|
|
Piratenproblematiek - Internationale piratendatabase
genetische database
Kenia
marine
piraterij
extraterritoriale bevoegdheid
gegevensbank
biometrie
DNA
veiligheid op zee
| 27/1/2011 | Verzending vraag |
| 1/6/2011 | Antwoord |
Enige tijd geleden rekenden Belgische militairen voor de kust van Kenia vermeende piraten in. Ze moesten deze echter snel vrijlaten omdat het aanhoudingsbevel ontbrak en ook wel omdat het inleveren van deze gevangenen het Belgische fregat werkloos zou maken. De geachte minister verklaarde dat de vermeende piraten enkel aan Kenia konden worden uitgeleverd, terwijl het juist daar niet lukte om de rechtbank of de onderzoeksrechter te overtuigen.
Teneinde zulke mislukte en ook wel ridicule acties te voorkomen, pleit hij voor een internationale databank met identiteitsgegevens, vingerafdrukken en DNA van gekende piraten. Daarbij stel ik me de vraag of dit pleidooi het optreden van onze Belgische militairen iets efficiënter en effectiever zal maken.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1) Waarom denkt de geachte minister dat een internationale gegevensbank over piraten de bestrijding ervan meer gericht zal maken? Klinkt het niet bevreemdend dat hij dit plan nu eerst ontwikkelt, terwijl onze militairen toch al een hele poos actief zijn met als expliciete doel het bestrijden van piraterij? Mogen we interpreteren dat de acties tot op het moment dat deze databank beschikbaar zal zijn, vooral als nutteloos en overbodig mogen worden bestempeld?
2) Waarom vroeg hij geen aanhoudingsbevel aan de Belgische gerechtelijke instanties? Waarom agendeerde hij deze aangelegenheid niet in het kader van het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie? Kan hij mij informeren over wat er is gebeurd met de piraten die werden aangehouden door de andere landen die deelnemen aan operatie Atalanta?
3) Hoe beoordeelt hij de kritische analyse dat een gegevensbank, met zulke hoog technologische specificaties als DNA, praktisch onmogelijk samen te stellen is? Daarbij mag men zich ook de vraag stellen waarom zulke databank nodig is als de opgepakte piraten, toch noodzakelijk om deze databank te maken, veroordeeld worden, en voor geruime tijd achter de tralies zullen verdwijnen?
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. De internationale gegevensbank zal het gevonden bewijsmateriaal van gepleegde misdrijven bewaren. Hierdoor zal het mogelijk zijn om door vergelijking met deze gegevensbank, een opgepakte verdachte persoon in verband te brengen met eerder gepleegde misdrijven. De vraag naar een dergelijke gegevensbank is het gevolg van de weigerachtige houding van naties om personen, verdacht van piraterij te berechten. Hierdoor werden in het verleden opportuniteiten om verdachte personen te berechten gemist. De gehouden acties van de Europese Unie hebben in afwachting van een dergelijk systeem echter een ontradend effect. Zo is de piraterij in de Golf van Aden het afgelopen jaar gehalveerd ten opzichte van het jaar voordien. Deze Europese acties zouden wel doeltreffender worden dankzij het gebruik van de internationale gegevensbank.
1. Op 29 november 2011 heeft het Belgische fregat Louise-Marie zeven vermoedelijke piraten opgepakt, waarvan één vermoedelijke piraat op verzoek van de onderzoeksrechter werd overgebracht naar België voor zijn vermeende betrokkenheid bij de kaping van het koopvaardijschip ‘Pompei’ in 2009. Een aanhoudingsbevel werd opgesteld. De andere zes verdachten werden in vrijheid gesteld omdat het Federaal Parket besliste geen vervolging in te stellen en omdat geen staat in de regio bereid was de vermoedelijke piraten op zijn grondgebied te vervolgen.
De aan Defensie toegewezen opdracht in het kader van deze operatie werd op professionele wijze uitgevoerd conform het nationaal en internationaal recht. De bevoegdheid om al dan niet een vervolging in België in te stellen tegen de vermoedelijke daders van piraterij, behoort niet tot de bevoegdheid van het ministerie van Defensie maar is een exclusieve bevoegdheid van de Belgische gerechtelijke overheden, in voorkomend geval van buitenlandse gerechtelijke autoriteiten.
2. De gegevensbank zou door Interpol kunnen worden beheerd en gevoed door bewijsmateriaal dat verzameld wordt op de plaatsen van het delict. De primaire doelstelling hierbij is om in een later stadium de gegevens van verdachte personen te kunnen vergelijken met de gegevens verzameld tijdens voorgaande misdrijven. Hierdoor kan de nodige bewijslast verzameld worden die een proces tegen de persoon in kwestie mogelijk maakt.