Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7177

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 19 oktober 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Zorgsector - Prikincidenten - Bloedoverdraagbare aandoeningen - Beroepsrisico's - Stand van zaken - Preventie - Maatregelen

infectieziekte
verplegend personeel
arbeidsveiligheid
voorkoming van ziekten
ongevallenpreventie
officiële statistiek
dokter
beroep in de gezondheidszorg
tandarts

Chronologie

19/10/2012Verzending vraag
21/1/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7177 d.d. 19 oktober 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Meer dan de helft van de tandartsen weet te weinig over bloedoverdraagbare aandoeningen, terwijl er in tandartspraktijken nog geregeld prikincidenten plaatsvinden, zo meldt het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.

Een op de tien Nederlandse ziekenhuismedewerkers die zich prikken met een naald waar eerst een patiënt mee is geprikt, raakt besmet met een ziekte als hiv, hepatitis B of hepatitis C. Dat blijkt uit een Nederlandse studie uit 2006.

In Nederland komen per jaar minstens 15 000 prikongelukken voor. De meeste van deze zogenoemde accidenten hebben plaats in de gezondheidszorg. Er moet landelijk meer aandacht komen voor deze ongelukken, die voor overdracht van ernstige infectieziekten als hepatitis B en C en hiv kunnen zorgen. Dat blijkt uit een onderzoek dat epidemioloog Paul van Wijk heeft gedaan.

In het verleden werd een landelijk meldpunt voor prikongelukken aangekondigd. Bovendien wordt er gewerkt aan een landelijk protocol voor alle zorgmedewerkers.

Volgens de geneesheren zijn prikincidenten het grootste beroepsrisico voor medewerkers in de gezondheidszorg. Dat geldt niet alleen voor ziekenhuismedewerkers, maar ook voor mensen in de thuiszorg en de verpleging en verzorging. Ook medewerkers en personeel in de geestelijke gezondheidszorg, agenten en schoonmakers van speelplaatsen waar verslaafden komen, hebben ermee te maken. Om prikongelukken te voorkomen, pleiten de betrokken geneesheren niet alleen voor voorlichting en betere training in veilig werken. Ik wijs ook op veilige "priksystemen" van de industrie. Zo bestaan er naalden die automatisch na het prikken afgedekt worden. Ik verwijs tevens naar de publicatie van de Hoge Gezondheidsraad (nr. 8429).

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Kan zij voor de jaren 2009, 2010 en 2011 aangeven hoeveel prikincidenten zich hebben voorgedaan onder het ziekenhuispersoneel ?

2) Kan zij voor de jaren 2009, 2010 en 2011 aangeven hoeveel prikincidenten zich hebben voorgedaan onder alle hulpverleners in de gezondheidssector, inclusief verpleging, verzorging en medewerkers in de geestelijke gezondheidszorg, schoonmakers, enzovoort.?

3) Kan zij voor de jaren 2009, 2010 en 2011 aangeven hoeveel prikincidenten zich hebben voorgedaan onder de geneesheren ?

4) Kan zij voor de jaren 2009, 2010 en 2011 aangeven hoeveel prikincidenten zich hebben voorgedaan onder de tandartsen?

5) Hoeveel gezondheidsmedewerkers (in de brede zin van het woord) raakten besmet met ziektes als hepatitis B of C, hiv, of andere ziektes en is het percentage vergelijkbaar met Nederland, waar één op tien hulpverleners die zich prikken met een naald waarmee eerst een patiënt werd geprikt, besmet raakt ? Kan de geachte minister deze cijfers toelichten?

6) Kan zij aangeven welke maatregelen nu reeds bestaan om prikincidenten te voorkomen onder het verplegend en het onderhoudspersoneel ?

7) Kan zij aangeven in hoeverre ze het gebruik van veilige priksystemen wil aanmoedigen (zo bestaan er naalden die na het prikken worden afgedekt) en kan ze dit uitvoerig toelichten ?

8) Is zij voorstander van voorlichting en training hieromtrent ? Zo ja, welke inspanningen werden hieromtrent reeds geleverd ? Zo neen, waarom niet ?

Antwoord ontvangen op 21 januari 2013 :

Als minister van Volksgezondheid en Sociale zaken beschikt de administratie niet over deze informatie. Aangezien deze materie meer preventie van ongevallen op het werk aanbelangt (taak van de preventie-adviseur), stel ik u voor dat u deze vragen richt tot de minister van Arbeid en Tewerkstelling.