Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8179

van Yoeri Vastersavendts (Open Vld) d.d. 19 februari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Nationale Bank van België - Goudreserves - Fysieke locatie - Waarde - Eventuele verkoop

centrale bank
deviezenreserve
goud
schatkist
Eurosysteem

Chronologie

19/2/2013Verzending vraag
29/3/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8179 d.d. 19 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Overeenkomstig artikel 9bis van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België (NBB), worden de officiële externe reserves van de Belgische Staat, waartoe de goudvoorraad behoort, aangehouden en beheerd door de Nationale Bank. De fysieke opslag van de goudvoorraad is verspreid over de locaties Londen, Ottawa en Bazel. De Nationale Bank geeft nooit informatie over de precieze hoeveelheid die op elk van deze locaties wordt bewaard maar het grootste gedeelte bevindt zich in Londen, waar de voorraad op maandelijkse basis wordt gecontroleerd en geïnventariseerd.

Die informatie is niet zonder belang gezien diverse Duitse kranten berichten dat Duitsland overweegt zijn goudvoorraad terug in eigen beheer te nemen en het fysiek op te slaan binnen zijn landsgrenzen. Ook andere landen overwegen dat.

Uit de jaarrekening van de Nationale Bank blijkt dat, in 2011, gemiddeld 84,3 ton van het goud werd uitgeleend. De NBB ontvangt als waarborg vastrentende effecten met uitstekende kredietkwaliteit, waarvan de waarde, rekening houdend met haircuts en marge-opvragingen, steeds de totale waarde dekt van de uitleningen in goud. In de jaarrekening van de NBB leest u dat de goldlending in 2011 gebeurde tegen een onderpand ter dekking van 104 % van het kredietrisico.

Als lid van het Eurosysteem maakt de Nationale Bank deel uit van de centrale banken die in augustus 2009 het zogenaamde goudakkoord (Joint Statement on Gold) hebben gesloten. Het huidige akkoord dat voor 5 jaar werd afgesloten (2009 - 2014) en een vorig akkoord (2004 - 2009) vervangt, bepaalt onder meer dat de ondertekenende instellingen met elkaar overleg zullen plegen betreffende hun goudverkopen en dat de jaarlijkse verkopen niet meer zullen bedragen dan 400 ton en de totale verkopen over de periode van 5 jaar 2000 ton niet zullen overschrijden.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Kan de NBB toelichten of onze fysieke goudvoorraad nog steeds wordt bewaard in Londen, Ottawa en Bazel ? Kan worden toegelicht waarom voor deze locaties werd gekozen? Hoeveel bedraagt het totaal aantal ton goud?

2) Kan de NBB aangeven hoeveel de jaarlijkse kost van bewaring bedraagt en of zij zinnens is naar onder meer het Duitse voorbeeld een deel van deze voorraad terug in eigen land te bewaren? Zo neen, waarom niet?

3) Kan worden toegelicht welke type vastrentende effecten met uitstekende kredietkwaliteit worden aangeleverd als borg? Betreft het obligaties van landen en zo ja, over welke landen gaat het?

4) Kan u zeer gedetailleerd meedelen hoeveel het uitlenen van die goudvoorraad jaarlijks opbrengt?

5) Hoeveel bedraagt de actuele waarde van de goudvoorraad?

6) Gezien de nieuwe "Joint Statement on Gold" ter onderhandeling zal voorliggen had ik graag vernomen of de NBB zinnens is een deel van de waardestijging van het goud om te zetten en vast te klikken door verkoop of een andere methode? Zo neen, waarom niet? Zo ja, om welke hoeveelheden en of bedrag gaat het?

7) Overweegt de minister aan hedging van de goudvoorraad te doen om een hoger rendement te halen?

8) Kan hij gedetailleerd weergeven hoeveel mensen aan risicomanagement doen wat betreft het uitlenen van onze goudvoorraad en meer specifiek de kwaliteit opvolgen van de in borg gegeven effecten? Is het niet aangewezen om hieromtrent rechtstreeks te rapporteren in het jaarverslag?

9) Acht de minister het niet raadzaam zich (deels) in te dekken tegen een eventuele daling van de goudprijs? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kan hij dit uitvoerig toelichten en aangeven of die mogelijkheid reeds werd besproken met de regenten van de Nationale Bank?

Antwoord ontvangen op 29 maart 2013 :

1) Het grootste gedeelte van de 227.5 ton die de goudvoorraad van de Nationale Bank van België omvat, wordt aangehouden bij de Bank of England. Een veel kleinere hoeveelheid wordt aangehouden bij de Bank of Canada en bij de Bank voor Internationale Betalingen. Een zeer beperkte hoeveelheid is opgeslagen in de Nationale Bank van België (NBB). Details over de precieze hoeveelheden goud die bij elk van deze instellingen wordt bewaard, worden niet verstrekt.

De NBB houdt, niet alleen om redenen van historische aard, maar ook omwille van de efficiëntie haar goud aan bij voornoemde centrale banken. Deze centrale banken verstrekken een gespecialiseerde dienstverlening inzake goudbewaring. Bovendien is de goudmarkt vooral gelokaliseerd in Londen.

2) Net zoals voor het aanhouden van effecten bewaarlonen betaald moeten worden, brengt het stockeren van goud inderdaad een al bij al zeer beperkte kost met zich mee.

De Nationale Bank ziet op dit moment geen reden om de spreiding van de goudreserves te wijzigen.

3) De NBB ontvangt als waarborg vastrentende overheidseffecten met uitstekende kredietkwaliteit uitgegeven door de VS, Duitsland, Frankrijk en België en met een resterende looptijd van maximum tien jaar. De waarde van de waarborgen, na toepassing van een marge voor eventuele waardeverminderingen, de zogenaamde “haircut”, dekt steeds de totale marktwaarde van de uitleningen in goud, rekening houdend met marge-opvragingen die kunnen gebeuren.

Zoals voor andere gewaarborgde transacties het geval is, gebeurt er een dagelijkse mark-to-market van ontvangen waarborgen en uitstaande posities.

4) De opbrengsten van de goudleningen bedroegen voor de boekjaren 2012 en 2011 respectievelijk 11,6 en 6,8 miljoen euro.

5) De marktwaarde van de goudvoorraad bedroeg op 31 december 2012, 9,2 miljard euro.

6) en 7) De huidige “Central Bank Gold Agreement”, een akkoord tussen de centrale banken van het Eurosysteem plus Zweden en Zwitserland over hun goudvoorraden is gestart op 27 september 2009 en loopt nog tot september 2014.

De Bank communiceert niet over eventuele intenties met betrekking tot de goudreserves.

8) Het risico- en waarborgenbeheer met betrekking tot de goudleningen vormt een onderdeel van het gehele risicobeheer van de Bank, waarover in het Jaarverslag van de Bank wordt gerapporteerd. Het is niet evident om een deel van het personeelsbestand werkzaam in het risico- en waarborgenbeheer aan deze specifieke activiteit toe te wijzen. Het aantal ingezette personen is daarenboven geen relevant criterium voor de kwaliteit van het risicobeheer.

9) De Bank communiceert niet over eventuele intenties met betrekking tot de goudreserves.