Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7510

van Yoeri Vastersavendts (Open Vld) d.d. 7 december 2012

aan de minister van Werk

Zwartwerk in combinatie met een werkloosheidsuitkering - Vaststellingen - Fysieke controles - Maatregelen

zwartwerk
werkloosheidsverzekering
officiële statistiek
arbeidsinspectie
minimumbestaansinkomen

Chronologie

7/12/2012Verzending vraag
27/2/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7511

Vraag nr. 5-7510 d.d. 7 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Zwartwerk in combinatie met een werkloosheidsuitkering is een moeilijk te detecteren probleem. Meer nog, de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) windt er geen doekjes om dat het gissen blijft naar de omvang van dit fenomeen. "We hebben er gewoonweg geen flauw idee van hoeveel mensen nu eigenlijk zwartwerken", vertelt Mieke Jaenen van de centrale controledienst in een recent interview. "Hoe zouden we daar ook concrete cijfers moeten op kleven? Zwartwerk is natuurlijk nergens geregistreerd. Om die plaag aan te pakken, kunnen we niet zomaar eventjes de gegevens van verschillende databanken naast elkaar gaan leggen. De enige manier om zwartwerkers bij de lurven te vatten, is via controles en vaststellingen op het terrein, al dan niet op basis van tips. Cijfers daarover worden evenwel niet bijgehouden."

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de minister:

1) Hoeveel vaststellingen werden in de jaren 2009, 2010 en 2011 op jaarbasis gedaan wegens zwartwerk in combinatie met het ontvangen van een werkloosheidsuitkering of een leefloon? Om hoeveel dossiers ging het per jaar? Om welke bedragen? Hoeveel boetes werden uitgeschreven? Hoeveel onterecht uitgekeerde gelden werden op jaarbasis teruggevorderd?

2) Is de minister het eens met de stelling vanwege de RVA dat zwartwerkers die dit combineren met een werkloosheidsuitkering of een leefloon enkel kan vatten door fysieke controles? Zo nee, welke andere technieken past ze toe en welke nieuwe handhavingmethodes gaat ze invoeren?

3) Is de minister bereid meer fysieke inspecties in te stellen naar de combinatie van zwartwerk met een werkloosheidsuitkering of een leefloon? Kan ze dit uitvoerig toelichten?

4) Is er een tendens in het aantal vaststellingen inzake de combinatie van zwartwerk met werkloosheidsuitkeringen of leeflonen?

5) Acht de minister het raadzaam om de boetes en/of de periode dat de betaling van de werkloosheidsuitkering en/of het leefloon ingeval van zwartwerk kan worden geschorst uit te breiden om het afschrikkingseffect te vergroten?

Antwoord ontvangen op 27 februari 2013 :

1.Tabel 1 geeft een overzicht van het aantal onderzoeken dat in de loop van de jaren 2009, 2010 en 2011 is uitgevoerd door de controlediensten van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Er is een onderscheid gemaakt tussen het aantal klassieke onderzoeken en het aantal onderzoeken dat enkel en alleen is uitgevoerd door het kruisen van databanken. Uit de cijfers blijkt dat het totaal aantal onderzoeken stijgt en dat het aandeel onderzoeken via het kruisen van databanken toeneemt.

Tabel 1

 

2009

2010

2011

Klassieke onderzoeken

91 360

87 766

86 209

Databankencontroles

43 389

44 729

63 136

Totaal

134 749

132 495

149 345

Tabel 2 geeft het aantal vaststellingen van cumulatie weer, hetzij cumulatie waarbij de uitkeringsgerechtigde geen aangifte deed bij de RVA van zijn activiteit als loontrekkende of van zijn zelfstandige (hoofd- of neven)activiteit.

De intensivering van de controleonderzoeken leidt dus niet tot een groter aantal vaststellingen van cumulaties. Het dalend aantal inbreuken is, enerzijds, verklaarbaar door het nauwkeuriger onderzoeken van de uitkeringsaanvragen vooraleer het recht te openen, ook door de uitbetalingsinstellingen die ook toegang hebben tot de gegevensbanken van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) en de Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandige (RSVZ). Anderzijds is er eveneens een preventief effect bij de sociaal verzekerden omdat geweten is dat de gegevens van verschillende databanken gekruist worden.

Tabel 2

 

2009

2010

2011

Cumul als loontrekkende

39 720

33 035

25 156

Cumul als zelfstandige

21 986

22 360

10 636

Totaal

61 706

55 395

35 792

Tabel 3 geeft het overzicht van al de schuldvorderingen ten opzichte van de uitkeringsgerechtigden gedurende de periode 2009 tot 2011. De RVA beschikt niet over cijfers die uitsluitend weergeven welke de terug te betalen sommen zijn wegens ongeoorloofde cumulaties van uitkeringen met niet-aangegeven arbeid. Er mag evenwel worden aangenomen dat het grootste deel van het totaal bedrag van de schuldvorderingen slaat op deze vorm van cumulatie. Bij de terugbetalingen gaat het om het totaal van de vrijwillige betalingen door de debiteuren en de terugbetalingen gerealiseerd via inhoudingen op de uitkeringen of vergoedingen.

Tabel 3

 

2009

2010

2011

Bedrag v/d schuldvorderingen

68 469 304,04

78 409 388,72

63 784 448,57

Terugbetalingen (vrijwillige en via inhoudingen op uitkeringen

38 375 534,89

43 391 626,33

42 868 309,72

Tabel 4 geeft weer hoeveel administratieve sancties door de werkloosheidsdirecteur werden opgelegd en hoeveel processen-verbaal werden opgesteld door de controleurs van de RVA. Ook hier geldt dat geen afsplitsing kan worden gemaakt van de aantallen die uitsluitend betrekking hebben op ongeoorloofde cumulaties van uitkeringen met niet-aangegeven arbeid. Het betreft derhalve de beslissingen wegens cumulatie, maar ook, zij het in mindere mate, andere gevallen, bv de gevallen waarbij een te hoge daguitkering was ontvangen ingevolge een onjuiste aangifte van de gezinstoestand of waarbij de werkloze zijn controlekaart niet correct heeft ingevuld.

Wat de processen-verbaal betreft wordt opgemerkt dat doorgaans een PV wordt opgesteld wanneer een werkloze zijn arbeid gedurende meer dan 1 dag niet heeft aangeduid op zijn controlekaart en het voor de controleur vaststaat dat hij handelde met bedrieglijk inzicht.

De daling van deze cijfergegevens wordt toegeschreven aan het feit dat er meer preventieve controles zijn waardoor onverschuldigde betalingen aan de bron, en ook sancties en terugvorderingen, kunnen vermeden worden. Deze evolutie is dus positief.

Tabel 4

 

2009

2010

2011

Administratieve sancties

37 678

36 961

27 958

PV’s

2 564

2 315

1 970

2. Uit wat voorafgaat blijkt dat het opsporen van zwartwerk in zijn ruime betekenis van “opsporen van ongeoorloofde cumulaties van werkloosheidsuitkeringen met inkomen uit arbeid” vooral een kwestie is van datamatching. Verder zijn er controleacties op het terrein, al dan niet in samenwerking met de andere sociale inspectiediensten, om niet aangegeven activiteiten op te sporen. Die vinden regelmatig, doch niet uitsluitend, plaats in de fraudegevoelige sectoren, bijvoorbeeld de horeca of de bouwsector. Ook zijn er regelmatig controles tijdens sportieve of culturele evenementen die veel volk op de been brengen en die gepaard gaan met diverse commerciële activiteiten. De technieken van datamining die sinds kort worden ontwikkeld, binnen de RVA en ook binnen de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, zullen toelaten meer gerichte controles te doen. Via profielbepalingen van inbreuken en van de inbreukenplegers, wordt het mogelijk voorafgaand de te onderzoeken situaties te bepalen en met meer kans op slagen overtredingen vast te stellen in de praktijk. Daarnaast komt de RVA ook zwartwerk op het spoor via klachten en aangiften.

3. Binnen de RVA worden zoveel mogelijk controletaken verricht door administratieve medewerkers. Zij zijn alert voor allerlei vooraf ingestelde alarmen en knipperlichten. De sociaal controleurs en inspecteurs worden vervolgens ingezet waar beroep moet gedaan worden op de specifieke onderzoeksbevoegdheden die hun zijn toegekend door het Sociaal strafwetboek, zoals bv het vrij betreden van de arbeidsplaatsen of het opvragen en in beslag nemen van informatiedragers.

Meer controleurs of meer “fysieke inspecties” leiden niet automatisch tot het vaststellen van meer inbreuken. Er wordt zoveel mogelijk vermeden lukraak onderzoeken te doen die niet efficiënt zijn. Bovendien moet men er zich van bewust zijn dat er beperkingen zijn aan het fysiek controleren, want de waaier van activiteiten die in het zwart kan worden verricht is zeer ruim. Het gaat niet alleen om het betrappen van de werkloze die in een café helpt of van een zogezegd tijdelijk werkloze bouwvakker die toch op de werf aan het werk is. Zwartwerk doet zich ook in de privésfeer voor. Het gaat dan bv. om de werkloze klusjesman die schilder- en behangwerken doet voor particulieren maar ook om de werkloze die bij hem thuis webapplicaties ontwikkelt. Fysieke controles hierop zijn moeilijk en zij dreigen voortdurend in conflict te komen met schendingen van de grondwettelijk beschermde vrijheden.

4. Zoals hoger uiteengezet is de tendens betreffende het aantal vaststellingen van het combineren van zwartwerk met werkloosheidsuitkeringen er een van een stijgend aantal controles en een dalend aantal inbreuken. Deze evolutie is verklaarbaar door het groter aantal a priori-controles en het ontradingseffect dat ook voortkomt uit de sanctieregeling.

5. De huidige sanctieregeling is streng voor de frauderende zwartwerkende werkloze. De werkloze die onverschuldigde uitkeringen heeft ontvangen doordat hij een niet cumuleerbare activiteit heeft uitgeoefend, wordt voor de toekomst van de uitkeringen uitgesloten gedurende ten minste een week en ten hoogste zesentwintig weken. Wanneer het om zware fraude gaat, bijvoorbeeld als iemand arbeidt voor zichzelf terwijl die arbeid een specifiek professioneel karakter heeft, wordt de duur van de uitsluiting bepaald op ten minste zevenentwintig weken en ten hoogste tweeenvijftig weken. Sinds de inwerkingtreding van het Sociaal strafwetboek op 1 juli 2011, kan aan diezelfde werkloze bovendien een strafrechtelijke boete van 600 tot 6.000 euro of een administratieve boete van 300 tot 3 000 euro worden opgelegd (bedragen te vermenigvuldigen met 6). Het afschrikkingseffect van deze sanctieregeling is voldoende groot.