Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7785

van Yoeri Vastersavendts (Open Vld) d.d. 17 januari 2013

aan de minister van Justitie

Gedetineerden - Vervroegde invrijheidstelling - Cijfermateriaal

officiële statistiek
voorwaardelijke invrijheidstelling
voltrekking van de straf

Chronologie

17/1/2013Verzending vraag
23/5/2013Rappel
26/7/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7785 d.d. 17 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De voorbije jaren doken in de media telkens verhalen op over een verschillende behandeling van gedetineerden met betrekking tot hun vervroegde invrijheidstelling. De afhandeling van hun dossier zou hierbij sterk verschillen volgens de strafinrichting waarin zij verblijven.

Sinds februari 2007 zouden strafuitvoeringsrechtbanken een eenvormige aanpak moeten garanderen.

Ik had graag enkele gegevens verkregen. Kan de geachte minister mij per strafinrichting, en dit voor gedetineerden die in de jaren 2007 tot 2011 hun straf uitzaten, volgende gegevens verstrekken:

1) Hoeveel gedetineerden hebben hun straf tot het einde moeten uitzitten ?

2) Hoeveel gedetineerden werden vervroegd vrijgelaten ? Hoeveel na een derde van hun straf, hoeveel na de helft van hun straf en hoeveel na twee derden van hun straf ?

3) Wat is de gemiddelde duur (in percentage uitgedrukt) van de straf die de gevangenispopulatie effectief uitzit (ook per strafinrichting uiteraard) ?

4) In hoeveel gevallen waarbij een gedetineerde voor vervroegde vrijlating in aanmerking kon komen, heeft de directie het dossier één keer uitgesteld? In hoeveel gevallen tweemaal en in hoeveel gevallen driemaal?

Antwoord ontvangen op 26 juli 2013 :

Over het algemeen moet de aandacht worden gevestigd op het gegeven dat het aantal vrijgelaten veroordeelden sterk varieert naargelang van de inrichting. Die variaties vinden hun oorsprong in de verschillen met betrekking tot het aantal gedetineerden die in een inrichting verblijven en de bestemming van de inrichting (strafhuis/arresthuis). 

1. De gevraagde cijfers zijn terug te vinden in de verschillende jaarverslagen van het DG EPI. Die jaarverslagen kunnen worden geraadpleegd op de website : http://episite.epsi.just.fgov.be/nl/activite 

De op de einddatum van hun straf(fen) vrijgelaten gedetineerden kunnen :

2. De cijfers waarover wij beschikken zijn terug te vinden in de verschillende jaarverslagen van het DG EPI. Die jaarverslagen kunnen worden geraadpleegd op de website: http://episite.epsi.just.fgov.be/nl/activite. Wij kunnen niet nader bepalen of de gedetineerden 1/3 of 2/3 van hun straf(fen) hebben ondergaan aangezien dit gegeven niet wordt weergegeven door onze programma's. Dat gegeven zou geen enkel belang hebben aangezien de invrijheidstelling afhankelijk is van de toelaatbaarheidsdatum voor een vervroegde invrijheidsstelling, die wordt berekend op grond van het primaire karakter of de wettelijke herhaling, wat een tamelijk ingewikkeld technisch gegeven is. 

Er bestaan verschillende vormen van vervroegde invrijheidstelling :

3. In bijlage vindt u het antwoord aan deze vraag. 

4. Wij vestigen de aandacht op het gegeven dat de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling werd opgeheven. Het systeem dat erin voorzag dat het personeelscollege een advies uitbracht over de toekenning van de voorwaardelijke invrijheidsstelling en in voorkomend geval kon beslissen over het uitstel van het onderzoek inzake de toekenning van die invrijheidstelling (waarbij de veroordeelde na het derde uitstel zelf een beroep kon doen op de commissie voor de voorwaardelijke invrijheidstelling) is dan ook niet langer van toepassing.