Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6900

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 augustus 2012

aan de minister van Justitie

Geïnterneerden - Rechtsbijstand

opname in psychiatrische kliniek
advocaat
beroepsdeontologie
recht om voor het gerecht te treden
rechtsbijstand
juridisch informatiesysteem

Chronologie

24/8/2012Verzending vraag
24/7/2013Rappel
13/12/2013Herkwalificatie
18/12/2013Antwoord


Geherkwalificeerd als :

Vraag nr. 5-6900 d.d. 24 augustus 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De meeste geïnterneerden maken vanwege hun zwakke sociaaleconomische toestand gebruik van pro-Deo-stagiair-advocaten om hen bij te staan voor en tijdens hun internering. Dit resulteert in het algemeen in een zwakke verdediging van de geïnterneerde. Sommigen van deze stagiair-advocaten proberen zich zo goed mogelijk van hun taak te kwijten, maar kampen met een beperkte ervaring en een bijna onbestaande kennis van deze specifieke materie. Anderen tonen een totaal gebrek aan professionele ernst en schieten schandalig te kort in de verdediging van hun cliënt. Vooral na de gerechtelijke fase wordt het dossier vaak op zijn beloop gelaten. Het komt bijvoorbeeld vaak voor dat een geïnterneerde wordt bijgestaan op een zitting van een CBM door een inderhaast opgetrommelde stagiair die welgeteld vijf minuten het dossier heeft kunnen inkijken. Zo bewijzen getuigenissen van betrokken juristen.

1. Erkent de minister de problemen met de rechtsbijstand aan geïnterneerden? Gaat ze akkoord dat geïnterneerden veel te vaak worden vertegenwoordigd door onervaren stagiair-advocaten met een beperkte kennis van de materie?

2. Klopt het dat deze advocaten in hun basisopleiding amper iets leren over het geestelijk gezondheidsrecht? Wordt er vanuit Justitie iets ondernomen om deze kenniskloof te dichten? Heeft de minister dit al aangekaart bij de ministers van Onderwijs van de Gemeenschappen?

3. Bij de vzw UilenSpiegel, een patiëntenvereniging, speelt men met het idee om een vademecum rond geestelijk gezondheidsrecht op te stellen. Die kan dan door de onervaren advocaten worden aangewend wanneer ze een geïnterneerde moeten bijstaan. Vindt de minister dit een goed idee? Ziet de minister een mogelijkheid om zulk een project te steunen of eventueel zelf uit te werken?

4. Een ander idee dat men oppert bij vzw UilenSpiegel is een juridische helpdesk (zoals die ook bestaat bij bijvoorbeeld vluchtelingenwerk). Hier zouden geïnterneerden en advocaten dan terechtkunnen met al hun juridische vragen. Vindt de minister dit een goed idee? Ziet de minister een mogelijkheid om zulk een project te steunen of eventueel zelf uit te werken?

Antwoord ontvangen op 18 december 2013 :

  1. Het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de orden als opdracht hebben om toe te zien op de beroepsopleiding van de advocaten-stagiairs (art. 495 van het Gerechtelijk Wetboek). Voorts moet elke advocaat die juridische tweedelijnsbijstand wenst te verrichten in een specifieke voorkeurmaterie een zekere ervaring in die voorkeurmaterie kunnen staven of zich ertoe verbinden een opleiding te volgen (art. 508/7, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek). Tevens moet worden verduidelijkt dat de ordes kwaliteitscontroles verrichten op de prestaties in het kader van juridische tweedelijnsbijstand.

    De opleiding van de advocaten die juridische bijstand verlenen en de kwaliteit van de verrichte prestaties in dat kader zijn van fundamenteel belang. Aldus stelt de hervorming van het gerechtelijk landschap, die ik voorbereid, voor om een praktisch gedeelte te verbinden aan de opleiding van de advocaten-stagiairs. Een van de nieuwe stageverplichtingen zal bestaan in het afhandelen van een bepaald aantal dossiers waarin de stagiairs een opleiding en ondersteuning zullen krijgen. De kwaliteit van hun prestaties zal dus gegarandeerd zijn door de begeleiding bij de eerste behandelde dossiers, die dienstig zal zijn voor de daaropvolgende dossiers die zij zullen behandelen.

    Mijn hervormingsproject voorziet ook in een aangepast controlemechanisme om de bureaus voor juridische bijstand in staat te stellen de verrichte prestaties beter te controleren en, in voorkomend geval, de orden de mogelijkheid te bieden om over te gaan tot een sanctie evenredig aan een eventueel vastgestelde tekortkoming.

  2. Het universitair onderwijs valt onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen.

  3. en 4. Uiteraard steunen wij dergelijk initiatief. In de huidige budgettaire omstandigheden is het helaas niet haalbaar om daar ook een financiële steun aan te koppelen, indien u daarop doelt.