Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7140

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 9 oktober 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Tandartsen - Wachtdiensten - Organisatie - Erkenning - Provinciale geneeskundige commissies Antwerpen en West-Vlaanderen - Gelijke behandeling

tandarts

Chronologie

9/10/2012Verzending vraag
4/12/2012Rappel
3/1/2013Dossier gesloten

Vraag nr. 5-7140 d.d. 9 oktober 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Er heerst heel wat onrust bij de tandartsen omtrent de wachtdienst (koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 en ministerieel besluit van 16 januari 2006) in Antwerpen, maar tevens in West-Vlaanderen en Vlaams Brabant.

Afgelopen week kregen de tandartsen in Antwerpen een brief (die overigens reeds in juni was opgesteld) van de Provinciale geneeskundige Commissie (PGC) dat de wachtdienst Vrije Wachtdienst-Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen (VBT) niet erkend werd.

In het verleden organiseerden zowel het Verbond der Vlaamse Tandartsen (VVT) als de VW-VBT een wachtdienst.

Onder druk van het VVT lijken bepaalde geneeskundige commissies de wet naast zich neer te leggen en de bevoegdheid van de VW-VBT om een wachtdienst te organiseren naast zich neer te leggen. Het koninklijk besluit van 1967 stelt nochtans heel duidelijk dat alle representatieve beroepsverenigingen een wachtdienst mogen organiseren, dus ook de VW-VBT (die in onder meer in het Rijksinstituut voor ziekte-en invaliditeitsverzekering (RIZIV) zetelt na verkiezingen in 2011).

In elke provincie is er een PGC die de werking controleert van onder meer de wachtdiensten. Ze ziet erop toe dat dit vlot verloopt en kan zo nodig maatregelen treffen om de gezondheidszorg en wachtdiensten op te leggen. Tenzij er klachten zijn (hier dus constant van het VVT) wordt er nooit opgetreden. In het slechtste geval kan de PGC, bij afwezigheid van wachtdiensten, een eigen wachtdienst organiseren en opleggen aan de tandartsen of dokters.

Het VVT heeft laten weten dat het alle tandartsen die geen wachtdienst doen (versta : niet bij de vereniging ingeschreven zijn) zal aanklagen. De minister heeft laten weten dat wie te goeder trouw in een wachtdienst is ingeschreven, geen gevaar loopt. Er werd tevens eerder bevestigd dat iedereen, dus ook alle beroepsverenigingen, een eigen wachtdienst mogen oprichten. Dit lijkt overigens meer dan normaal. Desondanks blijft de PGC dreigen dat ze de desbetreffende tandartsen hun erkenning kunnen en zullen afnemen. Dit klopt niet, enkel de erkenningscommissie van het ministerie van Volksgezondheid kan dat. En toch blijven de dreigementen komen.

In Limburg werd de wachtdienst VW-VBT niet verworpen door de PGC. Antwerpen, West-Vlaanderen en Vlaams Brabant hebben geweigerd. In Oost-Vlaanderen werd de wachtdienst VW-VBT erkend door de PGC.

De beslissingen van de Provinciale Geneeskundige Commissies Antwerpen en West-Vlaanderen zijn onwettig en dienen dringend te worden rechtgezet door het ministerie van Volksgezondheid. Overigens is het dringend tijd dat alle tandartsen, al dan niet lid bij het VVT, juist worden ingelicht over de situatie en dat de dreiging om hun erkenning in te trekken onmiddellijk wordt tenietgedaan. Gelijkheid moet er in alle provincies zijn, dus ook in Wallonië, waar de wachtdiensten allesbehalve georganiseerd zijn en waar de beroepsverenigingen zich zelfs zwaar verzetten tegen deze gang van zaken.

De geachte minister weet ongetwijfeld dat de VW-VBT van in den beginne al vragende partij is geweest naar een samenwerking met het VVT met betrekking tot het organiseren van de wachtdienst. Het VVT heeft steeds elke samenwerking van de hand gewezen. De jongste weken zijn er meermaals brieven en mails gezonden door tandartsen naar het kabinet van minister Onkelinx om duidelijkheid te krijgen. Op die mails wordt echter geantwoord dat de bevoegde personen voor onbepaalde tijd onbereikbaar zijn.

Gezien de wachtdiensten dreigen in het honderd te lopen en veel tandartsen ongerust zijn, had ik volgende vragen graag aan u voorgelegd:

1) Wat zal er gebeuren om de rechten van de tandartsen te behartigen bij deze onwettige praktijken van de provinciale commissies? Kan u zeer gedetailleerd toelichten?

2) Waarom tolereert het ministerie een ongelijke situatie in de provincies, terwijl de wetgeving nationaal is? Kan u concreet aangeven hoe u deze ongelijkheid zal aanpakken?

3) Lopen tandartsen die deelnemen aan de wachtdienst VW-VBT het gevaar hun erkenning te verliezen ?

4) Welke maatregelen zal u nemen om de PGC Antwerpen, West-Vlaanderen en Vlaams Brabant tot de orde te roepen ?

5) Wat zal er gebeuren in afwachting van wijzigingen?

6) Welke maatregelen zal het ministerie nemen om een onafhankelijke transparante wachtdienst in het leven te roepen, los van een lidmaatschap van beroepsverenigingen?

7) Kan u een overzicht geven van de inkomsten die het VVT genereert uit het betaalnummer: er blijken nogal wat klachten te zijn van patiënten die lang moeten wachten alvorens zij te woord worden gestaan. Op die manier verhogen de inkomsten van de betaallijn. Wie oefent hierop controle uit?