Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-877

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 27 januari 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Europese Unie (EU) - Bijdrage van België

Europese Unie
bijdrage van de lidstaten
Europees ambtenaar
loonbelasting
Europees Parlement
vergoeding voor afgevaardigden
Europees afgevaardigde
Lid van de Europese Commissie

Chronologie

27/1/2011Verzending vraag
18/4/2011Antwoord

Vraag nr. 5-877 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In deze tijden van economische en financiële moeilijkheden met ersntige budgettaire besparingen, lijkt het logisch dat ook de bijdrage van de federale overheid aan de Europes Unie (EU) ernstig onder de loep wordt genomen. Andere Europese Staten deden dit ook en beslisten tot belangrijke ingrepen en bedongen sterke kortingen bij de EU.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister me meedelen hoe groot deze bijdrage is voor de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010?

2) Zijn er over eventuele besparingen op Europees vlak besprekingen gevoerd in de Raad van de Europese Unie?

3) Hoe zijn de Europese middelen verdeeld over de verschillende beleidsdomeinen?

4) Hoeveel geld gaat er naar het instrument zelf van de Europese Unie? Hoe werden de Europese middelen in 2007, 2008, 2009 en 2010 verdeeld over de werking van de Europese Raad, de Europese Commissie, het Europees Parlement?

5) Wat zijn de jaarlijkse vergoedingen (lonen, alle soorten kostenvergoedingen, enz.) van de topmensen van deze drie verschillende instellingen, onder andere van de Voorzitter van de Europese Raad, de leden van de Europese Commissie?

6) Wat zijn de jaarlijkse vergoedingen (in totaliteit, ook de verplaatsingskosten) aan de leden van het Europees Parlement en in het bijzonder voor de fractieleiders?

7) Welke belastingtarieven worden toegepast op deze vergoedingen?

8) Welke jaarlijkse vergoedingen (lonen en alle kostenvergoedingen) worden uitbetaald aan statutaire en tijdelijke topambtenaren?

9) Mag men sommige van deze vergoedingen beoordelen als buiten proportie? Waarom zijn deze lonen proportioneel zo hoog? Is het normaal dat deze inkomsten niet vallen onder de gewone belastingstarieven zoals dat geldt voor andere inwoners van ons land? Vindt de geachte minister deze twee maten en twee gewichten ethisch, politiek en sociaal nog verantwoord? Lijkt hier een ernstige besparing niet aangewezen?

Antwoord ontvangen op 18 april 2011 :

1) Het geachte lid vindt het antwoord op zijn vraag in het algemene overzicht van het budget voor de betrokken jaren, onder de titel V. Deze gegevens zijn beschikbaar op de website van de Europese Commissie, Algemene directie van de financiële programmering en begroting: http://ec.europa.eu/budget/. Hieronder wordt de Belgische bijdrage aan het Europese budget voor de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010 hernomen.

Bijdrage van België aan de eigen inkomsten BTW en het BNI, inclusief betalingen in het kader van de Britse korting.

2007

2 908 323 986 euro

2008

2 944 199 937 euro

2009

2 888 944 220 euro

2010

3 324 429 964 euro

2) De Raad alleen is niet bevoegd voor budgettaire aangelegenheden (art. 15 van het Verdrag). Het Parlement en de Raad oefenen gezamenlijk de wetgevende en budgettaire functies uit (artikel 14 van het Verdrag betreffende de Europese Unie).

In de Raad wensen bepaalde lidstaten een bovengrens voor de uitgaven van het Europese Unie (EU)-budget tot in 2020 (met name de stijging van het volgende financiële kader zou onder het inflatieniveau moeten blijven). Deze visie wordt echter niet door alle lidstaten gedeeld. Sommige lidstaten zijn daarentegen van mening dat ondanks de ongunstige begrotingscontext niet vergeten mag worden dat de EU over voldoende middelen moet beschikken om haar doelstellingen te realiseren. Zij vinden verder dat het Europees budget, een investeringsbudget, op zichzelf al een crisisbestrijdingsinstrument is en om die reden behouden moet worden.

3) De verdeling van de uitgaven per rubriek in het financiële meerjarenkader is hernomen in de samenvatting met cijfergegevens van elke jaarlijkse begroting. Deze syntheses zijn beschikbaar op de website van de Europese Commissie, Algemene directie van de financiële programmering en begroting: http://ec.europa.eu/budget/. In bijlage vindt u de verdeling van de uitgaven in de ontwerpbegroting van 2011.

4) De administratieve uitgaven van de EU worden vermeld in de rubriek 5 van de EU-begroting. Dit document is beschikbaar op de website van de Europese Commissie, Algemene directie voor de financiële programmering en het budget: http://ec.europa.eu/budget/. Gemiddeld wordt 5,7 % van het budget besteed aan administratieve uitgaven.

5-6) Het is niet gebruikelijk om in de antwoorden op parlementaire vragen informatie te verstrekken over individuele vergoedingen en andere elementen die vallen onder de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Op de website van de Europese Commissie (http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CONSLEG:1962R0031:20100101:EN:PDF) kan het geachte lid de begrotingsdocumenten met de globale cijfers over de vergoedingen van de ambtenaren van Europese instellingen vinden.

7-8) Deze informatie is hernomen in het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, artikel 66 (http://ec.europa.eu/civil_service/docs/toc100_fr.pdf). De personeelsleden betalen een progressieve communautaire EU-belasting. Zij betalen ook een aanvullende speciale heffing (5,50% in 2011 en 2012) en premies op de sociale zekerheid die bijna gelijkwaardig zijn met die van Belgische werknemers. Uitzondering hierop is hun pensioenstelsel, waarvan de premie beduidend hoger ligt: 11,5 %.

9) Als minister van Buitenlandse Zaken komt het mij voor dat deze discussie het best in het Europees Parlement gevoerd kan worden.