Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9161

van Willy Demeyer (PS) d.d. 28 mei 2013

aan de minister van Werk

Detachering van buitenlandse werknemers op het Belgische grondgebied - Mogelijke fraude - Niet-naleving van de Belgische loonschalen - Mogelijke economische uitbuiting - Cijfers

fraude
zwartwerk
sociale dumping
mobiliteit van arbeidskrachten
uitgezonden werknemer
migrerende werknemer
gedetacheerd werknemer

Chronologie

28/5/2013Verzending vraag
3/9/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-9162

Vraag nr. 5-9161 d.d. 28 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

Op de zoekertjeswebsite www.2dehands.be bood een Slovaaks bedrijf, WSI International, met de volgende woorden goedkope buitenlandse arbeidskrachten aan: “U zoekt een lasser, een tegelzetter of een timmerman? We kunnen er u een of meerdere leveren uit Slovakije. Voor de helft van de prijs van een gemiddelde stielman in België”

Volgens de woordvoerder van het bedrijf is alles perfect legaal: het uurloon schommelt rond 19 euro, waarvan een deel naar het bedrijf gaat; de werknemers beschikken over een arbeidsvergunning en ze zijn aangegeven bij de sociale zekerheid.

De werkwijze lijkt nochtans schokkend en heeft de woede opgewekt van de Confederatie Bouw, die het over illegale praktijken heeft.

Mijn vragen zijn de volgende:

1) Enerzijds legt de Dienstenrichtlijn van 16 december 1996 buitenlandse ondernemingen die werknemers naar België detacheren de verplichting op om hen hetzelfde loon te waarborgen als dat van de werknemers van dat land die in die sector werken. Anderzijds is er de verordening van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Is het mogelijk dat er zo’n kloof bestaat in het uurloon van nationale werknemers en gedetacheerde werknemers binnen dezelfde sector of hebben we hier te maken met fraude en een vorm van economische uitbuiting?

2) Ook kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen:

a) Op hoeveel schat de minister het aantal detacheringen van buitenlandse werknemers op het Belgische grondgebied? Welke methode gebruikt ze voor die schatting? Kunnen die cijfers worden opgesplitst per activiteitssector en per land van herkomst van de betrokken werknemers?

b) Op hoeveel schat de minister het aandeel van gedetacheerde werknemers die door frauderende bedrijven worden gebruikt om te ontsnappen aan de betaling van socialezekerheidsbijdragen? Welke methode gebruikt ze voor die schatting? Kunnen die cijfers worden opgesplitst per activiteitssector?

c) Op hoeveel schat de minister enerzijds het aandeel van gedetacheerde werknemers die volgens de Belgische loonschalen worden betaald en anderzijds het aandeel van gedetacheerde werknemers die te veel uren presteren voor hun loon? Welke methode gebruikt ze voor die schatting? Kunnen die cijfers worden opgesplitst per activiteitssector en per land van herkomst van de betrokken werknemers? Heeft men een idee van de winst die wordt gegenereerd door de bedrijven die op die manier een beroep doen op overwerk?

Antwoord ontvangen op 3 september 2013 :

Gelieve hierna de antwoorden te willen vinden op uw vragen.

1. De detachering van werknemers binnen de Europese Unie wordt bepaald in de richtlijn 96/71/CE van het Europees Parlement en de Europese Raad van 16 december 1996.

Het artikel 3, 1 van deze richtlijn bepaalt dat de harde kern van arbeid- en tewerkstellingsvoorwaarden van toepassing in het land naar waar gedetacheerd wordt, van toepassing zijn voor de werknemer die gedetacheerd wordt en geacht wordt diensten te leveren.

De minimumlonen, ook de verhoogde lonen voor het presteren van overuren en de bepalingen met betrekking tot de maximale arbeidsduur, maken deel uit van deze harde kern.

Uit deze bepalingen blijkt dat een buitenlandse onderneming die personeel naar België detacheert tegen loon- en arbeidsvoorwaarden die niet conform zijn aan de arbeidsvoorwaarden die van toepassing zijn in het paritaire comité dat bevoegd is voor de sector, een inbreuk begaat tegen de wet en zich schuldig maakt aan oneerlijke concurrentie.

Het verschil in de totale kost, in vergelijking met een werknemer die in België aangegeven is, kan enkel komen van een verschil in het bedrag van de sociale en/of fiscale bijdragen in het land van waaruit de werknemer gedetacheerd wordt.

Bijvoorbeeld het minimumloon in de bouwsector (paritair comité 124) bedroeg op 1 april 2013 bruto 13,3140 euro per uur voor een ongeschoolde arbeider en 15,9020 euro per uur voor een geschoolde arbeider 2de graad.

Voor de werkgevers die minstens 10 werknemers tewerkstellen wordt de totale kost van een werknemer in België, sociale lasten en verzekeringen inbegrepen, door de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie op 1 april 2014 geraamd op 101,91 % van het bruto uurloon voor binnenwerken als plafonnering, tegelen, plamuren enz…

2 a) b) c). Sinds 1 april 2007 heeft België een verplichte aangifte ingevoerd, voorafgaand aan de detachering van werknemers in loondienst en zelfstandigen die onderworpen zijn aan een buitenlands stelsel van sociale zekerheid, die tijdelijk, gedeeltelijk of volledig, activiteiten willen uitvoeren in België.

Het gaat om de LIMOSA-aangifte, die werd ingevoerd door de programmawet van 27 december 2006. De databank van de LIMOSA-aangiften wordt beheerd en gecontroleerd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ).

In 2012 werden 372 822 LIMOSA-aangiftes ingevoerd.

De verdeling per land is als volgt:

Nederland : 25 %

Polen : 18 %

Duitsland : 10 %

Frankrijk : 9 %

Roemenië : 7 %

Luxemburg : 6 %

Portugal : 6 %

Slovakije : 3 %

Hongarije : 3 %

Bulgarije : 2 %

Andere landen : 11 %

De RSZ publiceert in zijn jaarverslag geen uitsplitsing per activiteitsector.

Om het fenomeen van de detachering beter te kunnen behandelen, heeft het Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, een aantal inspecteurs gespecialiseerd in deze materie. Deze inspecteurs zijn samengebracht in regionale directies (de directies Netwerk-Covron), die als belangrijkste taak hebben buitenlandse bedrijven, die personeel naar België detacheren, te controleren. Deze gespecialiseerde directies, die op het Belgisch grondgebied 18 ambtenaren tewerkstellen, hebben, in 2012, 1 581 controledossiers behandeld en voor 7 500 000 euro arbeidsvoorwaarden van werknemers geregulariseerd.

Deze dossiers hebben geleid tot 1 081 vaststellingen in de vorm van waarschuwingen, regularisaties, processen-verbaal of informatie aan andere diensten.

In 2012 werden in totaal 1 293 buitenlandse ondernemingen gecontroleerd door het Toezicht op de Sociale Wetten. De uitsplitsing per activiteitsector is niet beschikbaar.

De onderstaande cijfers hebben betrekking op de regularisaties en de processen-verbaal voor het niet-naleven van de barema’s en de inbreuken op de arbeidswet voor de 658 buitenlandse ondernemingen die in 2011 diepgaander werden gecontroleerd door de directies Netwerk-Covron.

Arbeidswet - Arbeidsduur :

15 waarschuwingen voor 64 werknemers.

53 regularisaties voor 111 werknemers voor een bedrag van 55 146 euro.

23 processen-verbaal voor 331 werknemers voor een bedrag van 94 312 euro.

Collectieve arbeidsovereenkomsten – barema’s :

10 waarschuwingen voor 100 werknemers.

147 regularisaties voor 1 074 werknemers voor een bedrag van 2 017 064 euro.

78 processen-verbaal voor 1 241 werknemers voor een bedrag van 2 803 823 euro.

Voor deze twee materies heeft men dus 326 vaststellingen voor 658 dossiers wat neerkomt op 49,54 % vaststellingen.