Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9152

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 27 mei 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Verbindingsofficieren in het buitenland - Controle

politie
politiële samenwerking
officiële statistiek

Chronologie

27/5/2013Verzending vraag
17/12/2013Herkwalificatie
23/1/2014Antwoord

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4592

Vraag nr. 5-9152 d.d. 27 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit het antwoord van de minister van Justitie op mijn schriftelijke vraag 5-8857 blijkt dat de controles op verbindingsofficieren in het buitenland een bevoegdheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken is.

Graag had ik van de minister het volgende vernomen:

1) Hoeveel verbindingsofficieren zijn in het buitenland actief en in welke steden?

2) Welke taken voeren die verbindingsofficieren uit?

3) Hoeveel controles op verbindingsofficieren in het buitenland hebben in de voorbije vijf jaren plaatsgevonden?

4) Kan de minister hierbij een onderscheid maken tussen logistieke, financiële en operationele controles?

5) Wie voert de controles uit en hoeveel personen nemen daaraan deel?

6) Hoe gaan de controleurs te werk en hoe evalueert de minister de controles op verbindingsofficieren?

Antwoord ontvangen op 23 januari 2014 :

Vraag 1.

De Belgische bilaterale verbindingsofficieren (LO’s) zijn voorzien in de hiernavolgende steden :

1 Rome (Italië) met accreditatie voor Malta en San Marino.

2 Boekarest (Roemenië) met accreditatie voor Bulgarije, Servië, Moldavië en het Seci -centre.

3 Rabat (Marokko) met accreditatie voor Mauritanië, Kaapverdië, Mali en Senegal.

4 Moskou (Russische Federatie) met accreditatie voor Wit-Rusland, Armenië, Kirgizië, Kazakstan, Oezbekistan, Tadzjikistan en het CARICC centre.

5 Istanboel (Turkije) met accreditatie voor Pakistan en Georgië.

6 Washington DC (VS) met accreditatie voor Mexico, Canada en de Bahama’s.

7 Warschau(Polen) met accreditatie voor Oekraïne, Estland, Letland en Litouwen.

8 Tirana( Albanië) met accreditatie voor Kosovo, Fyrom, Montenegro en Griekenland.

9 Wiesbaden (Duitsland) met accreditatie voor Liechtenstein en Zwitserland

10 Wenen (Oostenrijk) met accreditatie voor Hongarije, Tsjechië, Slovenië, Slovakije, Kroatië, Bosnie-Herzegovina

11 Bangkok (Thailand) met accreditatie voor Vietnam, Indonesië, Maleisië, Singapore, China en Laos

12 Brasilia – procedure invulling post hangende.

13 Madrid – procedure invulling post hangende.

Bijkomend zijn er vier verbindingsofficieren bij Europol in Den Haag NL, een contactambtenaar bij Interpol Lyon en een contactambtenaar bij Interpol Brussel in plaats gesteld.

Vraag 2.

De primaire taak van de verbindingsofficieren bestaat erin de verbinding te leggen tussen de politiediensten en de gerechtelijke overheden in België enerzijds en de autoriteiten van de landen die ressorteren onder hun werkgebied anderzijds. De verbindingsofficieren moeten de politiële en justitiële samenwerking bevorderen en vergemakkelijken met de landen van affectatie en tewerkstelling.

De gedetailleerde taakbeschrijving van de verbindingsofficieren is vervat in de ministeriële omzendbrief betreffende de Belgische politievertegenwoordigers van de geïntegreerde politie in het buitenland van 12 maart 2003 onder de punten 4.1.2 en 4.2.2. Deze omzendbrief is momenteel onder revisie, onder meer gelet op het koninklijk besluit (KB) van 03 april 2013 – tot wijziging van het KB van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten inzake de verbindingsofficieren.

Vragen 3, 4, 5 en 6.

In 2008 - 2009 werd door de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie een algemene evaluatie van het netwerk van de verbindingsofficieren gemaakt aan de hand van zowel plaatsbezoeken als diepgaande interviews met de diverse interne en externe partners. Dit verslag werd overgemaakt aan de Commissaris-generaal van de federale politie en aan de Inspecteur-generaal van de federale politie en de lokale politie.

Deze evaluatie heeft mede gediend bij het opstellen van het rapport ter optimalisatie van het Belgische netwerk van politieverbindingsofficieren, dat aan mijn ambt werd overgemaakt en waartoe ik opdracht gaf tot uitvoering op 4 januari 2013 aan de Commissaris-generaal van de federale politie.

Binnen dit kader is voorzien dat dit netwerk van verbindingsofficieren driejaarlijks wordt geëvalueerd.

We dienen er echter op te wijzen dat de evaluatie van de afzonderlijke verbindingsofficieren geïmplementeerd is in de tweejaarlijkse evaluatiecyclus die geldt voor alle leden van de geïntegreerde politie.

Hierin worden onder meer de operationele doelstellingen afgetoetst. De evaluatie in deze gebeurt door de Directeur CGI met als eindverantwoordelijke de Commissaris-generaal van de federale politie.

De meest recente cyclus voor de verbindingsofficieren werd ingeleid in januari 2012.

Met betrekking tot het budgettair – boekhoudkundig toezicht op het netwerk werd in de schoot van de federale politie een instrument ontwikkeld die het toelaat deze ad hoc op te volgen. Deze opvolging gebeurt dagelijks door de beheersdienst van het netwerk van de verbindingsofficieren, CGI – directie van de Internationale politiesamenwerking die rechtstreeks onder het Commissariaat-generaal ressorteert.

Dit resulteert in een permanente opvolging van de financiële flux. Controle hierop wordt uitgeoefend door de Inspecteur van Financiën bij de federale politie.

Het toezicht op het operationele werk dat grotendeels complexe gerechtelijke dossiers behelst is opgenomen in de evaluatiecyclus en gebeurt via bevraging door CGI aan de algemene directie gerechtelijke politie (DGJ) en het federaal parket.

Gelet op de hierboven aangehaalde methodieken voor de financiële opvolging ben ik de mening toegedaan dat dit stringent wordt opgevolgd.