Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9067

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 22 mei 2013

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

De werkverwijdering na de bevalling

moederschap
bescherming van moeder en kind
officiële statistiek
geografische spreiding
Fonds voor de Beroepsziekten

Chronologie

22/5/2013Verzending vraag
18/10/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3161

Vraag nr. 5-9067 d.d. 22 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Reeds op 22 november 2011 diende ik een schriftelijke vraag (5-3779) in om specifiekere gegevens over de werkverwijdering bij zwangere vrouwen tussen 2005 en 2009 te ontvangen. Deze vraag werd later op 23 december 2011 heringediend als schriftelijke vraag 5-4269. Ondertussen zijn we midden februari 2013 en heb ik nog steeds geen antwoord gekregen. Aangezien het toch wel zeer lang duurt om een antwoord te krijgen, stel ik de vraag nog eens rechtstreeks.

Tot en met 31 december 2009 werden alle gevallen van werkverwijdering bij zwangere vrouwen (behoudens voor statutaire ambtenaren) uitbetaald door het Fonds voor de beroepsziekten.

Bij gebrek aan reactie dring ik nogmaals aan op een antwoord op volgende vragen.

1) Hoe vaak werd er in de periode van 2005 tot en met 2009 overgegaan tot een volledige werkverwijdering van de werkvloer? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen:

- per jaar,

- volgens statuut (arbeiders versus bedienden),

- volgens sector (privésector en contractuelen in de lokale en provinciale overheidsdiensten),

- volgens tijdstip van de verwijdering (tijdens de bevalling, tijdens de periode na de bevalling en tijdens de periode van de borstvoeding),

- per provincie en voor het Brussels hoofdstedelijk gewest.

2) Hoe vaak werd er gedurende de periode van 2005 tot en met 2009 overgegaan tot een gedeeltelijke werkverwijdering van de werkvloer ?

Hoe vaak betrof het een gedeeltelijke werkverwijdering waarbij er aangepast werk werd gevonden met loonverlies?

Hoe vaak waren er meerdere activiteiten in loondienst waarbij er minstens een daarvan niet stopgezet werd? Graag had ik die cijfers opgesplitst verkregen:

- per jaar,

- volgens statuut (arbeiders versus bedienden),

- volgens sector (privésector en contractuelen in de lokale en provinciale overheidsdiensten),

- volgens tijdstip van de verwijdering (tijdens de bevalling, tijdens de periode na de bevalling en tijdens de periode van de borstvoeding),

- per provincie en voor het Brussels hoofdstedelijk gewest.

3) Welke zijn de ziekten die het vaakst worden ingeroepen om een verwijdering van de werkvloer te legitimeren gedurende de periode van 2005 tot en met 2009? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen:

- per jaar,

- volgens statuut (arbeiders versus bedienden),

- volgens sector (privésector en contractuelen in de lokale en provinciale overheidsdiensten),

- volgens tijdstip van de verwijdering (tijdens de bevalling, tijdens de periode na de bevalling en tijdens de periode van de borstvoeding),

- per provincie en voor het Brussels hoofdstedelijk gewest.

4) Wat is het totale bedrag dat uitgekeerd werd aan vrouwen die verwijderd werden van de werkvloer wegens hun zwangerschap? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen:

- per jaar,

- per statuut (arbeiders & bedienden),

- per sector (privésector en contractuelen in de lokale en provinciale overheidsdiensten),

- aar periode van de verwijdering (tijdens de bevalling, tijdens de periode na de bevalling en tijdens de periode van de borstvoeding),

- per provincie en voor het Brussels hoofdstedelijk gewest.

Antwoord ontvangen op 18 oktober 2013 :

Sinds 1 januari 2010 wordt de vergoeding voor alle gevallen van werkverwijdering van de zwangere werkneemsters ten laste genomen in het kader van de moederschapsverzekering, ongeacht of de oorzaak van die maatregel een beroepsziekterisico is. Voordien werd een onderscheid gemaakt tussen de uitkeringsverzekering en de beroepsziekteverzekering.

In antwoord op de vraag vindt u in bijlage 1 de cijfergegevens wat betreft de beroepsziekteverzekering. Op te merken valt dat het FBZ bevoegd was voor de privésector en voor de provinciale en lokale overheidssector PPO. Het overzicht van de profylactische verwijderingen ten laste van het FBZ had uiteraard alleen betrekking op de verwijderingen uit een beroepsziekterisico. De opsplitsing van de aanvragen of beslissingen gebeurde volgens de blootstelling (volgens de beroepsziektelijst). Die gegevens staan in het jaarverslag van de instelling. Het FBZ registreerde ook de NACE-code van de werkgever (Algemene Nomenclatuur der Economische Activiteiten in de Europese Gemeenschappen) die het FBZ eventueel in staat stelde de beschikbare informatie aan te vullen. Zo werden de positieve beslissingen opgesplitst volgens de ziektecodes en de NACE-codes.

Het FBZ had geen weet van het statuut van de betrokkene: met andere woorden voor de PPO-sector maakte het FBZ geen onderscheid tussen statutair en contractueel personeel en voor de privésector maakte het FBZ geen onderscheid tussen arbeiders en bedienden.

De vergoeding van het Fonds had altijd betrekking op de periode tussen de eerste onbetaalde dag van de verwijdering en 6 weken vóór de vermoedelijke datum van de bevalling. Het FBZ kwam dus niet tussen tijdens het zwangerschapsverlof noch tijdens het borstvoedingsverlof.

In antwoord op de vraag vindt u in bijlage 2 wat betreft de uitkeringsverzekering voor de jaren 2008-2009 de volgende informatie:

Het RIZIV beschikt, in haar databanken, niet over de gegevens per provincie voor de periode voorafgaand voor 2008. De cijfers voor de jaren 2008 en 2009 zijn ingevolge een gewijzigde regelgeving, niet vergelijkbaar met deze van het jaar 2010 en later, die u eerder werden meegedeeld. Op 1 januari 2010 heeft het RIZIV de bevoegdheden inzake werkverwijdering overgenomen van het Fonds voor Beroepsziekten. Bovendien werd het uitkeringspercentage voor een volledige werkverwijdering verhoogd van 60 naar 78,237 %.

De door het geachte lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.