Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8271

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 20 februari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

De openlijke oorlog tussen topfunctionarissen van de Gentse politie

gemeentepolitie

Chronologie

20/2/2013Verzending vraag
15/4/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2873

Vraag nr. 5-8271 d.d. 20 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent berichtten de media uitgebreid met de meest somptueuze details, hoe de toppolitieofficieren van het Gentse korps elkaar het leven zuur maken. De zoveelste etappe in een langgerekte strijd tussen personen met een hoog "publiek ambt".

Wellicht bestaan er in vele politiekorpsen, zoals in vele menselijke verbanden, ernstige spanningen tussen erg ambitieuze en gedreven collega's. Blijkbaar is dit dit normaal. De politie wijkt hier niet af van andere professionele systemen. Toch vraag ik de minister aandacht voor dit specifieke verhaal. Het gaat hier immers over de politie, een systeem dat - zoals Justitie en bij uitbreiding de hele overheid - nood heeft aan vertrouwen en respect vanwege de burgers. Daarnaast gaat het om een moddergevecht dat in het publiek wordt gevoerd. De hoge politieambtenaren aarzelen niet om hun twisten "en plein public" te etaleren. Uiteraard hebben ook zij recht op een faire rechtsgang, maar de aanhoudende rechtszaken die zij elkaar aandoen, nemen de vorm aan van een soap. Beschuldigingen over en weer, van pesterijen tot schenden van zwijgplicht, leiden steeds opnieuw naar grote krantenkoppen en alles wat daarbij hoort.

Kortom, de manier waarop deze topfunctionarissen met elkaar en hun korps omgaan, wekt meer dan het vermoeden dat dit korps wordt geleid door een gezelschap dat zich hoofdzakelijk bezighoudt met het elkaars leven onmogelijk te maken. Deze diepe, openlijke en aanhoudende twisten moeten onvermijdelijk een invloed hebben op het hele korps. Dat deze broederstrijd openlijk wordt uitgevochten , beschadigt het imago van een serene, adequate en slagkrachtige politie. Niet alleen in Gent.

Beaamt de minister mijn analyse dat de wijze waarop de leden van de politietop van het Gentse korps elkaar voortdurend, aanhoudend en vooral "en plein public" het leven zuur maakt, op nefaste wijze de slagkracht, maar ook het imago van de politie beschadigt? Staat de minister hier machteloos, beschikt zij niet over en methodes om dit gehakketak een halt toe te roepen en de betrokken ambtenaren met kracht te wijzen op het spoor van vernieling dat zij veroorzaken? Kunnen deze topofficieren niet tot de orde worden geroepen voor de onverantwoorde wijze waarop zij hun ongenoegen, het onrecht dat zij percipiëren, hun gekrenkte eergevoelens of gefnuikte carrières zonder terughoudendheid ventileren?

Bewijst dit intrieste verhaal dat er nieuwe instrumenten nodig zijn waarmee een minister in zulke desastreuze gevallen ter bescherming van het imago en de slagkracht van onze politie kan of moet optreden,?

Antwoord ontvangen op 15 april 2013 :

Net zoals u betreur ik dat eventuele geschillen tussen politieambtenaren openbaar via de pers worden betwist. 

Het komt echter in de eerste plaats aan de lokale politieoverheid toe om een oplossing te vinden voor dit conflict, in overleg met de betrokken hoofdcommissaris en met de korpschef. 

De lokale overheid kan, als gewone tuchtoverheid, tevens nagaan of in de gegeven omstandigheden tuchtinbreuken werden begaan. 

Ik heb desbetreffend nog geen signaal ontvangen van de burgemeester van Gent. 

Ik vind het om deze redenen nog niet opportuun om dit dossier als hogere tuchtoverheid te evoceren. Indien dit nodig moest zijn zal ik in deze mijn verantwoordelijkheid nemen.