Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9133

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 24 mei 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Noord-Korea

Noord-Korea
internationale sanctie
non-proliferatie van kernwapens

Chronologie

24/5/2013Verzending vraag
18/6/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3274

Vraag nr. 5-9133 d.d. 24 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De spanningen tussen Noord-Korea enerzijds en Zuid-Korea en de Verenigde Staten (VS) anderzijds liepen de eerste dagen van maart zeer hoog op. Na eerdere kernproeven en raketlanceringen van de Noord-Koreanen nam de VS het voortouw om strengere sancties af te dwingen bij de Verenigde Naties. Vrijdag 8 maart werd een resolutie goedgekeurd met verdere sancties en een veroordeling van het Noord-Koreaanse kernprogramma. Het land reageerde furieus en dreigde om het non-agressiepact te verbreken, alsook de zogenaamde Rode Telefoonlijn tussen Noord-Korea en Zuid-Korea . Het land verklaarde ook zeer ontevreden te zijn met de militaire oefeningen van Zuid-Koreaanse en Amerikaanse troepen. Een hooggeplaatste militair van het Noord-Koreaanse leger zei dat hun troepen zelf met oefeningen bezig waren en inzetbaar waren. Aan de grens met Zuid-Korea zouden volgens Noord-Korea soldaten klaar staan om Zuid-Korea te veroveren. Tevens zouden intercontinentale raketten standby staan. De VS twijfelt eraan dat Noord-Korea zulke raketten heeft, maar wil wel Japan en Zuid-Korea beschermen tegen mogelijke aanvallen. Internationale experts twijfelen ook aan de militaire kracht van Noord-Korea, maar stellen tegelijk dat het land wel degelijk 'iets' zal doen als reactie op de resolutie. Sommigen vrezen geweld op de grens tussen de twee buurlanden, terwijl anderen stellen dat de dreigementen enkel stoere taal zijn om Noord-Korea te kunnen laten onderhandelen met de VS. De relaties met Zuid-Korea zijn immers zeer negatief, en de nieuwe Zuid-Koreaanse president Park moet een moeilijk evenwicht vinden tussen strenge taal en een opening voor dialoog. Ook Rusland en China zouden de situatie problematisch vinden. In het verleden steunden zij de Noord-Koreanen vaak, maar in dit conflict blijven ze opvallend voorzichtig en neutraal.

Graag had ik de minister volgende vragen gesteld:

1) Hoe evalueert u de ontwikkelingen in dit politiek conflict met betrekking tot de relaties van Noord-Korea met de Verenigde Staten en Zuid-Korea enerzijds, en met Rusland en China anderzijds? Wat is het Belgische standpunt ten aanzien van Noord-Korea?

2) Steunt ons land de nieuwe resolutie en de daarmee verbonden sancties? Zal de resolutie volgens u positieve effecten hebben of Noord-Korea enkel sterken in haar vijandige houding?

3) Denkt de minister dat Noord-Korea bluft, of is het land werkelijk in staat zijn tegenstanders aan te vallen, al dan niet met nucleaire wapens?

Antwoord ontvangen op 18 juni 2013 :

1. Sinds 1950 beschouwt Noord-Korea de Verenigde Staten (VS) als zijn grootste vijand evenals de grootste bedreiging voor de veiligheid van het land. Sommige experten zijn van mening dat de agressieve houding van het Noord-Koreaanse regime gezien moet worden als een manier om de aandacht van de VS te trekken, met het oog op het sluiten van een verdrag dat de duurzaamheid van het Noord-Koreaanse regime kan garanderen. De recente ontwikkelingen waarnaar u verwijst, kunnen dus ook zo worden geïnterpreteerd.

Wat de betrekkingen met China - en in mindere mate Rusland – betreft, kan men echter wel degelijk over een evolutie spreken. China is duidelijk de grootste politieke en economische partner van Noord-Korea. Daarom is het opmerkelijk dat China, samen met de overige leden van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, voor Resolutie 2094 gestemd heeft. Dit mag beschouwd worden als een sterk signaal vanuit het Chinese leiderschap ten opzichte van de agressieve houding van Noord-Korea gedurende de laatste maanden.

2. België was inderdaad co-sponsor van Resolutie 2094 en de daarmee verbonden sancties. In parallel heeft ons land, samen met zijn partners van de Europese Unie (EU), het EU-sanctiepakket uitgebreid naar aanleiding van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 februari 2013. Het is nog te vroeg om te bepalen of deze maatregelen positieve effecten zullen opleveren. De versterking van het sanctieregime, inclusief strengere inspectiemechanismen van Noord-Koreaanse schepen en een betere monitoring van financiële transacties verbonden aan illegale activiteiten van het regime, beschouw ik in ieder geval als essentieel.

3. Het is bijzonder moeilijk de redenering van het Noord-Koreaanse regime nauwkeurig in te schatten. Ondanks de “Leger eerst” doctrine lijken de militaire capaciteiten van het land eerder beperkt. Daarom lijkt een grootschalige conventionele oorlog tussen Noord- en Zuid-Korea uitgesloten. Kleinere incidenten zijn echter wel mogelijk, zoals gebeurd is in 2010 toen het eiland Yeonpyeong gebombardeerd werd door de Noord-Koreaanse artillerie. Ten slotte: wegens het gebrek aan de nodige technologie lijkt een nucleaire raketaanval op dit ogenblik weinig realistisch.