Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9130

van Marie Arena (PS) d.d. 24 mei 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

De schending van de mensenrechten in Qatar

Qatar
rechten van de mens
sociale clausule
andersdenkende

Chronologie

24/5/2013Verzending vraag
10/10/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3246

Vraag nr. 5-9130 d.d. 24 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

Begin juli 2012 heeft de Senaat de overeenkomst ter bevordering en bescherming van de investeringen, ondertekend in 2007 tussen de BLEU en de regering van Qatar, goedgekeurd.

Naast de algemene bepalingen van de overeenkomst inzake de bevordering en de bescherming van de investeringen, omvat de tekst van de overeenkomst sociale clausules, clausules over het milieu en over het respect voor de mensenrechten. Een belangrijk deel van de bespreking in de commissie ging over de bekommernissen in verband met de opname van die clausules en de effectieve mogelijkheden om de naleving van die verschillende clausules te controleren, evenals over de mogelijke sancties bij flagrante schendingen ervan. De vertegenwoordiger van de minister overtuigde de commissie volledig van de politieke wil van de minister om die clausules te doen respecteren.

Zoals blijkt uit de gevangenneming en de veroordeling tot 15 jaar gevangenisstraf van de dichter Mohammed al-Ajami uit Qatar wegens de publicatie van een gedicht dat hulde brengt aan de Tunesische revolutie, worden vandaag de mensenrechten en het principe van de vrijheid van meningsuiting niet gerespecteerd in Qatar. België kan in dat verband blijk geven van zijn politieke wil om toe te zien op de toepassing en de naleving van de sociale clausules, de clausules over het milieu en over de mensenrechten. Op die manier bevestigt ons land de geest van de overeenkomst met Qatar.

In het licht van die feiten heb ik de volgende vragen voor de minister:

1) Welke acties plant de regering om de mensenrechtenclausules te doen naleven die deel uitmaken van de overeenkomst ter bevordering van de investeringen gesloten met Qatar, en die met de voeten zijn getreden door de gevangenneming van de dichter Mohammed al-Ajami?

2) In welke sanctiemechanismen voorziet de overeenkomst in geval van overtreding van de mensenrechtenclausules?

Antwoord ontvangen op 10 oktober 2013 :

Ik wens eerst uw aandacht te trekken op het feit dat het Akkoord met betrekking tot de wederzijdse aanmoediging en bescherming van de investeringen, getekend op 2007 tussen de Belgisch-Luxemburgse economische Unie et de regering van de Staat van Qatar, milieuclausules (artikels 1.5 en 5) en clausules relatief aan het arbeidsrecht (artikels 1.6 en 6) bevat maar géén enkele specifieke clausule met betrekking tot het respect van de mensenrechten.

Dit akkoord voorziet géén enkel sanctiemechanisme in geval van schendingen van de bepalingen met betrekking tot de sociale- en milieuclausules.

Ik kan u echter verzekeren dat, naast de bestaande internationale instrumenten, waaronder de Mensenrechtenraad, de kwesties aangaande het respect van deze rechten, die een prioriteit zijn voor ons buitenlandse beleid, aangekaart worden via andere kanalen, onder anderen tijdens mijn bilaterale contacten met de autoriteiten van Qatar of in het kader van overlegde initiatieven met onze partners van de Europese Unie. Ik heb de kwestie van de rechten van de Mens besproken tijdens mijn onderhouden in Doha in december vorig jaar.

Ik ben overtuigd dat een coöperatieve en niet-confrontatie aanpak de meest efficiënte methode is om het respect van de mensenrechten te promoveren in een land zoals Qatar. Het versterken van de economische relaties, ook door investeringen, dragen bij tot een evolutie van de mentaliteiten en zo, een verbetering van de situatie van de mensenrechten. Zonder dialoog en samenwerking zullen de dingen nooit veranderen.