Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8749

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 17 april 2013

aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken

Bitcoin - Gebruik - Controle en toezicht - Wetgeving - Witwassen

witwassen van geld
elektronisch betaalmiddel
deviezen
belastingfraude
virtuele munteenheid

Chronologie

17/4/2013Verzending vraag
24/7/2013Rappel
31/7/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8749 d.d. 17 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bitcoin is een vorm van elektronisch geld. In tegenstelling tot de meeste valuta is Bitcoin niet afhankelijk van het vertrouwen in een centrale uitgevende instelling. Door de crisis, de stijgende inflatie, en het onzeker monetair beleid van 's werelds belangrijkste centrale banken is dit digitale geld aan een steile doch wispelturige opmars bezig. Maar er schuilt ook een potentieel gevaar in omdat het aan elke controle en toezicht is onttrokken.

Hierover de volgende vragen.

1) Is de geachte minister bekend met het fenomeen van de bitcoin? Deelt hij de bezorgdheid van sommigen over de woelige waardeontwikkeling van dit betaalmiddel gekoppeld aan het beperkte toezicht op dit systeem? Schuilen er volgens hem gevaren in het gebruik van bitcoin en acht hij het zijn taak om de bevolking hiervan op de hoogte te brengen?

2) Wat is de opvatting van de minister en van de Belgische Nationale Bank over het gebruik en opkomst van parallelle betaaleenheden? Wat is die specifiek met betrekking tot bitcoin?

3) Is het private partijen onder Europees of nationaal recht toegestaan een alternatieve (digitale)betaaleenheid te ontwikkelen en commercieel (op grote schaal) te ontplooien? Hoe verhoudt de bitcoin zich tot de Belgische wetgeving? Valt de bitcoin onder de Belgische belastingswetgeving?

4) Heeft de minister enig (over)zicht op het gebruik van bitcoin in België en door Belgen?

5) Wordt er toezicht gehouden op het mogelijke gebruik van bitcoins als instrument voor het witwassen van crimineel geld of het oppotten van zwart geld?

Antwoord ontvangen op 31 juli 2013 :

Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord op vraag 5-8723 van 16 april 2013 gesteld door senator Martine Taelman.