Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8949

van Willy Demeyer (PS) d.d. 3 mei 2013

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

Dienst Vreemdelingenzaken - Visa kort verblijf - Aanvraag van echtgenoten van Belgen - Verdenking van misbruik van procedure - Weigering van visa - Cijfers - Richtlijnen

familiemigratie
toelating van vreemdelingen
Dienst Vreemdelingenzaken
illegale migratie
officiële statistiek

Chronologie

3/5/2013Verzending vraag
5/6/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8949 d.d. 3 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

In het Jaarverslag 2012 van de Federale Ombudsman wordt melding gemaakt van de praktijk van de Dienst Vreemdelingenzaken om visa voor kort verblijf te weigeren aan de echtgenoten van Belgen omdat er een risico zou bestaan dat de procedure voor gezinshereniging wordt misbruikt.

Concreet worden de aanvragen voor een visum kort verblijf voor de echtgenoten van Belgen geweigerd. De dienst geeft de raad om in plaats daarvan een visum gezinshereniging aan te vragen, terwijl de aanvragers eigenlijk hun familie in België enkel een bezoek willen brengen tijdens een vakantie.

Het gaat om een vorm van beperking van de bewegingsvrijheid aangezien de voorwaarden om een visum gezinshereniging te verkrijgen minder soepel zijn dan die voor een visum kort verblijf.

De ombudsman vreest dat iedereen er systematisch van wordt verdacht de procedure te misbruiken.

Ik heb de volgende vragen:

1) In hoeveel dossiers heeft de Dienst Vreemdelingenzaken een visum kort verblijf geweigerd aan echtgenoten en familieleden van Belgen met als reden dat er een risico bestond dat de procedure voor gezinshereniging werd misbruikt?

2) Hoe evalueert de staatssecretaris die gegevens? Wat is haar reactie op de vaststelling van de ombudsman, die betreurt dat familieleden van Belgen door de DVZ systematisch als 'verdacht' worden beschouwd?

3) Hoe zou de DVZ moeten reageren wanneer hij twijfels heeft over de intenties van de aanvrager van een visum kort verblijf? Wat zijn de richtlijnen ter zake van de staatssecretaris?

Antwoord ontvangen op 5 juni 2013 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) houdt geen speciale statistieken bij over de weigeringen tot het afgeven van een visum voor een kort verblijf aangevraagd door de echtgenoot van een Belg.

De voorwaarden voor het afleveren van visa kort verblijf (visa “C”) zijn vastgelegd krachtens de gemeenschappelijke visumcode.

Dit type visa kan het voorwerp uitmaken van een ambtshalve aflevering door de diplomatieke en consulaire posten. Wanneer deze laatste gegronde twijfels hebben met betrekking tot het doel van de reis of indien bepaalde voorwaarden niet vervuld zijn, maken zij de aanvraag voor beslissing over aan de DVZ.

De DVZ gaat het doel van de reis, de huisvesting, de financiële dekking van het verblijf en de eventuele dekking van de gezondheidskosten na en evalueert vervolgens het veiligheidsrisico en het voornemen om de Schengenruimte te verlaten voordat het visum afloopt (migratierisico).

Kortom, er is geen sprake dat de DVZ systematisch aanvragen voor visa kort verblijf van een echtgenoot van een Belg weigert.

Echter, het gebeurt dat de DVZ de aanvrager verwijst naar de ad hoc nationale procedure (gezinshereniging) wanneer de DVZ op basis van de informatie die door de consulaten bij het onderzoek van de aanvraag is verzameld of op basis van het administratief dossier tot de vaststelling komt dat het echte doel van de reis waarschijnlijk een vestiging in België is.

Om af te sluiten, indien de echtgenoot van een Belg aantoont dat volgende voorwaarden cumulatief vervult zijn:

heeft de DVZ geen reden om de afgifte van het aangevraagde visum te weigeren.