Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7661

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 8 januari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Politiehelikopters - Onderhoud - Onderhoudscontract - Boordinstrumenten

helikopter
politie
onderhoud

Chronologie

8/1/2013Verzending vraag
11/2/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7661 d.d. 8 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het bericht dat recent in de media opdook verrast, want voor Financiën blijkt het onderhoudscontract voor de toch belangrijke politiehelikopters niet zo noodzakelijk. Financiën wijst immers een voorstel tot nieuw onderhoudscontract van de boordinstrumenten af. Het gaat hier over 135 000 euro per jaar, voor een periode van drie jaren.

De argumentatie van Financiën klinkt alsof ze werd geformuleerd door helikopterspecialisten. Volgens Financiën kunnen piloten best vliegen "op zicht", zijn werkzame boordinstrumenten niet echt noodzakelijk en is het vliegen op zicht de standaardmodus. De politiediensten beklemtonen echter dat vliegen zonder accurate boordinstrumenten niet kan. Los van dit debat blijft het resultaat: zonder onderhoudscontract voor de boordinstrumenten, houdt de politie de heli's aan de grond.

De minister zal begrijpen dat deze zaak minstens een frons en zelfs een diepe zucht veroorzaakt, maar wellicht kan zijn antwoord soelaas brengen.

1) Bevestigt hij dat Financiën het voorstel tot onderhoudscontract voor de boordinstrumenten weigert goed te keuren, onder andere omdat helikopterpiloten deze boordinstrumenten niet zouden nodig hebben en best "op zicht" kunnen vliegen? Klopt het argument van Financiën en is het vliegen "op zicht" werkelijk de standaardmodus bij het besturen van helikopters? Waaruit putte Financiën dit argumentarium?

2) Indien de argumenten van Financiën worden weerlegd, zal de minister alsnog een goedkeuring geven?

Antwoord ontvangen op 11 februari 2013 :

Ik nodig het geachte lid uit om zijn vraag te stellen aan mijn collega, de minister van Begroting, die bevoegd is voor deze materie.