Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9240

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 5 juni 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De omzendbrief van 29 augustus 2012 van het RIZIV over de interpretatie van het arrest van het Grondwettelijk Hof inzake de terugvorderingen door de ziekenfondsen

aflossing
ziekteverzekering
sociale uitkering
rondschrijven
uitvoering arrest Grondwettelijk Hof
verjaring van de vordering

Chronologie

5/6/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Voorlopig antwoord (pdf)

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3573

Vraag nr. 5-9240 d.d. 5 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 29 augustus 2012 stuurde de administrateur- generaal van het RIZIV een omzendbrief naar de verzekeringsinstellingen met instructies over de interpretatie van een arrest van het Grondwettelijk Hof. In een arrest van 24 mei 2012 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat de eenjarige verjaringstermijn zoals bepaald in artikel 174 van de wet van 14 juli 1994, in strijd was met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

De omzendbrief geeft instructies die enkel geldig zijn voor de toekomst. Vanaf 1 september 2012 mogen de ziekenfondsen geen terugvorderingen instellen die strijdig zijn met de wet betreffende het Handvest van de sociaal verzekerde.

Beslissingen die vóór deze datum genomen werden, moeten wel gewoon worden uitgevoerd. In alle gevallen waarin de terugvordering werd ingesteld vóór 1 september 2012, verplicht het RIZIV de ziekenfondsen de illegale terugvorderingsbeslissing gewoon uit te voeren.

Verder stelt de omzendbrief dat in alle gevallen waarin de onwettige beslissingen het voorwerp zijn van een andere procedure, bijvoorbeeld voor de rechtbank of een administratief orgaan in het kader van een verzaking, het dossier gewoon wordt voortgezet. Het RIZIV oordeelt hier dat het de verantwoordelijkheid van de sociaal verzekerde is om de rechter het arrest van het Grondwettelijk Hof te laten toepassen.

Andere instructies in deze omzendbrief zijn dan weer eerder vaag. Zo worden de verzekeringsinstellingen opgeroepen om 'een procedure te voeren om hun beslissingen te controleren teneinde verkeerde beslissingen zo snel mogelijk recht te zetten'.

Graag had ik een antwoord op de volgende vragen:

1) De omzendbrief spreekt niet over het verleden. Zullen de sociaal verzekerden die ten onrechte het slachtoffer werden van een terugvordering, vergoed worden?

2) Gaat de Dienst voor Administratieve Controle, of een andere dienst, na of de ziekenfondsen effectief geen nieuwe terugvorderingen instellen die in strijd zijn met het Handvest?

3) Waarom moeten de beslissingen die vóór 1 september 2012 werden genomen, verder worden uitgevoerd? Over hoeveel beslissingen gaat het?

4) Waarom worden geschillen waarbij onwettige beslissingen het voorwerp zijn verdergezet ? Over hoeveel hangende procedures gaat het ? Negeert men door verder te procederen niet het Grondwettelijk Hof? Wat met de kostprijs die deze procedures met zich meebrengen? En wat is het lot van de verzekerde die niet in beroep is gegaan?

5) Wat mogen we begrijpen onder de instructie aan de verzekeringsinstellingen om "een procedure te voeren om hun beslissingen te controleren teneinde verkeerde beslissingen zo snel mogelijk recht te zetten"? Wordt er nagegaan of de procedures bij de verschillende verzekeringsinstellingen ondertussen correct verlopen?