Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8963

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 6 mei 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Drugs - Inbeslagnames - Aantallen - Hoeveelheden - Verschil tussen Vlaamse en Waalse steden - Overzicht van de interventies

beslag op bezittingen
officiële statistiek
regionale verschillen
geografische spreiding
gemeentepolitie
handel in verdovende middelen

Chronologie

6/5/2013Verzending vraag
28/8/2013Rappel
13/2/2014Antwoord

Vraag nr. 5-8963 d.d. 6 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Als antwoord op vraag nummer 5-8401 omtrent drugsvangsten in 2012 in België had ik nog enkele bijkomende vragen.

Onderstaande tabel geeft het aantal inbeslagnames weer van vijf belangrijke Vlaamse en Waalse steden en Brussel. Ook de respectievelijke hoeveelheid in beslag genomen drugs in 2012 wordt weergegeven:

Vlaanderen Aantal Hoeveelheid

inbeslagnames

Antwerpen 80 1002,8 kg +11408 xtc pillen, 6.25 l GHB en 125 LDS zegels

Brugge 18 295,89 kg

Gent 25 151,8 kg

Leuven 18 17,99 kg

Hasselt 27 95,24 kg + 529 xtc-pillen + 8,2 l GHB

Wallonië

Charleroi 7 24,78 kg

Namen 2 7,65 kg

Luik 11 30,99 kg + 290 xtc-pillen

Bergen 7 10,14 kg

Aarlen 11 31,61 kg + 261 xtc - pillen

Brussel 73 732,45 kg + 1887 xtc-pillen

Er is een groot verschil tussen het aantal inbeslagnames en de hoeveelheid in beslag genomen drugs in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het argument dat er minder gebruik en handel is in Wallonië lijkt moeilijk gefundeerd te kunnen worden.

1) Waaraan zou volgens de minister het verschil in cijfers kunnen liggen? Met andere woorden, hoe interpreteert zij deze cijfers?

De prioriteit in drugsbestrijding in de verschillende delen van het land is wellicht verschillend.

2) Kan de minister een overzicht geven van de georganiseerde interventies van de politiezones in de vernoemde steden in 2012, met het doel drugs te onderscheppen?

Antwoord ontvangen op 13 februari 2014 :

1) Ten eerste zou ik er aan willen herinneren, zoals ik het al herhaaldelijk heb gedaan in onze parlementaire vergaderingen, dat de regering een duidelijk verbintenis is aangegaan om de strijd voort te zetten tegen de diverse criminele drugsgerelateerde verschijnselen. Deze inzet heeft geresulteerd in het opstellen van het Nationaal Veiligheidsplan 2012-2015. Dit plan dient op zijn beurt te worden geïmplementeerd door de verschillende politiediensten van het Koninkrijk. Derhalve herinner ik u eraan dat deze implementering alle diensten van de lokale en federale politie betreft en daarmee het gehele grondgebied. Dat gezegd hebbende, moet ik ook benadrukken dat bepaalde criminele verschijnselen zich feller voordoen op het grondgebied van het ene dan wel het andere gerechtelijke arrondissement. Dit kan te wijten zijn, bijvoorbeeld, aan de aanwezigheid van zogenaamde "kwetsbare" doelwitten of zelfs de lokale opportunistische aanwezigheid van Belgische of buitenlandse criminele organisaties. Dit overwicht kan uiteraard leiden tot een verschil in de vastgestelde inbeslagnemingscijfers.

Concreet, betreffende de gerapporteerde cijfers in de prioriteiten van het Nationaal Veiligheidsplan 2012-2015 en waar de in uw vraag genoemde cijfers verdienen om enigszins te worden verfijnd, zou ik eerst willen opmerken dat u zich allicht ervan bewust bent dat de cijfers over inbeslagnemingen slechts een relatieve indicator voor drugs vertegenwoordigen. Als verantwoordelijke minister blijf ik eerder stilstaan bij de inhoud van de benaderingen die door mijn diensten worden ontwikkeld.

Aan de andere kant, zie ik dat waar u verschillen hebt kunnen vaststellen voor sommige arrondissementen (en niet steden), deze gebaseerd zijn op een reeks van incidentele inbeslagnames, inbeslagnames die perfect zouden kunnen verricht geweest zijn op het grondgebied van andere gerechtelijke arrondissementen. Neem, bijvoorbeeld, marihuana inbeslagnames gedaan in het kader van de interventies op cannabis productiesites. Ermee rekening houdend dat deze productielocaties voornamelijk zijn gevestigd in Vlaanderen, hadden deze inbeslagnames perfect kunnen voorkomen in andere regio's.

Bovendien zouden bepaalde belangrijke cocaïnevangsten gekoppeld kunnen worden aan de “(lucht)haventrafiek”, maar, gezien de inbeslagnames niet plaatsvonden op het terrein van een lucht- of zeehaven, werden ze opgenomen in andere categorieën.

2) Deze gegevens zijn op het niveau van mijn departement niet beschikbaar.