Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7805

van Yoeri Vastersavendts (Open Vld) d.d. 18 januari 2013

aan de minister van Justitie

Coördinatie-orgaan voor Dreigingsanalyse (OCAD) - Risicoanalyse - Gebouw Europese Raad

Afrikaans-Mauritiaanse Gemeenschappelijke Organisatie
spionage
Raad van de Europese Unie
Regie der Gebouwen

Chronologie

18/1/2013Verzending vraag
18/2/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7806

Vraag nr. 5-7805 d.d. 18 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Vanuit het oogpunt van extremisme en terrorisme is het gebouw van de Europese Raad in Brussel een potentieel doelwit met hoge symboolwaarde. De fysieke omgeving van de bouwsite -niet afgeschermd van het publiek én vlakbij metrotunnels- vormt vanuit beveiligingsperspectief bovendien een hele uitdaging.

Een andere potentiële dreiging is spionage. Tijdens de bouw van het Justus Lipsiusgebouw, waar de Europese Raad momenteel nog gehuisvest is, brachten onbekenden immers vijf zwarte dozen vol gesofistikeerde afluisterapparatuur aan in de betonnen muren. Pas in 2003, acht jaar na de oplevering, werden deze bij toeval ontdekt.

Opmerkelijk is dat het Belgische anti-terreur orgaan OCAD niet gevraagd is om een risicoanalyse te maken van de constructie site in de Europese wijk, aldus diverse bronnen. Voor het nieuwe Navo-hoofdkwartier dat in Evere in aanbouw is, heeft het Coördinatie-orgaan voor Dreigingsanalyse (OCAD) wel zo een studie gemaakt en zijn er strenge beveiligingsmaatregelen. Eigenaar van het hele project is tot op heden de Belgische Regie der Gebouwen, kostenplaatje: 240 miljoen euro (waarde op 1 januari 2004), die staat in voor de voorfinanciering. De Europese Raad is zich naar eigen zeggen bewust van de risico's "zowel rond spionage als terreurdreiging". De persdienst van de Commissie geeft aan dat de aanbevelingen inzake risicopreventie werden overgemaakt aan de Regie der Gebouwen. Het is aan hen om stappen te doen. Ik verwijs hieromtrent naar het antwoord op een gelijkaardige vraag van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen (stuk nr. 5-6976).

Graag had ik de minister dan ook volgende vragen voorgelegd :

1) Waarom werd OCAD niet betrokken bij het opstellen van een risicoanalyse van de constructiesite van het gebouw van de Europese Raad? Kan de minister aangeven wie dan wel instaat voor de risicoanalyse wat betreft de veiligheid en de dreiging van spionage? Kan dit uitvoerig worden toegelicht?

2) In hoeverre heeft de Regie der Gebouwen aandacht voor de dreiging van spionageactiviteiten bij de bouwwerf van het gebouw van de Raad, gelet op eerdere precedenten bij andere EU-gebouwen? Kan de bevoegde minister toelichten of de werf nu beveiligd is?

3) Heeft de Regie der Gebouwen de aanbevelingen van de Europese Unie inzake risicopreventie integraal geïmplementeerd? Zo ja, wat zijn de hoofdlijnen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 18 februari 2013 :

1) Het Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging (OCAD) heeft op eigen initiatief een risicoanalyse opgesteld voor de bescherming van de werf van het nieuwe raadsgebouw op datum van 6 juli 2012. Daarin werd vooral de nadruk gelegd op de dreiging van de anarchistische scène ten opzichte van de internationale instellingen, inclusief de Europese unie (EU). Er werd specifiek verwezen naar het feit dat de anarchisten al verscheiden keren werven (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), gevangenissen) viseerden en dat de dreiging ten opzichte van de doelwitten van de anarchistische scène zich op niveau 3 bevindt. Het OCAD suggereerde extra waakzaamheid vanwege de politie, en tevens extra beschermingsmaatregelen vanwege de verantwoordelijken van de werf van het nieuwe raadsgebouw.

2 en 3) Deze vragen vallen niet onder mijn bevoegdheid maar wel onder de bevoegdheid van mij collega de vice-eerste minister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken.