Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-806

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 29 december 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Diplomatische beweging - Toewijzing van nieuwe posten - Criteria

personeel in diplomatieke dienst
ambassade
consulaat

Chronologie

29/12/2010Verzending vraag
24/2/2011Antwoord

Vraag nr. 5-806 d.d. 29 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Zoals de minister weet, vertrekt een deel van onze diplomaten elk jaar naar een nieuwe post. Ook dit jaar was er opnieuw een diplomatieke beweging.

Er werden onlangs nieuwe ambassadeurs benoemd voor Frankrijk, Nederland, Duitsland, Griekenland, Slovakije, Argentinië, Azerbeidjan, Oman en Sierra Leone.

De manier waarop de diplomaten aan hun post worden toegewezen is weinig transparant voor het algemene publiek. De grote verantwoordelijkheid die een diplomaat in het buitenland draagt, vergt dat hij of zij over uitmuntende vaardigheden beschikt op politiek, diplomatiek, financieel en economisch vlak.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Diplomaten kunnen zelf enkele keuzes opgeven bij de dienst Personeel en Organisatie van de FOD Buitenlandse Zaken. In welke mate worden hun eerste en tweede keuzes gerespecteerd en heeft de minister daar enige cijfers over?

2. Op basis van welke criteria worden diplomaten naar een bepaalde post gestuurd. Heeft dit te maken met de kennis van de lokale taal, hun universitaire opleiding of, zeker bij ervaren diplomaten, hun kennis van het land of de regio?

3. Er zijn grote verschillen in de carrières van onze beroepsdiplomaten. Is er een vast systeem waar dat 'hardship' posten beloond worden met populairdere bestemmingen?

4. Wanneer diplomaten tijdelijk gedetacheerd worden naar de beleidscel van een minister, geldt dit als een periode op het hoofdbestuur of mogen zij onmiddellijk na hun terugkeer naar de administratie opnieuw op post vertrekken?

5. Heeft hij recente cijfers over het aantal gedetacheerde diplomaten op beleidscellen en van hun volgende posten? Graag kreeg ik een overzicht van de afgelopen tien jaar.

6. Naast over diplomatieke rangen beschikken de "ambtenaren van de buitendienst" ook over administratieve niveaus. Hoe worden die toegekend, en hebben ze een invloed op de toekenning van een bepaalde post?

Antwoord ontvangen op 24 februari 2011 :

1. Om de jaarlijkse beweging van diplomaten, kanseliers en attachés voor internationale samenwerking te kunnen voorbereiden vraagt de Directie voor het Buitenlands Personeel aan de ambtenaren van de buitenlandse carrières om elk najaar een persoonlijke vragenlijst in te vullen. Daarmee kunnen zij hun wensen en motivatie voor een volgende post te kennen geven en ook aandacht vragen voor bijzondere situaties zoals van familiale of medische aard, het onderwijs van de kinderen, enz.

Voor de toewijzing van de posten wordt in de mate van het mogelijke rekening gehouden met de wensen van deze ambtenaren. De meeste ambtenaren die deel uitmaken van de beweging bekomen een post die voorkomt op hun voorkeurslijst (minimum vijf en maximum acht posten) of een andere post waarmee ze akkoord gaan. Er worden geen statistieken bijgehouden over het aantal ambtenaren van de buitenlandse diensten dat de post van eerste of tweede voorkeur wordt toegewezen omdat niet iedereen zijn of haar posten in een orde van voorkeur rangschikt.

2. Meerdere criteria worden gehandhaafd voor toewijzing aan een welbepaalde post. In de eerste plaats zijn er de noden van de dienst. Daarnaast spelen ook mee: de voorkeur, motivatie en bijzondere verzoeken van de diplomaat zelf (familiaal, medisch….), zijn of haar professionele ervaring en functioneren in vorige posten of diensten van het Hoofdbestuur, zijn of haar managementkwaliteiten als posthoofd, zijn administratieve klasse, enz. Er wordt vooral op toegezien dat de juiste persoon op de juiste plaats terecht komt.

3. Het spreekt voor zich dat een diplomaat die zijn functie heeft uitgeoefend in een moeilijke post (hardship) vervolgens naar een comfortabelere post kan gezonden worden als dit past in het kader van het belang van de dienst en dat zijn of haar wens is.

4. Na twee opeenvolgende posten in het buitenland, dit is een verblijf van zes tot acht jaar, wordt een diplomaat in principe voor drie jaar toegevoegd aan het Hoofdbestuur. Na die drie jaar heeft de diplomaat voorrang voor een nieuwe aanwijzing op post voor zover het belang van de dienst dit toelaat en hij of zij beantwoordt aan de criteria voor de te begeven functie.

Diplomaten kunnen op verzoek van een minister, en met akkoord van de minister van Buitenlandse Zaken, gedetacheerd worden naar een beleidscel. Wanneer hun opdracht, die van korte of lange duur kan zijn, eindigt, worden zij in principe hetzij toegevoegd aan het Hoofdbestuur hetzij terug op post gestuurd en vervolledigen zij hun gebruikelijke periode alvorens opnieuw voorrang te hebben om op post te vertrekken of naar het departement terug te keren. Overigens dient hier ook verwezen te worden naar artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 april 1956 tot vaststelling van het statuut der personeelsleden van deze Federale Overheidsdienst (FOD) dat zegt: “de ambtenaren van de carrière Buitenlandse Dienst en van de carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking en van de Kanselarijcarrière zijn gehouden het ambt uit te oefenen dat hun, hetzij in het buitenland, hetzij bij het Hoofdbestuur, wordt opgedragen”.

5. Begin januari 2011 waren er vierentwintig diplomaten tijdelijk gedetacheerd naar de beleidscel van een federaal minister of Staatssecretaris. Van deze diplomaten beëindigen er vier binnenkort hun opdracht op een beleidscel. Zij vertrekken, in het kader van de uitgestelde diplomatieke beweging van 2010 en van een onverwacht vrijgekomen post, op post naar Den Haag, Athene, Genève en Montreal.

Het door het geachte lid gevraagde overzicht over de afgelopen tien jaar van het aantal gedetacheerde diplomaten op beleidscellen en van hun volgende posten zal ter zijner beschikking zijn op mijn departement.

6. In de carrière van de Buitenlandse Dienst (de diplomatieke carrière genoemd) zijn er vier administratieve klassen. Na de twee jaar durende diplomatieke stage hebben de examens voor vaste benoeming plaats en worden de laureaten tot de vierde administratieve klasse toegelaten. Na negen jaar graadanciënniteit in die klasse kan de diplomaat, op voorstel van het Directiecomité en met goedkeuring van de minister van Buitenlandse Zaken en wanneer het personeelsplan het toelaat, door de Koning bevorderd worden tot de derde administratieve klasse. Na vijf jaar graadanciënniteit in deze klasse kan de diplomaat volgens dezelfde procedure bevorderd worden tot de tweede administratieve klasse. Na zes jaar graadanciënniteit tenslotte kan de diplomaat volgens dezelfde procedure bevorderd worden tot de eerste administratieve klasse.

De functies van posthoofd worden in principe uitgeoefend door diplomaten behorend tot de eerste of tweede administratieve klasse, maar uitzonderingen zijn mogelijk. Ambassadeurs en consuls-generaal worden per koninklijk besluit aangesteld.