Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7476

van Christine Defraigne (MR) d.d. 4 december 2012

aan de minister van Justitie

Invrijheidstelling bij gebrek aan een tolk - Frequentie - Stand van zaken

tolken
strafprocedure
beroep in het informatiewezen
handel in verdovende middelen

Chronologie

4/12/2012Verzending vraag
24/12/2012Antwoord

Vraag nr. 5-7476 d.d. 4 december 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Tijdens de plenaire vergadering van 8 november 2012, stelde ik u een vraag over een voorval betreffende een Braziliaan die op de luchthaven van Zaventem werd aangehouden met vier kilogram cocaïne in zijn bezit, maar door de onderzoeksrechter werd vrijgelaten omdat er binnen de vierentwintig uren voorhechtenis geen tolk werd gevonden (mondelinge vraag nr. 5-703, Handelingen nr. 5-78 van 8 november 2012, p. 22).

U kon me geen cijfers geven om het parlement toe te laten zich een beeld te vormen van de omvang van het probleem.

Ik herhaal dus mijn vraag:

1) Gaat het hier om een geïsoleerd geval of doet dit zich regelmatig voor?

2) Kunt u me indien mogelijk de cijfers geven per rechtbank, en eventueel ook cijfers over het aantal incidenten per taal en per soort misdrijf?

Antwoord ontvangen op 24 december 2012 :

1. Het is een weinig voorkomend probleem waarvoor de rechtspraak naargelang de concrete gerechtelijke omstandigheden een oplossing kan bieden (zie T. Strafr., 2004, p. 73 en de noot van S. Vandromme, “De wegens taalperikelen onmogelijke ondervraging door de onderzoeksrechter bij de aflevering van een aanhoudingsbevel”).

2. De vraag betreft gegevens inzake de invrijheidstelling op grond van het gegeven dat tijdens de 24 uur van de voorlopige aanhouding geen tolk werd gevonden.

De gegevensbank van het college van procureurs-generaal bevat geen codes die het mogelijkheid maken gegevens ter zake te verzamelen. De statistisch analisten verkeren dus niet in de mogelijkheid om een antwoord te verstrekken op de verschillende gestelde vragen.