Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7932

van Louis Ide (N-VA) d.d. 23 januari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De alternatieve geneeskunde

dokter
zachte geneeskunde
algemene geneeskunde
beroep in de alternatieve geneeskunde

Chronologie

23/1/2013Verzending vraag
19/2/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2625

Vraag nr. 5-7932 d.d. 23 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Gelet op mijn eerdere parlementaire vragen rond medische beeldvorming (5-5925 en 5-7000), deel ik uw bezorgdheid en die van het RIZIV dat we moeten opletten voor de stralingsbelasting van onze patiënten. Er worden nog vandaag de dag proportioneel teveel CT-scans genomen ten opzichte van het aantal NMR's.

Het is dan ook goed dat de minister hierrond sensibiliseert. We moeten ons echter ook structureel afvragen of er in het algemeen niet meer moet worden overgeschakeld van CT naar NMR en dit in het belang van de volksgezondheid. Ik heb het niet over het budgettaire aspect, alhoewel ik vermoed dat dit bij de minister ook meespeelt.

Nu de wet-Colla voor alternatieve geneeswijzen van kracht is, formuleren de vier kamers voorstellen en dit binnen de FOD Volksgezondheid.

Een van die voorstellen, namelijk van de osteopaten, stipuleert duidelijk dat ze zich volwaardig in de eerste lijn willen nestelen (Kamer osteopathie/2012/ADVIES-K2). Ze willen ook zelf een diagnose stellen en zelf medische beeldvorming aanvragen.

1) Hoe staat de minister ten opzichte van dit advies?

2) Is de minister het ermee eens dat de huisarts de centrale figuur is in de eerste lijn?

3) Is de minister het ermee eens dat er zich hier een discrepantie aftekent tussen een kinesitherapeut die zich in de reguliere geneeskunde situeert en een osteopaat die zich binnen de alternatieve geneeswijzen situeert?

4) Is de minister het ermee eens dat er zich een discrepantie aftekent wanneer artsen geacht worden "minder voor te schrijven", maar dat straks de deur wordt opengezet voor osteopaten die zullen kunnen voorschrijven? Zouden we dan niet beter de sensibilisatiecampagnes stopzetten?

Antwoord ontvangen op 19 februari 2013 :

1. Uw vraag is wat voorbarig, aangezien het advies dat u aanhaalt maar het advies van één kamer is dat aan de paritaire commissie werd bezorgd. Die paritaire commissie moet haar in artikel 3, § 3 van de wet van 29 april 1999 betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen bedoelde advies nog uitbrengen.

Dat advies van de paritaire commissie moet vervolgens nog aan de ministerraad worden voorgelegd vóór een koninklijk besluit de registratievoorwaarden zou kunnen vastleggen.

2. Het is volgens mij duidelijk dat de huisarts in de eerstelijnszorg een centrale rol speelt. Dat betekent in een ruim netwerk van de competenties in de gezondheidszorg en in samenhang met de tweede lijn werken.

Ik wijs er in dat verband op dat de wetgever, door de wet van 29 april 1999 goed te keuren, het feit heeft bekrachtigd dat een patiënt in de eerste lijn een beroep kan doen op een niet-conventionele praktijk en een verwijzing naar een arts kan weigeren.

3. Zolang de paritaire commissie geen advies heeft gegeven over de definitie van de osteopathie en over de lijst met voor niet-geneesheren verboden handelingen in die niet-conventionele praktijk, is het voorbarig om conclusies te trekken. De wetgever heeft in ieder geval een onderscheid gemaakt tussen de kinesitherapeuten die gezondheidszorgprofessionals zijn en de osteopaten die niet-conventionele praktijken beoefenen.

4. De boodschap voor de artsen is vooral om beter voor te schrijven, en dus om niet onnodig voor te schrijven. Het is opnieuw voorbarig om conclusies te trekken zolang de paritaire commissie geen advies heeft uitgebracht.