Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9280

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 10 juni 2013

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen - Leeftijdsbepaling - Testen - Stand van zaken

politiek asiel
illegale migratie
minderjarigheid
kind
medisch onderzoek
officiële statistiek
asielzoeker

Chronologie

10/6/2013Verzending vraag
23/8/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9280 d.d. 10 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het gebeurt regelmatig dat niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) niet beschikken over papieren die een bewijs van hun minderjarigheid kunnen leveren. In geval van twijfel bepaalt de wet dat een beroep dient te worden gedaan op een medische test teneinde een objectief bewijs te verkrijgen.

Ik hoor dat dit steeds vaker voorkomt en dat men voor bepaalde landen gewoonweg geen documenten meer aanvaardt als bewijs.

Hierover de volgende vragen.

1) Hoeveel medische testen werden er jaarlijks in de periode 2006-2012 uitgevoerd op mogelijke niet-begeleide minderjarige vreemdelingen? Hoe verhoudt dat aantal zich tot de totale jaarlijkse instroom van NMBV's? Is er een significante wijziging in het aantal uitgevoerde tests merkbaar en hoe verklaart de staatssecretaris die wijziging?

2) Hoeveel personen werden jaarlijks in de periode 2006-2012 bevestigd in hun minderjarigheid na het medische onderzoek (absoluut en relatief)? Is er op dat punt een significante wijziging merkbaar en hoe verklaart u die?

3) Klopt het dat men voor sommige landen geen enkel document als bewijsstuk aanvaardt (uit vrees voor vervalsingen)? Voor welke landen is dat het geval? Kan dat zomaar? Bestaan er procedures met betrekking tot het erkennen en aanvaarden van documenten of behoort dat geheel tot de discretionaire bevoegdheid van de controlerende ambtenaar bij DVZ? Zijn die procedures recent veranderd en op welke wijze?

Antwoord ontvangen op 23 augustus 2013 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Een overzicht van het aantal gesignaleerde jongeren, leeftijdsonderzoeken en de resultaten ervan wordt gegeven in onderstaande grafieken.

Men stelt vast dat in 2006 13,58 procent van de gesignaleerde personen die verklaren niet begeleide minderjarige vreemdeling te zijn, een leeftijdsonderzoek hebben ondergaan. In 2007 was dat 15,86 procent, in 2008 21,62 procent, in 2009 18,07 procent, in 2010 15,54 procent, in 2011 30,48 procent en in 2012 33,15 procent. De stijging van het aantal gesignaleerde jongeren zorgt voor een toename van het aantal aanvragen voor leeftijdsonderzoeken.

De leeftijdsbepaling van niet begeleide minderjarige vreemdelingen is een bevoegdheid van de dienst Voogdij. Buitenlandse documenten die hem worden voorgelegd, bezorgt de dienst Voogdij voor advies aan de Centrale Dienst voor de Bestrijding van Valsheden – Documenten van de Federale Politie en indien mogelijk aan de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken, DG Personen en Consulair Recht. Bij een gunstig advies van deze diensten kan er rekening worden gehouden met de voorgelegde documenten, voor zover deze niet onredelijk verschillen van de uitslag van het medisch onderzoek. De dienst Voogdij aanvaardt sinds enige tijd geen Afghaanse “taskara’s” meer. Er zijn immers voldoende aanwijzingen dat dergelijke documenten onwaarachtig zijn en de controle ervan is zo goed als onmogelijk. Het Belgisch wetboek van internationaal privaatrecht bepaalt dat buitenlandse akten gelegaliseerd moeten worden alvorens ze in België kunnen worden erkend en dat het tegenbewijs van de feiten die in de akte zijn vastgesteld door de buitenlandse overheid, met alle bewijsmiddelen kan worden aangebracht. De rechtspraak van de Raad van State bevestigt dat het resultaat van het medisch onderzoek een dergelijk tegenbewijs is.