Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7097

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 27 september 2012

aan de minister van Justitie

Strafregister - Beheer - Schrapping van veroordelingen - Aanpassing van de regelgeving

strafblad

Chronologie

27/9/2012Verzending vraag
14/11/2012Antwoord

Vraag nr. 5-7097 d.d. 27 september 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ruim 3,2 miljoen landgenoten hebben een "strafblad". In 65% van de gevallen gaat het over uitspraken van de politierechtbanken. De 18- tot 25 jarigen nemen daarvan 3% voor hun rekening. Sommige strafbladen worden automatisch uit het strafregister geschrapt.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Op welke momenten, om welke redenen en voor wie worden welke feiten uit het strafregister verwijderd?

2. Wie beheert het strafregister en staat in voor het schrappen en toevoegen? Wie controleert de betrouwbaarheid en exactheid van het strafregister? Wie houdt toezicht op de beheerders van het strafregister?

3. Werkt het strafregister 100% waterdicht en betrouwbaar, m.a.w. vinden alle veroordelingen daarin een plaats, binnen welke tijdsmarges en worden ook alle wettelijk voorziene schrappingen correct uitgevoerd?

4. Wat gebeurt er met de schrappingen uit het strafregister? Verdwijnen deze gegevens totaal, blijft er nergens een residu en kunnen deze nooit meer worden gereconstrueerd? Hoe gebeurt dit operationeel, ook met betrekking tot computergegevens?

5. Bestaan er procedures waarbij burgers kunnen verzoeken (bijv. voor een sollicitatie) om voortijdig een veroordeling uit het strafregister te verwijderen? Zo ja, welke regels gelden hierbij en hiervoor en wie beslist hierover?

6. Zijn de minister dossiers bekend waarbij de systematiek en de afspraken in verband met het strafblad en strafregister niet correct werden opgevolgd? Zo ja, welke, waarom enz.

7. Plant de minister aanpassingen aan de regels in verband met het strafregister? Zo ja, welke, waarom en wanneer?

Antwoord ontvangen op 14 november 2012 :

1. De uitwissing van strafrechtelijke veroordelingen wordt geregeld door artikel 619 van het wetboek van Strafvordering (Sv.): veroordelingen tot een politiestraf (dit wil zeggen een geldboete van minder dan 26 euro, een gevangenisstraf van zeven dagen of minder of een werkstraf van minder dan 46 uren) worden uitgewist na een termijn van drie jaar te rekenen van de dag van de definitieve rechterlijke beslissing waarbij ze zijn uitgesproken. Deze uitwissingsregel is niet van toepassing op veroordelingen die een vervallenverklaring of ontzetting inhouden uitgesproken volgens het vonnis waarvan de gevolgen zich over meer dan drie jaar uitstrekken, tenzij het gaat om een verval van het recht tot sturen wegens lichamelijke ongeschiktheid, uitgesproken op grond van de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer. De uitwissing van veroordelingen kan ook het gevolg zijn van het bekomen van een eerherstel (cfr. infra, 5.). Aanvullend op de uitwissingsregel bestaan er tevens regels inzake niet-vermelding waarbij de veroordeling an sich blijft bestaan (en dus eventueel als grondslag voor een wettelijke herhaling in aanmerking kan komen), doch niet meer wordt vermeld op het uittreksel uit het strafregister. De regels inzake niet-vermelding vindt men overigens terug in artikel 594, 595, 2de lid en artikel 596, eerst en tweede lid Sv.. Grosso modo kan men stellen dat geldboeten van minder dan 500 euro en gevangenisstraffen tot zes maanden na 3 jaren niet meer zullen vermeld worden op het uittreksel bestemd voor de administratieve overheden (art. 594 Sv.) en particulieren (art. 595-596 Sv.). Deze regel inzake niet-vermelding is slechts van toepassing voor zover een specifieke reglementering geen andersluidende regels inzake vermelding- of niet-vermelding oplegt. De uitwissing en de niet-vermelding vinden van rechtswege plaats indien aan alle wettelijke voorwaarden voldaan is en de toepassing ervan is niet afhankelijk van de hoedanigheid van de persoon op wie de veroordeling(en) betrekking heeft (hebben).

2.Het “strafregister” wordt momenteel georganiseerd op lokaal en op federaal niveau. Het Centraal Strafregister zowel als de gemeentelijke strafregisters registreren de strafrechtelijke veroordelingen lastens Belgen of lastens personen veroordeeld in België en verspreiden de “gefilterde” informatie onder de vorm van uittreksels aan de bevoegde instanties en/of particulieren. In geval van twijfel of tegenstrijdige of ontbrekende informatie wordt de rechterlijke instanties om verduidelijking van de informatie gevraagd. De gemeentelijke strafregisters ressorteren onder het gezag van de burgemeester; het Centraal Strafregister ressorteert onder de bevoegdheid en het gezag van de minister van Justitie.

3. De gestelde vraag vergt een genuanceerd antwoord. Wat het Centraal Strafregister betreft worden de veroordelingsbulletins door middel van aangepaste software geregistreerd in een streng beveiligde databank. Deze software genereert automatisch de uittreksels, rekening houdend met de regels inzake uitwissing en niet-vermelding. Ik vestig er ook uw aandacht op dat het Centraal Strafregister - in tegenstelling tot de gemeentelijke strafregisters - momenteel geen politiestraffen registreert, behalve indien zij een inbreuk op het Strafwetboek of een verval van het recht tot sturen inhouden. Het komt evenwel frequent voor dat er fouten of onduidelijkheden op het veroordelingsbulletin staan met betrekking tot de identiteit van de betrokkene of met betrekking tot de veroordelingen of feiten. Wat de identiteit van de veroordeelde betreft vindt een systematische controle plaats met de gegevens in het Rijksregister betreffende Belgen of met betrekking tot vreemdelingen die in België wonen of verblijven. Wat de vreemdelingen zonder rijksregisternummer betreft kan het Centraal Strafregister zich enkel baseren op de gegevens die op het veroordelingsbulletin staan. Op verzoek van particulieren of bepaalde instanties zal verkeerd geregistreerde informatie echter meteen en op eenvoudig verzoek worden gecorrigeerd. Wat de betrouwbaarheid van de gegevens in het gemeentelijk strafregister betreft kan de vraag niet worden beantwoord door mijn departement.

4. De uitwissing heeft als gevolg dat de uitgewiste veroordeling volledig uit het rechtsverkeer verdwijnt. Uiteraard zal een uitgewiste veroordeling niet meer worden vermeld op het uittreksel en zal zij, in tegenstelling tot de niet-vermelding, bijvoorbeeld niet in aanmerking kunnen komen als grondslag voor de wettelijke herhaling. Sinds het Centraal Strafregister sinds medio 2012 gebruik maakt van een nieuwe, gemoderniseerde softwaretoepassing is het echter mogelijk om uitgewiste veroordelingen a posteriori te reconstrueren, hetgeen in bepaalde gevallen, bijvoorbeeld bij onderzoek van een problematisch dossier, nuttig kan zijn. In de voordien gebruikte softwaretoepassing was dit niet mogelijk. Niettemin zullen ten allen tijde de wettelijke regels die de toegang tot de informatie door de verschillende instanties (gerechtelijk overheden, administratieve overheden en particulieren) worden gerespecteerd.

5. Voor veroordelingen die niet kunnen worden uitgewist beschikt de burger over de mogelijkheid om een verzoek tot eerherstel in te dienen. De voorwaarden en de procedure inzake eerherstel staan beschreven in de artikelen 621 e.v. Sv.. Zo zullen de straffen moeten ondergaan zijn en de andere verplichtingen in het vonnis nagekomen zijn wil men van eerherstel kunnen genieten. Ook zal de betrokkene een proefperiode moeten doorlopen. Het eerherstel wordt georganiseerd op het niveau van de parketten en het is uiteindelijk de kamer van inbeschuldigingstelling die uitspraak doet over het eerherstel. Een uitgesproken eerherstel wordt eveneens geregistreerd door het strafregister (art. 632 Sv.). Het eerherstel heeft juridisch gezien dezelfde gevolgen als een uitwissing van de veroordeling (art. 620 Sv.).

6. Artikel 592 Sv. stipuleert dat de griffiers de in artikel 590 opgesomde beslissingen binnen drie dagen volgend op de dag waarop zij in kracht van gewijsde zijn gegaan dienen over te maken aan het Centraal Strafregister. In de praktijk duurt het meestal langer dan drie dagen alvorens de griffies de veroordelingsbulletins overzenden waardoor de informatie in het Centraal Strafregister in sommige gevallen onvolledig of niet up-to-date is. Ook werd het College van procureurs-generaal meermaals gewezen op de gebrekkige inhoud van sommige veroordelingsbulletins die aanleiding geven tot foutieve registraties met de vraag hiertoe gepaste maatregelen te treffen. De modernisering van het Centraal Strafregister waarbij de registratie van de veroordelingen rechtstreeks door de griffies zal gebeuren, zal resulteren in een betrouwbaardere en efficiëntere gegevensbank.

7. In eerste instantie wens ik de automatische alimentatie van het Centraal Strafregister door de griffies, die reeds werd voorzien in de wet van 8 augustus 1997 betreffende het Centraal Strafregister, te realiseren. In de parlementaire voorbereiding van deze wet (wetsontwerp betreffende het Centraal Strafregister, Kamer, gewone zitting 1996-1997, 26 maart 1997, 988/1) leest men het volgende: “(…) Er moet trouwens rekening worden gehouden met een nieuw element: de geleidelijke overgang van een manuele naar een geïnformatiseerde verwerking van de gegevens. De informatisering van de griffies van de strafgerechten is begonnen, en de geïnformatiseerde verbinding met het Centraal Strafregister, die nu al bestaat tussen deze dienst en bepaalde griffies van correctionele rechtbanken, zal de automatische overdracht van de vroeger op veroordelingsbulletins vermelde gegevens mogelijk maken”. Momenteel loopt in dit verband sinds een paar maanden een project binnen mijn departement. Het doel is te komen tot een moderne, efficiënte en betrouwbare authentieke gegevensbank. De modernisering van het Centraal Strafregister zal uiteraard, eens zij volledig operationeel is, juridisch worden omkaderd (o.a. wat betreft de registratie van politiestraffen en minnelijke schikkingen).