Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9228

van André du Bus de Warnaffe (cdH) d.d. 5 juni 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De health literacy

bewustmaking van de burgers
gezondheidsverzorging
volksgezondheid
medisch informatiesysteem

Chronologie

5/6/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Voorlopig antwoord (pdf)

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3489

Vraag nr. 5-9228 d.d. 5 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

In Europa werd onder leiding van de Universiteit van Maastricht een studie uitgevoerd door het consortium HLS-EU over de health literacy, waarmee bedoeld wordt het vermogen, de bekwaamheid, de kennis en motivering van een persoon om informatie te vinden, te begrijpen, te evalueren en die te gebruiken om beslissingen te nemen inzake gezondheid.

De resultaten van de studie kunnen ons niet onberoerd laten - zowat de helft van de bevolking presteert slecht inzake de bekwaamheid om informatie te verwerken- gelet op de invloed van de health literacy op de toegang tot zorg, op de interactie tussen patiënten en gezondheidswerkers en op de manier waarop de patiënt zelf zijn gezondheid verzorgt. Mensen met tekorten inzake health literacy lopen het gevaar een minder goede algemene gezondheidstoestand te hebben. Ook economisch hebben de moeilijkheden die patiënten ervaren om de gezondheidsinformatie te verwerken een belangrijke weerslag ( met name in verband met gebrekkige therapietrouw, beperkte toegang tot preventie- en screeningprogramma's, laattijdige diagnose,...). Het is dus van groot belang om daar verandering in te brengen.

Men zou kunnen denken dat het internet bijdraagt aan de verbetering van die bekwaamheid bij de bevolking (in de mate dat er zeer veel gezondheidssites zijn, waarop online woordenboeken beschikbaar zijn) maar dat is slechts een mogelijkheid en niet voor allen een realiteit: via het internet kunnen de patiënten die over een computer beschikken gemakkelijk informatie opzoeken over gezondheid, maar dat wil niet zeggen dat ze die informatie beheersen en dat ze in staat zijn om op basis daarvan beslissingen te nemen over hun gezondheid. Er is immers zoveel informatie dat de kans bestaat dat de patiënt door de bomen het bos niet meer ziet: het is niet gemakkelijk om tussen al die informatie de betrouwbare wetenschappelijke informatie te vinden die voor hem relevant is en ze ook nog te begrijpen. Patiënten kunnen ook nog op een bijkomende moeilijkheid stuiten: het onderscheid maken tussen objectieve wetenschappelijke medische informatie en commerciële mededelingen, die in feite advertenties zijn.

Het is duidelijk dat de professionele gezondheidswerkers de patiënt moeten opvoeden als het gaat om de verwerking van gezondheidsinformatie. Ze moeten zich ervan vergewissen dat de patiënt de verstrekte informatie heeft begrepen en dat hij weet wat hij moet doen om zijn gezondheid te verzorgen na de raadpleging. Maar dat vergt tijd en juist daaraan ontbreekt het hen. De gezondheidswerkers zouden dus ondersteund moeten worden bij de begeleiding van patiënten en bij het aanleren van de verwerking van gezondheidsinformatie.

Is de minister van plan om contact op te nemen met haar collega's van Volksgezondheid om na te denken over de maatregelen die verbetering kunnen brengen in deze situatie? Er worden campagnes georganiseerd om patiënten op de hoogte te brengen van hun rechten; zouden er ook geen campagnes moeten worden gevoerd om te wijzen op het belang van een goed begrip door de patiënten van de gezondheidsinformatie, en om de gezondheidswerkers ertoe aan te zetten de patiënten te begeleiden in het verwerken van die gezondheidsinformatie?