Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7330

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 13 november 2012

aan de minister van Landsverdediging

Het stijgende aantal zelfmoorden in het Belgisch leger

krijgsmacht
militair personeel
zelfmoord

Chronologie

13/11/2012Verzending vraag
13/12/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2407

Vraag nr. 5-7330 d.d. 13 november 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Volgens cijfers van de sociale dienst van Defensie neemt het aantal zelfmoorden in het Belgisch leger toe. Deze cijfers geven aan dat er in 2008 vijf zelfmoorden waren op 37.000 personeelsleden, of 13,51 zelfmoorden op 100.000; twaalf zelfmoorden op 36.500 personeelsleden in 2009, hetzij 32,87 per 100.000; en in 2010 negentien zelfmoorden op 36.000 personeelsleden, zijnde 52,77 zelfmoorden per 100.000.

Volgens verklaringen van kolonel Lemmens in de pers zou er op het vlak van zelfmoordpreventie absoluut niets worden gedaan. Hij bevestigt ook dat het leger de wetgeving aangaande veiligheid en gezondheid op het werk niet helemaal naleeft.

De woordvoerder van Defensie weerlegde de beweringen van kolonel Lemmens door erop te wijzen dat er preventieve geneeskunde in het leger bestaat, maar dat er inspanningen moeten worden geleverd om deze te verbeteren.

Komen er meer zelfdodingen voor tijdens of als gevolg van een buitenlandse opdracht? Zijn bepaalde legerkorpsen meer bij deze problematiek betrokken? Beschikken alle militaire basissen over een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk? Hoe wordt deze dienst georganiseerd wanneer personeelsleden een buitenlandse opdracht hebben? Welke omstandigheden zouden het welzijn van de personeelsleden kunnen aantasten? Welke maatregelen hebt u genomen om de preventieve geneeskunde bij het leger te verbeteren en het probleem onder controle te krijgen?

Antwoord ontvangen op 13 december 2012 :

Voor wat betreft de cijfers, deze van 2011 getuigen van een dalende tendens, met name 11 zelfdodingen. 

Voor wat betreft de preventiemaatregelen, verwijs ik het geachte lid naar mijn antwoorden op de mondelinge parlementaire vragen Nr 5923 (QRVA 53 COM 316 van 19 oktober 2011) van de heer Volksvertegenwoordiger Gerald Kindermans, Nr 5945 (QRVA 53 COM 316 van 19 oktober 2011) van mevrouw de volksvertegenwoordiger Annick Ponthier, Nr 5958 (QRVA 53 COM 316 van 19 oktober 2011) van mevrouw de volksvertegenwoordiger Karolien Grosemans en mijn antwoord op de schriftelijke vraag Nr 5-4943 van 28 december 2011 van de heer Senator Bert Anciaux.