Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7090

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 27 september 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

NK603-maïs - Genetisch gemanipuleerde maïs - Onderzoek - Monsanto

genetisch gemodificeerd organisme
kankerverwekkende stof
maïs

Chronologie

27/9/2012Verzending vraag
16/1/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7090 d.d. 27 september 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent besliste de geachte minister om het genetisch gemanipuleerd product NK603-maïs te onderwerpen aan een studie met betrekking tot de mogelijke kankerverwekkende eigenschappen ervan. Aan de basis van deze vraag ligt een Frans onderzoeksrapport dat heel bezwarende feiten over NK603-maïs vermeldt.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe verspreid is het aanbod en gebruik van NK603-maïs in ons land?

2) Wanneer zal het onderzoek naar de mogelijke gevaren van dit product, onder andere mogelijke verwekker van kankertumoren, afgerond zijn?

3) Welke rol speelt de chemiereus Monsanto in dit verhaal? Liggen hun producten aan de basis om de maïs in deze zin genetisch te manipuleren?

4) Zijn er andere gemanipuleerde voedingswaren die soortgelijke twijfels over de veiligheid oproepen?

Antwoord ontvangen op 16 januari 2013 :

1) In België zal u niet veel voedingsmiddelen aantreffen die genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) bevatten of die ermee zijn geproduceerd. De Belgische voedings- en distributiesector vermijdt namelijk uit principe zoveel als mogelijk GGO’s in hun voedingsmiddelen. Indien er toch GGO’s gebruikt worden in de productie van een bepaald voedingsmiddel, dan wordt dit duidelijk op het etiket vermeld. Uit de controleresultaten van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) van de afgelopen vier jaar blijkt dat er in een beperkt aantal voedingsmiddelen “sporen” van deze GGO maïs NK603 werden teruggevonden. Onder sporen verstaan we hier een minimale aanwezigheid die wel gedetecteerd kan worden maar niet kwantificeerbaar is. Eenzelfde beeld geldt voor dierenvoeders. Deze sporen zijn meestal te wijten aan een ongewilde kruisbesmetting tijdens de oogst, het transport, de opslag of de verwerking van grondstoffen. Het telen van deze GGO maïs NK603 is momenteel niet toegelaten in België.

2) Op 19 oktober 2012 heeft de Bioveiligheidsraad een advies uitgebracht over de studie van de Franse professor Séralini over de mogelijke negatieve langetermijneffecten van het gebruik van de GGO maïs NK603. De onafhankelijke experts die de studie hebben geëvalueerd, stelden een aantal tekortkomingen vast in het protocol van de proef, de voorstelling van de resultaten, de statistische analyse, de interpretatie van de resultaten en de redactie van het artikel. Hieruit concludeert de Raad dat de toelating van de GGO maïs NK603 op basis van deze studie niet onmiddellijk moet herzien worden. De raad vraagt wel aan EFSA om dringend de huidige richtsnoeren en procedures voor GGO’s te evalueren om eventueel hierin de langetermijnevaluatie beter te integreren.

Dit advies van de Bioveiligheidsraad komt trouwens volledig overeen met de definitieve conclusies van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) aangaande deze studie die op 28 november 2012 werden gepubliceerd.

3) De GGO maïs NK603 werd ontwikkeld door Monsanto. Deze maïs is tolerant aan glyfosaat, de werkzame stof die aanwezig is in het pesticide Round-up. Dit pesticide is eveneens ontwikkeld door Monsanto. De GGO maïs is bestemd om te worden gebruikt in combinatie met het pesticide.

4) De genetisch gemodificeerde organismen die in Europa zijn toegelaten voor gebruik in voedingsmiddelen werden, geval per geval, grondig geëvalueerd voor wat betreft hun veiligheid, en dit volgens internationaal vastgelegde criteria. Op basis van de momenteel beschikbare studies en adviezen heb ik dan ook geen reden om te twijfelen aan de veiligheid van deze producten.