Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8703

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 12 april 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Schijnhuwelijken - Samenwerking tussen betrokken autoriteiten - Organisatie cel schijnhuwelijken

schijnhuwelijk
gemeentepolitie

Chronologie

12/4/2013Verzending vraag
24/7/2013Rappel
20/8/2013Antwoord

Verwantschap met een andere vraag : schriftelijke vraag 5-8704

Vraag nr. 5-8703 d.d. 12 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Hoewel er op 26 februari 2013 een nieuw wetsontwerp ingediend is door de federale regering om de strijd aan te gaan tegen schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen, rijzen er nog vragen rond de procedures in de samenwerking tussen de ABS, de Dienst Vreemdelingenzaken, het parket en de politie.

Zo stelt artikel 167, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek dat de ABS in totale autonomie beslissingen kan nemen op basis van een eigen onderzoek, maar soms ook de diensten van de politie en het parket inschakelt. Daarnaast kunnen in sommige steden ambtenarendiensten gebruik maken van een - door de lokale politie - opgerichte gespecialiseerde cel "schijnhuwelijken", terwijl andere steden hier geen beroep op kunnen doen.

Graag kreeg ik in dit kader antwoord op de volgende vraag :

Recente berichten geven aan dat het nieuwe wetsontwerp grote gevolgen zal hebben voor het personeelsbestand binnen de cel schijnhuwelijken. Acht de minister het dan niet mogelijk om de organisatie van de cel schijnhuwelijken te organiseren op het niveau van arrondissementen, provincies of regio's? Dit zou alvast schaalvoordelen bieden en misschien een gelijke behandeling in het hele land bewerkstelligen.

Antwoord ontvangen op 20 augustus 2013 :

Ik vestig er de aandacht op van het geachte lid dat de aangehaalde problematiek tot de bevoegdheden behoort van mijn collega, de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie.