Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8962

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 6 mei 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Hoog dementerende personen - Informatiefiches - Lokale politiezones

gemeentepolitie
geestesziekte
geestelijk gehandicapte

Chronologie

6/5/2013Verzending vraag
28/8/2013Rappel
23/1/2014Antwoord

Vraag nr. 5-8962 d.d. 6 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dementerende personen die weglopen van huis of zorgcentra en niet meer weten waar ze zich bevinden is een vaak voorkomend probleem. Hoe sneller de politie informatie heeft over de persoon in kwestie, hoe sneller een gerichte zoekactie kan starten en hoe groter de kans dat de persoon zonder problemen teruggebracht kan worden. Dit omwille van het feit dat ze zich nog in een dichte straal bevinden rond de plaats waar ze verzorgd worden.

Enkele politiezones zijn preventief gestart met het verzamelen van informatie om een databank aan te leggen van mensen met een groot risico.

Dit is een initiatief dat moet worden aangemoedigd.

1) Weet de minister over welke politiezones het juist gaat?

2) Moeten alle zorgcentra in de betreffende zones de informatiefiche invullen? Kan de minister meedelen welke informatie van de personen opgeslagen wordt?

3) Zal zij in samenspraak met de directeur van de federale politie deze initiatieven aanmoedigen, zodat het systeem in ook andere politiezones wordt gestart?

Antwoord ontvangen op 23 januari 2014 :

Vragen 1 en 3.De politiezone HEKLA (Hove-Edegem-Kontich-Lint-Aartselaar) is een zevental jaren geleden met dit project gestart, op vraag van de plaatselijke zorgsector en het “expertisecentrum dementie” Orion (Antwerpen-Wilrijk) en in overleg met de Cel Vermiste Personen van de federale politie. Alle ervaringen van de voorbije jaren werden neergeschreven in een handleiding “Als het dan toch mis gaat”.

Op 7 juli 2011 werden het project en de handleiding officieel voorgesteld, in aanwezigheid van de Vlaamse minister van Welzijn en de federale minister van Binnenlandse Zaken.

Onder impuls van de Cel Vermiste Personen en van de politiezone HEKLA en met de medewerking van de negen expertisecentra dementie in Vlaanderen , kreeg het project een (inter-)nationale bekendheid en inmiddels hebben al 52 Vlaamse politiezones zich erbij aangesloten, evenals zes Waalse politiezones (het ganse arrondissement Namen).

In Wallonië wordt het project recent gepromoot door de Procureurs-generaal van van Bergen en van Luik.

Het project heeft in diverse Europese landen de aandacht getrokken (Oostenrijk – oktober 2012 – Europees Alzheimer Congres in Wenen).

2. De betrokken politiezones, in samenwerking met de lokale “expertisecentra dementie”, contacteren de zorgcentra op hun grondgebied en stellen hen voor om mee in het project te stappen.

De volgende informatie wordt op voorhand op de individuele fiches opgeslagen : identiteit en persoonskenmerken, recente foto, bijzonderheden in verband met vorige gedragingen (bijvoorbeeld dwaalgedrag op plaatsen waar de persoon in het verleden heeft verbleven, …), contactpersonen familie, ...

In geval van verdwijning worden daaraan toegevoegd : de kledijbeschrijving en de plaats waar de persoon het laatst gezien werd, …

De informatiefiches worden bewaard door de zorgcentra en worden indien nodig zeer snel overgemaakt aan de lokale politie, die het opsporingsprogramma start.

Alle informatie betreffende dit project, onder meer de brochure “Als het dan toch mis gaat” kan teruggevonden worden op de website van de politiezone HEKLA www.hekla.be.

Deze brochure wordt momenteel in het Frans vertaald.