Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9448

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 1 juli 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging

Leger - Munitiearsenaal - Verouderde voorraad - Vernietiging - Verkoop

krijgsmacht
vuurwapen
vernietiging van wapens

Chronologie

1/7/2013Verzending vraag
1/8/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9448 d.d. 1 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bijna 20 000 ton munitie van ons leger zou hopeloos verouderd zijn, zo'n 70 % van het totale munitiearsenaal. Daarvan gaat nu ruim 15 000 ton naar de vernietigingsdienst in Zutendaal. Het resterende deel wordt verkocht.

Naast dit totaal onbruikbare pakket munitie, beschikt ons leger ook over een verrassend aantal niet meer bruikbaar wapentuig. Het gaat om 13 000 pistolen uit de periode van de Tweede Wereldoorlog, bijna 1 500 machinegeweren uit de jaren 1960 en 1970, de meeste recente Leopardtank dateert uit 1970 en de 304 Milan anti-tankwapens.

Hierover de volgende vragen.

1) Geeft de vernietiging van de verouderde munitie milieuproblemen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke en hoe worden deze beheerst? Kunnen er materialen, bijvoorbeeld koper worden gerecupereerd?

2) Wat zijn de geraamde kosten voor de vernietiging van deze munitie, met inbegrip van werkuren?

3) Hoe wordt het niet te vernietigen deel munitie verkocht: welke procedures, wie kan deze munitie kopen, wie niet, welke controlemechanismen gelden hier?

4) Wat zal er gebeuren met het omvangrijke arsenaal wapentuig, onder andere pistolen, machinegeweren, tanks en anti-tankwapens? Welke concrete plannen bestaan er hieromtrent, welke procedures, wie kan deze munitie kopen, wie niet, welke controlemechanismen gelden hier? Wat is de financiële impact van het verdere beheer en de eventuele verkoop van dit verouderde wapentuig?

5) Zijn er nog andere soorten munitie of wapens die weldra in de categorie verouderd en onbruikbaar zullen verzeilen, onder andere rijdend, vliegend en varend materiaal, tenten en allerlei andere zaken? Bestaan hieromtrent al lijsten, ramingen en plannen voor afhandeling ervan?

Antwoord ontvangen op 1 augustus 2013 :

Het geachte lid wordt verzocht hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. De vernietiging van verouderde munitie veroorzaakt geen milieuproblemen. De vernietigingsinstallatie te Zutendaal voldoet immers aan de voorwaarden die opgelegd zijn in een milieuvergunning die gebaseerd is op de vereisten van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM). Bij vernietiging van deze munitie worden de materialen gerecupereerd en gevaloriseerd door middel van meerjarige overeenkomsten voor afhaling van schroot : ferro, messing, gemengd schroot, lood, zink, aluminium, enz.

2. Voor de raming van de kosten voor het vernietigen van munitie wordt er rekening gehouden met de personeelskosten, de energiekosten en de kosten verbonden aan het onderhoudscontract van deze vernietigingsinstallatie. De geschatte gemiddelde kostprijs voor de vernietiging van deze munitie bedraagt 1,5 euro per kg.

3. Overtollige munitie (niet meer in gebruik bij de Belgische Defensie) en overtallige munitie (te hoge stocks door vermindering van het aantal wapensystemen die de betreffende munitie gebruiken), die niet vernietigd worden, kunnen soms interessant zijn voor andere Staten of voor de Federale Politie.

Dergelijke munitie kan worden verkocht hetzij rechtstreeks, hetzij via gespecialiseerde firma’s die hiervoor gecertificeerd zijn.

De Programmawet van 19 juli 2001 (Art 41) en het ministerieel besluit van Delegatie van 25 juni 2013 (ministerieel besluit houdende overdracht van bevoegdheid door de minister van Lands-verdediging inzake het plaatsen en uitvoeren van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzake vervreemding en diverse uitgaven) vormen de wettelijke basis, waarmee duidelijk gesteld wordt dat de verkopen van wapens en munitie niet het voorwerp uitmaken van een delegatie van de minister van Landsverdediging.

Een verkoop van munitie maakt dus steeds het voorwerp uit van een verkoopdossier dat via de Inspecteur van Financiën wordt voorgelegd aan de minister van Landsverdediging.

Bijkomende controlemechanismen zijn : End User Certificate (verklaring dat de koper de eindbestemming van de munitie is en deze in geen geval zal verder verkopen zonder een exportvergunning te vragen en toestemming te vragen aan het land van oorsprong), Third Party Transfer (toestemming van het land van oorsprong) en exportlicentie (Federale Overheidsdienst Economie en Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken).

4. De belangrijkste bestemmingen voor het overtollig (niet meer in gebruik bij de Belgische Defensie) en het overtallig (te hoge stocks door vermindering van het aantal wapensystemen) wapentuig zijn verkoop (cfr. procedure in punt 3 supra) en demilitarisatie en verschroting conform de terzake geldende nationale en internationale wet- en regelgeving. Voor 2013 wordt het totaal bedrag van de opbrengsten uit de verkopen (conform de bepalingen van de hierboven vermelde Programmawet) van “roerende goederen” geraamd op ongeveer 19,4 miljoen euro . Het exacte opbrengstencijfer 2013 kan – om evidente redenen – pas begin 2014 meegedeeld worden.

5. Conform de hierboven aangehaalde Programmawet kan Defensie enkel “gedeclasseerd” materieel verkopen of verschroten. De bevoegdheid voor het declasseren van materieel wordt gedefinieerd in het ministerieel besluit van 26 mei 2006, houdende de overdracht van een gedeelte van de bevoegdheden van de minister van Landsverdediging inzake de declassering van de “Material Resourcesvan het ministerie van Landsverdediging, alsmede inzake de eindbestemming die aan de gedeclasseerde “Material Resourcesmoet gegeven worden.

Op basis van de Defensieprioriteiten die door de regering en het parlement worden vast-gelegd, beschikken de respectieve materieelbeheerders van Defensie over gedetailleerde mate-rieelbeheersplannen, geïntegreerde logistieke plannen en een brede waaier aan onderhouds-, herbevoorradings-, attritie-, configuratie- en obsolescentie-opvolgingsparameters in het geïntegreerd beheersysteem ILIAS.

De materieelbeheersecties van het betrokken Materieel beschikken over een gedetailleerde “meerjaren planning uitomloopname” van de “Material Resources” onder hun bevoegdheid. Deze planning wordt periodiek aangepast op basis van de hierboven geciteerde regeringsprioriteiten, ambitieniveau, beschikbaarheid van materieel en beheersparameters.