Schriftelijke vraag nr. 5-7013

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 11 september 2012

aan de minister van Justitie

Voorwaardelijke invrijheidstelling - Regels - Verstrenging - Kritiek van de Liga voor Mensenrechten

voorwaardelijke invrijheidstelling
Europees Verdrag voor de rechten van de mens

Chronologie

Vraag nr. 5-7013 d.d. 11 september 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Liga voor Mensenrechten toetste het voorstel van de geachte minister voor een verstrenging van de voorwaardelijke invrijheidstelling aan het Europese Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM). Het resultaat van deze test is negatief voor het voorstel. De nieuw voorgestelde regels maken de vrijheidsberoving helemaal arbitrair, omdat niet een "onpartijdig rechter" maar wel de gevangenisdirectie en het openbaar ministerie zullen beslissen over de duur van de vrijheidsberoving. Daarnaast verwijst de Liga ook naar de noodzakelijke, maar onhaalbare vergroting van de gevangeniscapaciteit, verbonden aan de uitvoering van dit voorstel.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe riposteert de geachte minister op de kritiek van de Liga voor Mensenrechten dat haar voorstel niet overeenstemt met het EVRM, onder andere omdat de beslissing over de duur van de vrijheidsberoving niet door een onpartijdig rechter, maar door de gevangenisdirectie en de openbare aanklager zullen worden bepaald?

2) Hoe verweert zij zich tegen de kritiek van de Liga voor Mensenrechten die stelt dat de uitvoering van dit voorstel een omvangrijke uitbreiding van de gevangeniscapaciteit vergt en dat deze onmogelijk kan worden verwezenlijkt?

Antwoord ontvangen op 14 november 2012 :

Ik deel de geachte senator mee dat het voorontwerp van wet enerzijds de uitvoering betreft van twee passages van het regeerakkoord en anderzijds inderdaad een aantal procedureregels inzake de toekenning van strafuitvoeringsmodaliteiten zal verstrengen, en dit ten aanzien van een beperkte categorie van veroordeelden. Deze beslissing tot het invoeren van bepaalde strengere procedureregels werd genomen na overleg in de ministerraad.

Het voorontwerp van wet doorloopt thans de gebruikelijke procedure en zal worden voorgelegd aan het advies van de Raad van State, alvorens het in de wetgevende Kamers zal worden ingediend. Ik ben dan ook zo vrij de geachte senator voor te stellen het debat te voeren op basis van de tekst van het definitieve wetsontwerp, eventueel aangepast aan het advies van de Raad van State, dat ten gepaste tijde zal worden neergelegd zodat de parlementaire bespreking kan aanvatten.