Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9121

van Marie Arena (PS) d.d. 24 mei 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

De federale adviseurs in economische diplomatie

buitenlandse handel
buitenlandse investering
personeel in diplomatieke dienst

Chronologie

24/5/2013Verzending vraag
10/10/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3100

Vraag nr. 5-9121 d.d. 24 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

Maandag 4 februari berichtte de pers over het plan van de minister van Buitenlandse Zaken om ambten van “adviseurs in economische diplomatie”in te voeren bij de Belgische ambassades in het buitenland.

Volgens die verklaringen zouden de adviseurs in economische diplomatie de opdracht hebben om onze ambassades en de adviseurs van de Gewesten (die bevoegd zijn voor de buitenlandse handel) in het buitenland te begeleiden.

Op dat plan om het ambt van adviseurs in economische diplomatie in het leven te roepen, is heel wat kritiek gekomen, vooral van de Gewesten, die vinden dat dit een inbreuk is op hun bevoegdheden. Vlaams minister-president Peeters heeft de minister van Buitenlandse Zaken overigens een brief gestuurd, medeondertekend door de gewestministers van Buitenlandse Handel, de heren Marcourt en Cerexhe, om de plannen van de minister met betrekking tot de creatie van dergelijke ambten aan de kaak te stellen.

Ik heb dan ook de volgende vraag:

Bevestigt u de verklaringen over het creëren van ambten van adviseurs in economische diplomatie? Kunt u ons, in voorkomend geval, uw uitspraken preciseren en ons, gelet op de reactie van de Gewesten, verklaren of daarover binnen de regering een akkoord bestaat?

Antwoord ontvangen op 10 oktober 2013 :

Ik verwijs het geachte lid naar mijn antwoord in het integraal verslag van de Commissie Buitenlandse betrekkingen op de gelijkaardige vragen gesteld door senatoren Anciaux, Vanlouwe en Bousetta. (nr. 5-224 COM p.25-34)