Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7687

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 11 januari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Saoedi-Arabië - Onthoofding van een minderjarig kindermeisje - Internationaal verdrag van de Rechten van het Kind - Veroordeling

Saoedi-Arabië
doodstraf
minderjarigheid
rechten van het kind

Chronologie

11/1/2013Verzending vraag
15/4/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7687 d.d. 11 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De toen 17-jarige Rizane Nafeek, uit Sri Lanka, werkte als kinderoppas van een vier maanden oude baby. Tijdens de oppas overleed de baby. De jonge kinderoppas werd beticht van de moord op de baby, veroordeeld en uiteindelijk ook onthoofd. Ze heeft deze moord echter steeds ontkend.

Ongeacht de kwaliteit van de rechtspraak, betekent de onthoofding van deze kinderoppas, minderjarig op het moment van de feiten, een flagrante overtreding van het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind.

Hierover de volgende vragen.

1) Bevestigt de geachte minister de recente onthoofding van een op het moment van de vermeende feiten minderjarige in Saoedi-Arabië?

2) Zo ja, heeft hij de ambassadeur van Saoedi-Arabië hierover aangesproken en hem geïnformeerd over de afschuw van ons land met betrekking tot deze onthoofding?

3) Op welke andere manieren heeft ons land deze onthoofding veroordeeld?

Antwoord ontvangen op 15 april 2013 :

Veel observatoren zijn het met elkaar eens dat Rizana Nafik minderjarig was op het moment van de feiten. Saoedi-Arabië heeft wel laten weten dat haar paspoort aangaf dat ze op dat ogenblik (2005) 21 was.

In mijn contacten met de autoriteiten herhaal ik systematisch onze bezwaren tegen de doodstraf. Ik heb dat ook gedaan tijdens mijn onderhouden in Riyad in december jongstleden.

De Europese Unie (EU) heeft de laatste maanden verschillende demarches uitegevoerd. Saoedi-Arabië heeft vermeldt dat de overheid verschillende pogingen heeft ondernomen om de ouders van het kind te overtuigen om een financiële compensatie te aanvaarden. Zij hebben systematisch geweigerd en hebben geëist – conform de Saoedische wetgeving- dat Rizana Nafik de doodstraf zou krijgen.

België heeft meermaals EU initiatieven in dit dossier aangemoedigd. De EU delegatie is ter plekke heel actief geweest om deze ongelukkige afloop te vermijden. Sri Lanka heeft de EU officieel bedankt voor haar inspanningen.

De Hoge Vertegenwoordiger Catherine Ashton heeft deze executie op 10 januari 2013 veroordeeld.