Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6929

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 29 augustus 2012

aan de minister van Justitie

VSSE - Inlichtingendienst - Kennismanagement

staatsveiligheid
kennisbeheer
voortdurende bijscholing
Vaste Comités van Toezicht op de politie- en inlichtingendiensten

Chronologie

29/8/2012Verzending vraag
26/10/2012Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6928

Vraag nr. 5-6929 d.d. 29 augustus 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar het activiteitenverslag 2011 van het Comité I. In de inleiding wordt terecht gewezen op het belang van de interne samenwerking. Inzake kennismanagement stond een project in de steigers en werden specifieke tools ter beschikking gesteld. Door een tekort aan middelen (sic) kon er nog geen afzonderlijke cel worden gecreëerd die dit kennismanagement effectief moet ondersteunen.

1. Kan u aangeven waarom er geen invulling werd gegeven aan het project inzake kennismanagement van de VSSE? Vreest de minister geen nefaste gevolgen?

2. Kan u meer gedetailleerd aangeven om welke tools het ging?

3. Kan u aangeven hoe men daadwerkelijk invulling geeft bij de VSSE wat betreft het kennismanagement en de interne samenwerking? Volstaan deze?

4. Welke projecten staan nog op til om het kennismanagement te versterken en welke budgetten zijn hiervoor voorhanden?

Antwoord ontvangen op 26 oktober 2012 :

1. De oprichting van een specifieke cel “Kennismanagement” binnen de Veiligheid van de Staat is afhankelijk van bepaalde kritieke succesfactoren zoals de beschikbaarheid van personeel (geschatte bezetting van 2 à 3 personeelsleden) met de vereiste expertise, van materiële (technische en informatica) en budgettaire middelen.

Omwille van budgettaire beperkingen kon het vereiste personeel niet aangeworven worden en konden de noodzakelijke middelen in termen van budget en tijd niet vrijgemaakt worden. Hierbij komt nog dat voorrang werd gegeven aan de opleidingen die gericht zijn op de operationaliteit van nieuwe personeelsleden (opeenvolgende aanwervingen) en hun begeleiding in het begin van hun loopbaan, alsook aan de opleidingen die verbonden zijn met het loopbaantraject van de personeelsleden. Deze opleidingen hebben zowel de opleidingsdienst als de beschikbare tijd gemonopoliseerd.

Als we verwijzen naar de algemene definitie van “kennismanagement” dat omschreven wordt als een gestructureerd permanent proces van ontwikkeling, delen en leren, toepassing en evaluatie van kennis”, wordt in ruime zin binnen de Veiligheid van de Staat een gestructureerde en systematische kennisdeling verzekerd sinds 2007 o.a. ondersteund door de geleidelijke toepassing van het reglementair opleidingskader dat ingevoerd is door het ministerieel besluit van 4 mei 2007 betreffende de stage en de vorming van de ambtenaren van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat.

Bovendien wordt het personeel permanent gesensibiliseerd voor kennisoverdracht, dat slechts één van de aspecten van kennismanagement is. Zo kunnen kritieke kennis en expertises, de know how en het gedrag verbonden met de inlichtingen- en veiligheidsberoepen van meer ervaren personeelsleden naar minder ervaren personeelsleden, omdat ze ofwel pas zijn aangeworven ofwel van affectatie veranderd zijn, gewaarborgd worden teneinde de continuïteit van de goede werking van de Veiligheid van de Staat en de goede uitvoering van de opdrachten te verzekeren.

2. en 3. Aangezien de antwoorden op de vragen geformuleerd onder punt 2 en 3 samenhangen, zullen deze 2 punten tegelijk beantwoord worden.

De kennisdeling is opgevat op geïntegreerde, flexibele, multidisciplinaire en praktische wijze en volgens een principe van gedeelde verantwoordelijkheid. De kennisdeling vindt plaats op sleutelmomenten van het loopbaantraject (aanwerving/bevordering in weddeschaal), naar aanleiding van interne mobiliteit (wijziging van affectatie), maar ook op basis van de geïdentificeerde noden van “functionele” vorming.

De instrumenten zijn uitgebreid en evolueren. De kennisoverdracht en –deling die de verwerving beoogt van de noodzakelijke competenties om de verschillende aspecten van de functies te kunnen uitoefenen, het behoud en de ontwikkeling van deze, kan gebeuren op verschillende wijzen volgens het principe van flexibiliteit en methodologische relevantie. Bij wijze van voorbeeld: de gesystematiseerde overdracht van kennis, van technische vaardigheden, de toegestane opleiding bij externe opleidingsinstanties (met name universiteiten, homologe diensten, instanties die veiligheidsgaranties bieden), de uitwisseling van goede praktijken, de training on the job enzzovoort.

Een nomenclatuur waarin de expertisedomeinen opgenomen zijn die eigen zijn aan de inlichtingenwereld, vormt het referentiekader voor opleidingsacties. Dit instrument maakt het mogelijk om over te gaan tot een analyse van de jaarlijks bijgewerkte noden teneinde de opleidingsacties te detecteren die binnen het jaar bij voorrang uitgevoerd moeten worden. Geleidelijk zal een opleidingsplan een bijkomend besturingsinstrument van het kennismanagement vormen.

De voortdurende ontwikkeling van de expertise van de organisatie wordt ook verzekerd door het mechanisme van de baremieke opleidingen die de specifieke expertise van de personeelsleden en dus van de dienst doen groeien en hen ook de mogelijkheid bieden om vooruitgang te boeken binnen hun loopbaantraject. Twee colleges, een operationeel college binnen de Veiligheid van de Staat en een wetenschappelijk college met universiteitsprofessoren en verantwoordelijken van opleidingsinstanties, waken over de kwaliteit van deze opleidingen en of ze aangepast zijn aan de activiteiten van de dienst.

De sensibilisering van het personeel voor de problematiek van kennisoverdracht en het ter beschikking stellen van kennis maakt het mogelijk om kennis en ervaringen te waarborgen via het gebruik van twee instrumenten:

4. Het traject dat sinds 2007 doorlopen werd in de professionalisering van de aanpak van het kennismanagement, is belangrijk en moet kunnen blijven evolueren. Al deze initiatieven en instrumenten moeten ontwikkeld en tot een maximum gebracht worden in het beheer en de ter beschikking stellen van de gemeenschap van inlichtingen door met name een beroep te doen op meer uitgewerkte informaticamiddelen (intranet), wat budgettaire middelen vereist.

Anderzijds wordt de vorming professioneler gemaakt door de oprichting van teams van interne opleiders, die begiftigd zijn met zeer specifieke expertise van een inlichtingendienst en die op pedagogisch vlak opgeleid zullen worden. Voor de voltooiing van dit project en voor een verlaging van de kostprijs op termijn zijn ook budgettaire middelen nodig, want de noodzakelijke expertise (niet als dusdanig beschikbaar op de privémarkt) zal geïntegreerd worden in het specifiek karakter van de dienst en op gepaste wijze intern onderwezen worden.

De samenstelling van de cel “kennisbeheer” en het op punt stellen van een meer technische methodologie, alsook de invoer van een intranet-netwerk om te delen, blijven een einddoelstelling waaraan gewerkt moet worden (aanwerving en opleiding) en waarvan de budgettaire middelen die ter beschikking worden gesteld, bepalend zijn voor de verwezenlijking ervan.