Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8536

van Louis Ide (N-VA) d.d. 18 maart 2013

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Arbeidsongeschiktheid - Gedeeltelijke werkhervatting - Overzicht

arbeidsongeschiktheid
geografische spreiding
officiële statistiek
deeltijdarbeid
ziekteverzekering
invaliditeitsverzekering

Chronologie

18/3/2013Verzending vraag
20/11/2013Herkwalificatie
20/1/2014Antwoord

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4287

Vraag nr. 5-8536 d.d. 18 maart 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Deze vraag herneemt schriftelijke vraag 5-5627 inzake de progressieve werkhervatting, maar peilt naar meer recente gegevens.

Volgens de reglementering betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, kan een arbeidsongeschikte gerechtigde de toestemming krijgen om een activiteit uit te oefenen tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid. In principe bepaalt de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling welke arbeid betrokkene mag hervatten, alsook het toegelaten werkvolume. Het hervatten van deze toegelaten activiteit kan uitmonden in een volledige tewerkstelling, maar dit is niet noodzakelijk. Het kan zijn dat, omwille van de gezondheidstoestand van de betrokkene, een deeltijdse activiteit het hoogst haalbare is.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Het aantal arbeidsongeschikten (totaal aantal gevallen van PAO + invaliden) voor de jaren 2011 en 2012 per gewest (rekening houdend met de woonplaats van de gerechtigde);

2) Het aantal toestemmingen tot gedeeltelijke werkhervatting voor de jaren 2011 en 2012;

a) Per gewest met opsplitsing van de toestemmingen die verleend werden tijdens de periode van PAO en degene die verleend werden tijdens een periode van invaliditeit;

b) Per gewest met opsplitsing van de toestemmingen die verleend werden in de algemene regeling (100,§2 van de wet van 14 juli 1994) en degene die verleend werden in het regime van de zelfstandigen (20, 23 of 23bis van het koninklijk besluit van 20 juli 1971).

3) Hoeveel arbeidsongeschikte gerechtigden keerden na een progressieve werkhervatting tijdens een periode van primaire arbeidsongeschiktheid terug naar een volledige tewerkstelling in de jaren 2011 en 2012?

a) Cijfers per gewest.

b) Hoeveel gerechtigden waren 3 maanden na deze terugkeer nog aan het werk?

c) Hoeveel gerechtigden waren 6 maanden na deze terugkeer nog aan het werk?

4) Hoeveel arbeidsongeschikte gerechtigden keerden na een progressieve werkhervatting tijdens een periode van invaliditeit terug naar een volledige tewerkstelling in de jaren 2011 en 2012?

a) Cijfers per gewest.

b) Hoeveel gerechtigden waren 3 maanden na deze terugkeer nog aan het werk?

c) Hoeveel gerechtigden waren 6 maanden na deze terugkeer nog aan het werk?

Antwoord ontvangen op 20 januari 2014 :

In antwoord op de gestelde vraag om uitleg, heb ik de eer het achtbare lid het volgende mee te delen:

Als bijlage 1 wordt het aantal gevallen van primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit, per gewest, weergegeven voor de dienstjaren 2011 en 2012.

Als bijlage 2 wordt het aantal toestemmingen tot gedeeltelijke werkhervatting weergegeven. Deze gegevens worden opgesplitst per regeling en gewest met de aanduiding of de activiteit werd aangevangen in de periode van primaire arbeidsongeschiktheid dan wel in de periode van invaliditeit. In de regeling voor zelfstandigen werd het aantal toelatingen onderverdeeld in functie van de wettelijke basis (artikel 23,23bis en 20bis). Deze detailgegevens wordt meegedeeld voor de jaren 2011 en 2012.

Het aantal personen die na een toegelaten activiteit het werk voltijds hervatten, wordt per gewest, per regeling en per wettelijke basis voor de jaren 2011 en 2012 meegedeeld in bijlage 3. Hierbij wordt het aantal voltijdse werkhervattingen opgesplitst naargelang de toegelaten activiteit is aangevangen in de periode van primaire arbeidsongeschiktheid of in de periode van invaliditeit.

Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) heeft geen informatie over hoeveel gerechtigden na drie en zes maanden nog aan het werk zijn.

De door het geachte lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.”