Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9467

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 5 juli 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Het personeelsstatuut van de brandweerkorpsen

brandbestrijding
personeelsstatuut
werktijden
mobiliteit van arbeidskrachten
gedetacheerd werknemer

Chronologie

5/7/2013Verzending vraag
16/4/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3758

Vraag nr. 5-9467 d.d. 5 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 27 januari 2013 stelde de BVV (Brandweervereniging Vlaanderen) een ontwerpvoorstel voor betreffende de opmaak van een statuut voor het operationeel personeel van de brandweer. De belangrijkste doelstellingen zijn:

- Arbeidstijdregeling tot 48 u per week

- Maximale uitwisselbaarheid van vrijwilligers en beroepspersoneel

- Eindeloopbaanregeling

- Wegwerken van promotieval

- Aandacht voor goede verzekeringen voor het personeel

- …

In het kader van de aangekondigde brandweerhervormingen had ik de minister graag volgende vragen gesteld:

1) Hoe evalueert de minister het ontwerp van personeelsstatuut dat ontworpen is door de BVV? Beklemtoont de minister dezelfde doelstellingen en zullen de adviezen van de BVV ook geïntegreerd worden?

Meer specifiek zou ik over het huidige statuut volgende vragen willen stellen rond problemen die mij werden gemeld:

2) Kan de minister cijfers geven over het aantal brandweerkorpsen die het maximaal gerechtigde te presteren uren overschrijden? Bij welke korpsen gebeurt dit sporadisch (enkele keren per jaar)? Bij welke korpsen gebeurt dit bijna elke week?

3) Er is nu nog een totaal gebrek aan mobiliteit voor brandweerlui. Zullen maatregelen genomen worden in de op stapel staande hervormingen?

Het betreft:

a) Brandweerlui die niet kunnen inspringen in het korps van de zone waar ze wonen. Het met andere woorden strikt vasthouden aan een zonale tewerkstelling, terwijl elke seconde bij interventies telt!

b) Een verworven rang die verloren gaat wanneer men verhuist en werkzaam wordt in een ander korps. Daardoor wordt een sergeant bijvoorbeeld opnieuw brandweerman.

Antwoord ontvangen op 16 april 2014 :

1) Ik apprecieer de inspanningen die gedaan werden door de BVV. BVV is echter niet de enige gesprekspartner bij de opstelling van het nieuwe statuut. Half mei 2013 werd het ontwerpstatuut besproken met de drie brandweerfederaties: Brandweer Vereniging Vlaanderen (BVV), Fédération royale des corps de sapeurs-pompiers de Belgique (FRCSPB) en Vereniging der beroepsbrandweerofficieren van België (BEPROBEL). Daarbij heeft iedere federatie de kans gekregen om zijn klemtonen te leggen. Die krachtlijnen werden ook besproken met de Vlaamse en Waalse vereniging van steden en gemeenten (VVSG en UVCW). Momenteel wordt het ontwerpstatuut besproken met de vertegenwoordigers van de vakbonden.

2) Op basis van cijfers verzameld in 2009 werken 22 brandweerkorpsen in een systeem van gemiddeld meer dan 38 uren per week. 3 korpsen die in een 38urensysteem werken gaven toen aan dat ze ook systematisch met overuren werkten. In hoeveel korpsen er sporadisch overuren worden gepresteerd kon niet worden verzameld. In totaal bleken 4731 manschappen conform de 38urengrens te werken en 818 manschappen systematisch te veel te werken.

3) a) Het is juridisch niet mogelijk om dezelfde job te doen voor dezelfde werkgever in twee verschillende hoedanigheden.

Het wetsontwerp tot vaststelling van bepaalde aspecten van de organisatie van de arbeidstijd van de operationele beroepsleden van de hulpverleningszones is aangenomen in de Kamer op 3 april 2014. Dit project voorziet een “opt out’ en specifieke bepalingen voor de personeelsleden van de zone die voor de overgang naar de hulpverleningszones zowel beroeps- als vrijwillig lid waren in twee brandweerdiensten in dezelfde zone.

Eveneens, zullen de beroepsleden op vrijwillige basis tien uur per week meer kunnen presteren.

In een uitdoofscenario kunnen enkel zij die voor de inwerkingtreding van deze wet zowel beroeps- als vrijwillig lid waren in twee brandweerdiensten binnen dezelfde zone, kiezen om tot gemiddeld 52 uur per week te presteren.

Het wordt dus mogelijk gemaakt dat de inzet van goed opgeleide en gemotiveerde brandweerlieden niet geblokkeerd wordt door een arbeidsregime van 38uren. De door de Europese richtlijn gestelde grenzen inzake gemiddelde arbeidstijd worden daarbij gerespecteerd, zodat de bescherming van de werknemer gegarandeerd kan blijven.

a) Het ontwerp van een administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones voorziet een mobiliteit in dezelfde graad en bevordering door mobiliteit (d.w.z. naar een hogere graad). De mobiliteit in dezelfde graad gebeurt op vrijwillige basis en met behoud van de graad en bijhorende weddeschaal. De bevordering door mobiliteit staat slechts open voor kandidaten van een andere zone als er geen kandidaten zijn die beantwoorden aan de voorwaarden voor bevordering binnen de zone.

In geen geval zal het personeelslid gedegradeerd worden in geval van mobiliteit.