Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7599

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 17 december 2012

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister

Elektrische wagens - Aankoopprijs - Belastingvermindering - Afschaffing - Stand van zaken

elektrisch voertuig
officiële statistiek
fiscale stimulans

Chronologie

17/12/2012Verzending vraag
24/7/2013Rappel
19/9/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7598

Vraag nr. 5-7599 d.d. 17 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het licht van de budgettaire evenwichtsoefening heeft onze federale regering beslist om de belastingvermindering van 30 % van de aankoopprijs van een elektrische wagen niet te verlengen.

Deze eco-fiscale maatregel werd aanvankelijk genomen in het kader van het economisch herstelplan.

De folder van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën prijst deze maatregel omwille van haar vele voordelen. Men spreekt van een dubbele winst, zowel voor de individuele gebruikers als voor de samenleving. België vormt daarbij het "ideaal" land voor elektrische voertuigen: een hoge bevolkingsdichtheid, een intens verkeersnet en een dichte bebouwing.

Aangezien er nog steeds nood is aan een relance en aangezien we stilaan ook sterk beginnen achterop te hinken op gebied van de klimaatcrisis, valt het moeilijk te begrijpen waarom deze maatregel wordt afgeschaft. Daarenboven kost deze maatregel heel weinig omdat er amper elektrische wagens worden verkocht. Daarentegen betekent het wegnemen van deze steun een extra barrière voor deze pionerende industrie die in zijn embryonale fase juist alle overheidssteun verdient. Daarbij telt ook de vaststelling dat deze sector sterk moet opboksen tegen sterke gevestigde belangen en lobbies.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoeveel elektrische wagens worden er de afgelopen twee jaar in België aangekocht door particulieren? Wat was de kostprijs van deze maatregel gedurende de looptijd in de jaren 2011 en 2012? Wat is de kostprijs voor het verlengen van deze maatregel naar de komende jaren (conservatieve en ruime schatting)?

2) Waarom heeft men beslist deze maatregel niet te verlengen? Gaat de minister dan niet akkoord dat deze pionerende en innovatieve industrie juist alle steun verdient?

3) Is er hieromtrent overleg geweest tussen de minister van Financiën en de staatssecretaris voor Leefmilieu?

Antwoord ontvangen op 19 september 2013 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag : 

1)  De maatregel had weinig succes: in 2011 werden 44 elektrische wagens aangekocht door particulieren en 149 in 2012. Bovendien werden in de eerste jaarhelft van 2013 40 elektrische wagens aangekocht.

De vragen over de kostprijs van de belastingvermindering op de aankoopprijs van een elektrische wagen behoren tot de bevoegdheid van de minister van Financiën. 

2+3) De ecofiscale maatregelen in het algemeen, werden genomen in het kader van het economisch herstelplan en waren geldig van 1 januari 2010 tot 31 december 2012.

Zowel de sanering van de overheidsuitgaven als de institutionele context zijn goede redenen voor de vermindering van de fiscale incentieven voor elektrische voertuigen. Het is nu aan de Gewesten om het beleid met betrekking tot stimuli voor de aankoop van schone voertuigen vorm te geven.

Toch zou ik willen nuanceren op twee vlakken.

Ten eerste bestaan er nog steeds fiscale stimuli voor elektrische wagens: de bepalingen inzake de aftrek van beroepskosten (artikel 198bis, WIB 92) en het voordeel alle aard voor een bedrijfswagen die de werkgever ter beschikking stelt en ook voor privédoeleinden mag gebruikt worden (artikel 36, paragraaf 2, WIB 92) wijzigen niet ten aanzien van 2012. Het minimumvoordeel per jaar bedraagt voor aanslagjaar 2014 ingevolge de indexering 1 230 euro (tegenover 1 200 euro voor aanslagjaar 2013).

Daarnaast profiteren eigenaars van elektrische voertuigen van de fiscale aftrekbaarheid van beroepsuitgaven. Bij normale wagens is die beperkt tot 75 %, maar ze wordt verhoogd tot 120 % voor voertuigen die 0 gram CO2 per kilometer uitstoten.

Ook wijs ik erop dat de korting van 15 % op de aankoop van een elektrische motor, driewieler of lichte vierwieler behouden bleef.

Ten tweede ligt het succes van elektrische voertuigen, of het uitblijven daarvan, niet enkel en zelfs niet in de eerste plaats aan fiscale maatregelen, wat de cijfers aantonen. Zo kennen elektrische fietsen een grote populariteit, zonder enige financiële stimulans. Dit laat zich verklaren doordat het elektrisch vermogen een belangrijke meerwaarde inhoudt ten opzichte van een klassieke fiets, namelijk als fietser hoeft men een minder grote inspanning te leveren om toch sneller vooruit te gaan. Daarentegen is het business model voor elektrische wagens totnogtoe minder interessant. Naast de hoge aankoopprijs zijn er immers nog nadelen aan verbonden, zoals het beperkte bereik, de oplaadtijd en de nood aan specifieke oplaadinfrastructuur. Creatieve oplossingen zijn echter in de maak, zo loopt in Brussel reeds een car-sharing project met elektrische wagens.

In samenhang met een meer performante capaciteit van de batterij, die daardoor veel kostenefficiënter zou worden, zie ik op termijn dus wel potentieel voor elektrische wagens. Steunmaatregelen aan de industrie behoren echter in de eerste plaats tot de bevoegdheid van de Gewesten.

Ik merk voorts op dat elektrische wagens maar één oplossing zijn in de vergroening van het voertuigenpark, die onmiskenbaar aan de gang is. Ook andere vernieuwende technologieën zullen daartoe nog een belangrijke bijdrage leveren. Denk dan bijvoorbeeld aan CNG en LNG, maar ook aan waterstof, dat zeker voor grote voertuigen die over langere afstanden rijden, wel eens een interessantere technologie zou kunnen blijken dan elektrische batterijen. Daarom heb ik mijn administratie de opdracht gegeven een reflectie op te starten over de uitbouw van een pakket maatregelen die het gebruik van alternatieve transportbrandstoffen promoten. Deze oefening sluit aan bij de lopende initiatieven van de Europese Commissie, die op 24 januari 2013 een ambitieus pakket maatregelen (en voorstel van richtlijn) heeft aangekondigd met betrekking tot het gebruik en de laad- en tankinfrastructuur van alternatieve brandstoffen in de transportsector.

Bovendien is een project opgestart onder leiding van mijn administratie dat de federale overheidsdiensten en de overheidsbedrijven omvat. Ik erken daarmee dat de overheid een voorbeeldfunctie heeft en de markt kan stimuleren door het gebruik van een aanzienlijk aantal elektrische voertuigen. Het project moet tegen begin 2014 concrete doelstellingen en strategieën aanreiken. Een onderdeel hiervan is de herziening van de federale omzendbrief 307quinquies van 13 juli 2009.