van de Belgische nationaliteit zou kunnen ingetreden zijn. Behoudens in het kader van de Conventie van Parijs, waarvan slechts enkele Europese landen lid zijn, wordt de Belgische overheid ook niet systematisch erover ingelicht wanneer een Belg de nationaliteit vrijwillig de nationaliteit van een vreemd land heeft verworven. Het is bijgevolg slechts naar aanleiding van een bepaalde gebeurtenis dat men tot de vaststelling komt dat een Belg vroeger zijn nationaliteit heeft verloren. Het gaat onder meer om volgende gebeurtenissen: wanneer bij een Belgische diplomatieke post een vraag wordt gesteld om verlenging van een Belgische identiteitskaart of paspoort, wanneer een in het buitenland verblijvende Belg zich opnieuw in ons land wenst te vestigen en daarvoor de nodige documenten vraagt, wanneer een persoon zich bij een Belgische gemeente aanmeldt voor inschrijving in het bevolkingsregister.

Het is mogelijk dat in die gevallen een persoon in het bezit is van een Belgisch identiteitsdocument dat nog voor een bepaalde tijd geldig is terwijl de betrokkene in feite geen Belg meer is. Indien de bevoegde Belgische gemeente of diplomatieke post tot de vaststelling van het verlies van de Belgische nationaliteit komt, deelt de gemeente of diplomatieke post dit mee aan de betrokkene, met verzoek om alle Belgische identiteitsdocumenten in te leveren.

Een Belgische paspoort is op zich geen bewijs of vermoeden van het bezit van de Belgische nationaliteit. De Belgische identiteitskaart wordt uitgereikt als bewijs van de identiteit maar levert geen bewijs van het bezit van de Belgische nationaliteit.

Mijn departement beschikt niet over statistische gegevens betreffende de Belgen die als gevolg van een vrijwillige verkrijging van een vreemde nationaliteit de Belgische nationaliteit hebben verloren. Het Rijksregister valt onder de bevoegdheid van mijn collega van Binnenlandse Zaken. De wijzigingen van de nationaliteitsrubriek voor een gewezen Belg zijn in het Rijksregister gebaseerd op alle verliesbepalingen van artikel 22 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, met name het verlies bij vrijwillige verkrijging, de afstandsverklaring, het collectief verlies voor de minderjarige kinderen en de adoptiekinderen en het verlies ingevolge het gebrek aan behoudsverklaring.