Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7127

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 4 oktober 2012

aan de minister van Werk

Loonkosten - Internationale loonkostvergelijkingen - Relevantie

loonkosten
vergelijkend onderzoek
concurrentievermogen

Chronologie

4/10/2012Verzending vraag
21/2/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7127 d.d. 4 oktober 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent meldden de media een aantal vergelijkingen tussen de loonkosten in verschillende landen:

- een Duitse arbeider kost gemiddeld 35,66 euro per uur;

- in België bedraagt de uurkost 40,66 euro;

- in Noorwegen 52,61 euro per uur;

- in Zwitserland 40,66 euro per uur;

- ook in Denemarken en Frankrijk zou de uurkost voor een arbeider hoger liggen dan in Duitsland;

- in China bedraagt een vergelijkbaar uurloon 3,17€ en in Bulgarije 2,82€.

Deze cijfers, beschikbaar gesteld door Belga, komen onder andere van het Institut Der Deutschen Wirtschaft (IW) in Keulen en van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. Ze dienen blijkbaar als bijzonder belangrijke referentie voor allerlei voorspellingen en andere analyses en vergelijkingen.

Hierover de volgende vragen:

1) Zijn deze cijfers betrouwbaar en geven ze op een juiste wijze de werkelijkheid weer? In welke mate en op welke manier zijn vergelijkingen tussen de uurlonen relevant en bruikbaar?

2) Welke vergelijkbare uurlonen zijn van toepassing in (1) Nederland, (2) Groot-Brittannië, (3) Luxemburg, (4) Frankrijk?

3) Hoe komt het dat steeds opnieuw de hoge loonkosten van België als concurrentieprobleem worden geciteerd, terwijl heel wat andere landen hogere loonkosten laten noteren?

4) Zijn er vergelijkbare cijfers bekend en bruikbaar voor uurlonen van bedienden, kaderleden en ambtenaren?

Antwoord ontvangen op 21 februari 2013 :

1, 2 en 4.     Als minister van Werk kan ik mij niet uitspreken over de betrouwbaarheid van de statistische gegevens die door de journalisten worden gebruikt om te oordelen over de hoogte van onze lonen of van onze loonkosten. Ik kan het geachte lid hierover echter wel betrouwbare informatie verstrekken uitgaande van de beschikbare officiële statistieken, met name de in het kader van Eurostat geharmoniseerde statistieken die hij kan terugvinden in de onderstaande tabellen 1 en 2. 

Tabel 1 : Gemiddeld uurloon per beroep in de industrie, de bouwnijverheid en de diensten (met uitzondering van de overheidsadministraties, defensie en de verplichte sociale zekerheid) in 2010.

ISCO08

Totaal

Werknemers

Directeurs, Directiekaderleden en Beheerders

Arbeiders


2010

2010

2010

2010

Europese Unie (27 landen)

14,02

15,91

26,15

9,98

België

18,92

21,21

37,32

14,78

Bulgarije

2,04

2,38

4,81

1,58

Denemarken

27,09

28,28

42,45

22,93

Duitsland (inclusief voormalige DDR vanaf 1991)

16,95

19,06

35,83

13,28

Frankrijk

16,27

17,91

29,42

11,94

Noorwegen

27,37

28,49

42,1

23,46

Zwitserland

25,74

27,72

51,45

20,33

Luxemburg

21,95

26,24

49,83

15,28

Nederland

16,97

18,35

28,05

12,97

Verenigd Koninkrijk

16,68

18,26

27,76

11,08

Bron: Eurostat, Enquête naar de structuur en de verdeling van de lonen 

Tabel 2 :  Arbeidskosten per uur in de industrie en de diensten (met uitzondering van de overheidsadministraties en de collectieve diensten, activiteiten van huishoudens en de extraterritoriale activiteiten) in 2006, 2007 en 2008


2006

2007

2008

Europese Unie (27 landen)

31,43

32,56

33,66

België

1,65

1,89

:

Bulgarije

33,09

34,74

:

Denemarken

27,60

27,80

:

Duitsland (inclusief voormalige DDR vanaf 1991)

30,08

31,06

31,78

Frankrijk

33,81

:

35,05

Noorwegen

31,98

33,00

33,63

Zwitserland

Niet beschikbaar

Niet beschikbaar

Niet beschikbaar

Luxemburg

22,90

23,54


Bron: Eurostat, Arbeidskostenenquête 

3.                Uit tabel 2 blijkt dat het niveau van de uurloonkosten in België hoger is in vergelijking met dat van sommige buurlanden, hoewel niet het hoogst in vergelijking met een land als Denemarken. Het concurrentievermogen van onze ondernemingen wordt echter niet uitsluitend bepaald door de loonkosten; de positionering op bepaalde markten of de productiviteit van onze werknemers zijn evenzeer factoren die dit kunnen versterken. De situatie wordt echter zorgwekkend wanneer onze loonkosten blijvend sneller evolueren dan die van onze buurlanden en dat blijkt op basis van de bevindingen in de verslagen van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven het geval te zijn. Als deze situatie voortduurt, bestaat het gevaar dat de ondernemingen waarvoor het loon een belangrijke factor blijft in hun concurrentievermogen er toe besluiten om hun activiteiten te herlokaliseren buiten onze landsgrenzen en kiezen voor landen waar de loonvoorwaarden gunstiger zijn.