Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7037

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 20 september 2012

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister

Lowcostluchtvaartmaatschappijen - Veiligheid - Maatregelen

veiligheid van het luchtverkeer
low-budgetvlieger
luchtverkeersleiding

Chronologie

20/9/2012Verzending vraag
9/9/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7037 d.d. 20 september 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent meldden de Spaanse media onrustbarende feiten over de veiligheid van lowcostluchtvaartmaatschappijen. Een specifieke maatschappij die ook in ons land erg actief is, werd geconfronteerd met bijna zes extra veiligheidsonderzoeken per dag. De Spaanse pilotenorganisatie Sepla verkondigt zonder schroom dat deze maatschappij zich onder andere wat betreft de veiligheid, op de grens van het wettelijke beweegt.

Hierover de volgende vragen:

1) Kan de geachte staatssecretaris waarborgen dat de veiligheid van de lowcostluchtvaartmaatschappijen buiten elke verdenking als positief kan worden beoordeeld?

2) Blijkt er uit de controles op de veiligheid op deze luchtvaartmaatschappijen dat zij minder secuur met de veiligheidsvoorschriften omgaan? Zo ja, uit wat blijkt dit en met welke gevolgen?

3) Is de toestand van die aard dat de geachte staatssecretaris vanuit veiligheidsoverwegingen bijzondere maatregelen plant voor één of meer van deze luchtvaartmaatschappijen?

Antwoord ontvangen op 9 september 2013 :

1) In toepassing van het Verdrag van Chicago (ICAO, International Civil Aviation Organisation) bezit elke Staat de soevereine verantwoordelijkheid voor het toezicht op de veiligheid van de vliegtuigen die ingeschreven zijn in zijn nationaal luchtvaartregister. Enkel de burgerluchtvaartautoriteit van deze Staat kan garanderen dat de veiligheid van de eigen luchtvaartexploitanten verzekerd is, wat ook de omschrijving ervan is (reguliere luchtvaartmaatschappij, chartermaatschappij, low-costmaatschappij, enz.). 

2) Het begrip "low-cost" heeft betrekking op commerciële praktijken die niet verbonden zijn met de veiligheid van luchtvaartuigen. De zogenoemde "low-costluchtvaartmaatschappijen" moeten in Europa aan dezelfde voorschriften inzake veiligheid voldoen als de andere maatschappijen, en dit zowel op het gebied van luchtwaardigheid als op het gebied van de operaties. De controles die de bevoegde toezichthoudende burgerluchtvaartautoriteiten uitvoeren op alle luchtvaartmaatschappijen van de Europese Unie, met inbegrip van de zogenoemde "low-costluchtvaartmaatschappijen", moeten aan dezelfde voorwaarden voldoen. De "low-costluchtvaartmaatschappijen" bieden dus dezelfde veiligheidsgaranties. 

3) De controlevoorschriften inzake veiligheid in de Europese Unie zijn vastgelegd in de Europese verordeningen inzake luchtvaart van enerzijds de Raad en het Parlement en anderzijds de Europese Commissie. Het Europees Agentschap voor de Veiligheid van de Luchtvaart (EASA, European Aviation Safety Agency) verzekert de uniforme toepassing van de reglementering door middel van standaardiseringsaudits in de 27 Lidstaten. Geen enkele bijkomende vereiste mag en moet in deze materie genomen worden.