Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8244

van Louis Ide (N-VA) d.d. 20 februari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De thesaurie van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging

ziekteverzekering
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid

Chronologie

20/2/2013Verzending vraag
11/3/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3073

Vraag nr. 5-8244 d.d. 20 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Voor een goed beheer van de dagelijkse uitgaven van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen is het zeer belangrijk deze uitgaven goed in te schatten om zo eventuele tekorten in liquiditeiten te ondervangen.

In dit kader had ik van de minister graag het volgende vernomen:

1) Wat waren in 2011 de gemiddelde dagelijkse thesaurievereisten van de verplichte verzekering?

2) Door welke bronnen werden de thesaurievereisten gedekt?

3) Wat was het aandeel van elke voornoemde bron in de totale thesaurievereisten?

Antwoord ontvangen op 11 maart 2013 :

De thesaurie van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) is gebaseerd op de jaarlijkse begroting van de Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (ZIV) zoals die voortvloeit uit de begrotingen van de sectoren geneeskundige verzorging en uitkeringen. Jaarlijks wordt een thesaurieplan opgesteld dat wordt aangepast bij elke herziening van de begrotingen van de sectoren.

Dat jaarlijkse thesaurieplan wordt vervolgens uitgesplitst per maand, rekening houdende met de aard van de geplande inkomsten en uitgaven. Voor de eigen inkomsten van het RIZIV doet men een beroep op een gemiddeld maandbedrag dat gebaseerd is op de realisaties van de drie voorgaande jaren. Voor de alternatieve financiering ontvangt het RIZIV van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën een betalingsplan met de bedragen en stortingsdata voor elk dienstjaar. Rekening houdende met al die elementen worden de financieringsbehoeften door de globale beheren (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) en Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandige RSVZ)) opgesteld.

Ten slotte worden de maandelijkse thesaurievooruitzichten omgezet in wekelijkse en dagelijkse tabellen om precies te bepalen op welke data aan de globale beheren de bedragen worden gevraagd die nodig zijn voor de dekking van de thesaurie van het RIZIV.

De dagelijkse behoeften aan financiering worden elke dag verfijnd rekening houdende met de werkelijk ontvangen bedragen, de betalingsorders die uitgaan van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging en de Dienst voor Uitkeringen en ten slotte de stortingen of de opnames door de verzekeringsinstellingen van de bedragen die worden geregistreerd in de lopende rekening van de liquiditeitsoverschotten (wachtreserves).

De bedragen die het RIZIV heeft gestort in het raam van de financiering van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, met inbegrip van zijn eigen werkingskosten bedroegen in 2011 34 593 105 duizend euro dit is een gemiddeld dagbedrag van 138 372 duizend euro waarbij men zich baseert op een gemiddelde van 250 dagen waarvoor men thesauriebewegingen per jaar registreert.

In de volgende tabel zijn de verschillende financieringsbronnen en hun relatieve aandeel voor de dekking van de behoeften van het jaar 2011 vermeld.

Financieringsbronnen

Bedragen (in duizenden €)

%

Globaal Beheer RSZ

25.838.349

74,69

Globaal Beheer RSVZ

  2.381.730

  6,88

Alternatieve financiering – FOD Financiën

  2.612.545

  7,55

Transfer RSVZ – Art 7 K.B. 18.11.96

     123.371

  0,36

L/R Liquiditeitsoverschotten

     937.358

  2,71

Eigen ontvangsten

  2.564.028

  7,41

Belegging Staat op 31/12

     135.724

  0,39

Totaal

34.593.105