Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8010

van Willy Demeyer (PS) d.d. 4 februari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Civiele Veiligheid - Hervorming - Financiering

burgerbescherming
brandbestrijding
eerste hulp
geneeskundige noodhulp
lokale financiën

Chronologie

4/2/2013Verzending vraag
18/6/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8010 d.d. 4 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

Op 15 mei 2007 heeft de Koning het wetsontwerp betreffende de civiele veiligheid bekrachtigd. Die kaderwet bepaalt de organisatieprincipes van de niet-politionele hulpdiensten en vervangt het juridische kader dat gebaseerd was op de wet van 31 december 1963.

Het is de bedoeling van de minister dat de hervorming in de loop van 2013 operationeel wordt. Een van zijn prioriteiten is met name de financiering van de civiele veiligheid.

In dat raam werd een werkgroep Financiering opgericht die is samengesteld uit experts uit verschillende milieus: de administratie, veldwerkers, vertegenwoordigers van de federaties van brandweerkorpsen,...

De werkgroep staat in voor de uitvoering van alle financiële en budgettaire bepalingen in de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid

De werkgroep financiering heeft onder andere als taak

a) de bepaling van de huidige financiering van de brandweerdiensten door de gemeenten en de bepaling van de begrotingsmiddelen die door de staat ter beschikking worden gesteld (uitvoering van artikel 67)

b) de vaststelling en de betaling van de federale dotatie en van de gemeentelijke dotaties aan de hulpverleningszones (uitvoering van de artikelen 68 en 69);

c) de evaluatie van de financiële weerslag van de invoering van de hulpverleningszones.

In dat verband had ik u graag volgende vragen willen stellen:

1) Hoeveel keer heeft de werkgroep Financiering al vergaderd? Heeft hij de taken al afgewerkt waarvoor hij is opgericht?

2) Kan de geachte minister me een tabel bezorgen die voor elke gemeente, ten eerste, de bevolkingsdichtheid aangeeft, en, ten tweede, de kosten per inwoner berekend op basis van de dotatie die in de gemeentebegroting is ingeschreven? Gelieve de gemeenten die hun brandweer in één gemeenschappelijke dienst organiseren, te groeperen.

3) Hoe hoog worden de kosten voor de hervorming geschat en op grond van welke vaststellingen werd die schatting gemaakt?

4) Voor de verdeling van de federale dotatie over de hulpverleningszones werd in het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende toekenning van een federale dotatie aan de prezones bedoeld in artikel 221/1 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid een budgettaire verdeelsleutel vastgelegd. De formule is dezelfde als de formule die werd gebruikt voor de prezones tussen 2010 en 2011.

Werd ervoor gekozen om de coëfficiënten te wijzigen en om bijvoorbeeld een groter gewicht toe te kennen aan de risico's (momenteel 10%) of de actieve bevolking (momenteel 15%) en een kleiner gewicht aan de bevolking (momenteel 70%)? Het zou gerechtvaardigd kunnen zijn om het evenwicht op die manier te herstellen, als men ervan uitgaat dat de federale dotatie dient om de activiteiten te dekken terwijl de gemeentelijke dotaties dienen om de bevolking te dekken.

5) De inschrijving van de gemeentelijke dotaties op de gemeentebegrotingen is in de timing van de hervorming opgenomen voor het eerste semester van 2013.

Welke verdeelsleutel moet worden toegepast als de gemeenten van eenzelfde zone geen akkoord bereiken? Heeft de werkgroep nu bijna een oplossing voor dat probleem uitgewerkt en ligt er een koninklijk besluit klaar?

Antwoord ontvangen op 18 juni 2013 :

  1. De werkgroep financiering maakte, net zoals de andere werkgroepen, deel uit van een grotere projectstructuur die was opgericht opdat specifieke onderwerpen behandeld konden worden door mensen met een bepaalde expertise. Tussen eind 2007 en juni 2009 is deze werkgroep op zeer regelmatige basis samengekomen. Eind juni 2009 werd door het stuurcomité beslist dat, met de oprichting van het kenniscentrum voor de civiele veiligheid (KCCE), deze projectstructuur verlaten kon worden. Zoals door het stuurcomité beslist werd, heeft deze werkgroep de haar toevertrouwde opdrachten tot een goed einde gebracht. De verdere opvolging ervan wordt nu verzekerd door mijn administratie, in samenwerking met de experts van het KCCE.

  2. Aangezien er heden nog geen gemeentelijke dotatie werd ingeschreven op de gemeentebegroting – zie vraag 5 – kan ik u geen gegevens bezorgen over de kost per inwoner, berekend op basis van een gemeentelijke dotatie.

  3. Ik beschik over verschillende simulaties aan de hand waarvan de kost van de hervorming berekend werd. Elk van deze simulaties is gebaseerd op andere uitgangspunten of een combinatie van uitgangspunten. Bijgevolg hangt de kost van de hervorming af van de keuzes die door de regering gemaakt zullen worden. Aangezien ik daar vandaag nog geen zekerheid over heb, kan ik u ook nog geen duidelijkheid geven over de uiteindelijke kost van de hervorming.

  4. Sinds de besprekingen over de verdeelsleutel voor de subsidies OPZ heeft mijn administratie, door de contacten met het terrein in het kader van de prezones, kennis kunnen nemen van verschillende voorstellen tot verbetering van de verdeelsleutel. Onder deze voorstellen bevond zich ook uw opmerking betreffende het aandeel van de risico’s in de verdeelsleutel. Ik kan u meedelen dat de Ministerraad een evaluatie van de verdeelsleutel gevraagd heeft. Om hieraan tegemoet te komen werd op het niveau van mijn kabinet in eerste instantie een groep van experts opgericht om de risico’s te evalueren. Deze groep is samengesteld uit leden van verschillende brandweerdiensten. Deze samenstelling garandeert dat de verschillende risico’s vertegenwoordigd worden. Er zal met andere woorden zeker de nodige aandacht besteed worden aan de parameter risico. In een volgend stadium zal de verdeelsleutel in haar geheel geëvalueerd worden door de regering. Het is bijgevolg niet uitgesloten dat de verdeelsleutel wordt gewijzigd.

  5. In 2012 zijn grote inspanningen geleverd om zowel rechtspersoonlijkheid, als een federale dotatie toe te kennen aan de prezones. Eind 2012 zijn we hier ook in geslaagd. Artikel 68 van de wet, dat de gemeentelijke dotatie aan de prezone regelt, is bijgevolg nog niet in werking getreden. De inschrijving van een gemeentelijke dotatie op de gemeentebegroting staat hierdoor nog niet op de agenda voor 2013. De prezoneraad moet weliswaar jaarlijks een begroting indienen , maar deze begroting heeft betrekking op het gebruik van de federale dotatie.