Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7285

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 22 november 2012

aan de minister van Justitie

De modaliteiten bij het zetelen als lid van een volksjury

niet-beroepsmagistraat
strafrechtspraak

Chronologie

22/11/2012Verzending vraag
19/12/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2525

Vraag nr. 5-7285 d.d. 22 november 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een lezersbrief die op 1 oktober 2012 in De Morgen verscheen, klinkt een man die recent deel uitmaakte van een volksjury verbitterd en erg ontevreden. Hij stelde vast dat bij de vervulling van wat hij terecht als zijn burgerplicht beschouwt, een aantal erg fundamentele en basale voorwaarden niet worden ingevuld. In zijn brief stelt hij drie vragen:

a) Waarom bestaat er geen wettelijke regeling met betrekking tot de wijze waarop juryleden over hun opdracht worden geïnformeerd? Het ontbreken van deze wetgeving leidt er blijkbaar toe dat de juryleden wordt gemeld dat ze op de twee dagen die voor deze informatie zijn voorzien, helemaal niet moeten aanwezig zijn.

b) Juryleden worden geconfronteerd met een onoverzichtelijk dossier, waar zij zich zonder enige begeleiding of interface moeten doorworstelen.

c) Een proces kan erg gevoelige en zelfs schokkende elementen bevatten. Juryleden zijn niet gewoon om met die soms gruwelijke en harde feiten om te gaan. Wellicht is psychologische begeleiding aangewezen.

Deze kritiek klinkt minstens relevant en wijst op problemen die wellicht door heel wat juryleden worden ervaren.

Beaamt de minister dat er geen wettelijke regeling bestaat die uitstippelt hoe de juryleden over hun opdrachten en taken worden geïnformeerd? Wanneer en hoe zal de minister hieraan verbetering brengen?

Begrijpt de minister de nood van juryleden om op een geordende en begeleide wijze het dossier van de strafzaak te kunnen doornemen? Hoe zal de minister op die relevante vragen een adequaat antwoord formuleren?

Heeft de minister begrip voor de vraag van juryleden om, zeker in geval het proces gruwelijke en harde feiten bevat, psychologische begeleiding te krijgen? Zal de minister ervoor zorgen dat die begeleiding beschikbaar wordt, en zo ja, wanneer en hoe?

Antwoord ontvangen op 19 december 2012 :

Ik heb alle begrip voor de vraag van gezworenen om de nodige begeleiding en ondersteuning te krijgen bij hun taak als jurylid, evenals van gewezen juryleden die na de beëindiging van hun taak nood hebben aan psychologische begeleiding.  

De wet van 21 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen, voorziet onder andere dat de voorzitter van het hof van assisen er persoonlijk mee belast is de gezworenen bij de uitoefening van hun taak te begeleiden (artikel 281 Sv.). Ook vóór de beraadslaging geeft de assisenvoorzitter de nodige duiding aan de juryleden (artikel 326 Sv.) en tijdens de beraadslaging van de jury kan de voorzitter geroepen worden om te antwoorden op rechtsvragen (artikel 328 Sv.). 

De jury wordt ten minste twee werkdagen voor de zitting ten gronde samengesteld, hetgeen de gezworenen moet toelaten de nodige praktische regelingen te treffen alvorens te zetelen als jurylid. Aansluitend bij de samenstelling van de jury en de eedaflegging, wordt een informatiesessie voorzien (art. 289 Sv.). Het doel van deze sessie bestaat erin de gezworenen op de hoogte te brengen van de belangrijkste regels inzake de werking van het hof van assisen, alsmede van hun rechten en plichten, zodat de gezworenen hun opdracht ten volle kunnen uitvoeren vanaf de aanvang van het proces. De wet bepaalt dat de nadere regels hiervan bij koninklijk besluit worden bepaald. Terzake is nog geen koninklijk besluit genomen. Het College van Procureurs-generaal heeft een voorbereidende nota uitgewerkt. Op het niveau van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie dient een gedetailleerd bestek te worden opgemaakt in het kader van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten. De concrete invulling van de informatiesessie zal in een later stadium worden vastgesteld. 

Inzake de door u aangehaalde nood voor de juryleden om op een geordende en begeleide wijze het dossier door te kunnen nemen, wijs ik erop dat de assisenprocedure in beginsel een volledig mondelinge procedure is, zodat inzage door de jury tijdens de behandeling niet aan de orde is. Het is pas bij de beraadslaging dat de juryleden kennis kunnen nemen van het dossier, dus als zij zich al een beeld hebben kunnen vormen van de elementen van de zaak. 

Tenslotte, de assisenvoorzitter moet de juryleden informeren over de instanties waar ze na de beëindiging van hun taak terecht kunnen voor psychologische ondersteuning (artikel 281 Sv.) Er is geen specifieke instantie belast om deze psychologische ondersteuning te verlenen. Het is de Voorzitter van het hof van assisen die duidt op de bestaande en de terzake bevoegde sociale instanties op het niveau van de gemeenschappen en gewesten. De centra voor slachtofferhulp lijken mij hiervoor de meest aangewezen instanties, temeer doordat de psychologische hulp volgt na de assisenprocedure.