Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7967

van Sabine Vermeulen (N-VA) d.d. 24 januari 2013

aan de minister van Landsverdediging

Militaire infrastructuur - Gebruik door burgers - Band burger en Defensie - Beleid

krijgsmacht

Chronologie

24/1/2013Verzending vraag
28/2/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7967 d.d. 24 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Onder het bewind van uw voorganger André Flahaut konden burgers gebruik maken van legerinfrastructuur. Ze mochten klimmen in Marche-les-Dames of duikles nemen bij de marine. Bij hun aanvraag dienden ze dan wel een motivatie te voegen waaruit het belang voor het leger bleek. Dit beleid was echter vaak omstreden.

Uit een vraag in 2004 van Jean-Marie Dedecker, toen nog senator voor de VLD, bleek zelfs dat een duikclub uit Nijvel de toestemming kreeg om op de mijnenveger M924 Primula met de marine mee te trainen, te varen en te duiken.

Uw voorganger omschreef dit PR-offensief als een soort van solidariteit, waarbij de middelen en infrastructuren van Defensie, zolang ze niet worden aangewend voor militaire operaties of de voorbereiding daarop, zoveel als mogelijk ten dienste moeten staan van de burger-gemeenschap.

Hierover de volgende vragen:

1) Voert Defensie nog steeds een soortgelijke politiek, waarbij burgers op aanvraag gebruik kunnen maken van militaire infrastructuur of middelen? Zo ja, kan de geachte minister een overzicht geven van de laatste vijf jaar met daarbij duiding van de specifieke aanvraag, de aanvrager, en de totale (geschatte) kostprijs hiervan?

2) Hoe evalueert hij dit initiatief dat door zijn voorganger werd ingevoerd? Is dit een efficiënte manier om de band tussen burger en Defensie te versterken?

Antwoord ontvangen op 28 februari 2013 :

Het geachte lid wordt verzocht hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

1. Artikel 151 van de Programmawet van 2 augustus 2002 bepaalt dat Defensie haar infrastructuur en middelen ter beschikking kan stellen van burgers in het kader van evenementen of manifestaties, voor zover deze een humanitair, vaderlandslievend of cultureel oogmerk heeft en een voldoende toegevoegde waarde oplevert naar imago en rekrutering toe.

Tussen 2008 en 2012 werden 159 aanvragen om militaire middelen ter beschikking te stellen, positief beantwoord. Hiervoor werd ongeveer 325 000 euro gefactureerd en heeft Defensie ongeveer 200 000 euro zelf voor haar rekening genomen. Een overzicht van de laatste 5 jaar kan onmogelijk in een tabel worden vervat doch kan door mevrouw de senator worden ingezien op mijn kabinet na voorafgaande afspraak.

Militaire infrastructuur wordt ondermeer ter beschikking gesteld van vaderlandslievende en humanitaire organisaties, scholen en sportclubs, jeugdbewegingen (voor bivaks) en overheden (zoals politiediensten). De totale aan derden aangerekende kostprijs voor het gebruik van de infrastructuur bedraagt 100 000 euro voor 2010, 70 000 euro voor 2011 en 92 000 euro voor 2012. Een overzicht kan onmogelijk in een tabel worden vervat doch kan door mevrouw de senator worden ingezien op mijn kabinet na voorafgaande afspraak.

2. Defensie neemt elk jaar deel aan verschillende PR activiteiten georganiseerd door derden (jeugdbewegingen, VZW, gemeenten). Defensie ziet daarin een opportuniteit tot verbetering van haar imago, haar profilering en bevordering van de rekrutering.

Strikte criteria worden toegepast om te bepalen of er al dan niet aan een evenement zal deelgenomen worden. Er zal steeds een retour op investering berekend worden rekening houdend met de kosten van de deelname (verplaatsing, weekendprestaties, enz.) enerzijds en de mogelijke opbrengst (rekrutering, imago, enz.) anderzijds.

Defensie beschouwt deze vorm van communicatie naar het burgermilieu toe als efficiënt zolang de retour op investering (balans kosten/baten) als positief wordt berekend.