Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6896

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 augustus 2012

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

Steunpunt Armoedebestrijding - Overheveling naar de POD Maatschappelijke Integratie

sociale integratie
armoede
Unia
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
Myria

Chronologie

24/8/2012Verzending vraag
24/9/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6896 d.d. 24 augustus 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het regeerakkoord staat het volgende: "het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding zal een onafhankelijk interfederaal orgaan worden en in dit kader zal het Steunpunt Armoedebestrijding naar de POD maatschappelijke integratie overgeheveld worden om de armoedebestrijding te optimaliseren."

Naar verluidt was het steunpunt helemaal niet op de hoogte, laat staan betrokken, bij deze beleidskeuze. Ook het begeleidingscomité, dat o.a. is samengesteld uit spelers uit het middenveld, bleek totaal niet ingelicht. Er worden vanuit die hoek ook heel wat vragen gesteld bij de doelmatigheid van deze 'transfusie'.

Het Steunpunt Armoedebestrijding is immers al een interfederaal orgaan. Het blijft enigszins duister waarom men dit steunpunt in het kader van de hervorming van het CGKR tot een onafhankelijk interfederaal orgaan overhevelt naar een federale administratie. De plausibele redenering zou juist andersom klinken, want het steunpunt lijkt, gezien haar eigenschappen, beter in het nieuwe interfederale kader te passen dat men wil creëren voor het CGKR.

De minister van Gelijke Kansen verwees door naar de staatssecretaris voor een antwoord (5-6197).

Met het oog op verduidelijking, stelde ik graag de volgende vragen aan de geachte staatssecretaris:

1. Op basis van welke argumenten werd er gekozen om dit steunpunt over te hevelen naar de POD Maatschappelijke Integratie? Hoe valt dit te rijmen met zijn interfederaal karakter en met de breed gedragen opvatting dat het zijn opdracht in onafhankelijkheid moet kunnen uitvoeren? Is deze beslissing genomen in overeenstemming met de gemeenschappen en de gewesten? Zal het steunpunt na de overheveling blijven opereren op een interfederaal niveau? Welke gevolgen heeft deze overheveling voor het samenwerkingsakkoord van 1998?

2. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de overheveling naar de POD Maatschappelijke Integratie? Wanneer en op welke wijze zal dit gebeuren? Behoudt het steunpunt daarbij dezelfde opdrachten en dezelfde structuur? Zo neen, welke wijzigingen zijn er gepland?

3. Hoe verklaart de staatssecretaris dat het begeleidingscomité hierbij niet werd betrokken? Wat gebeurt er met het begeleidingscomité? Zal men dit behouden of zal men op andere manieren proberen het middenveld te betrekken?

4. Op welke wijze zal de staatssecretaris verzekeren dat het steunpunt zijn opdrachten kan blijven vervullen na de overheveling? Hoe wil zij verzekeren dat het steunpunt onafhankelijke (en kritische) rapporten blijft afleveren indien het direct onder de bevoegdheid van de staatssecretaris komt te staan die het armoedebestrijdingsbeleid uittekent? Vreest de staatssecretaris niet dat deze overheveling de relatie met het middenveld zal verstoren en zodoende de structurele dialoog zal doorkruisen?

Antwoord ontvangen op 24 september 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

De beslissing om het Steunpunt Armoedebestrijding over te hevelen werd genomen bij de regeringsonderhandelingen en kadert aldus in een globaal akkoord van alle regeringspartners. Zoals het regeerakkoord stelt is het de bedoeling van deze maatregel de armoedebestrijding te optimaliseren. De meerwaarde van inbedding in de Programmatorische Overheidsdiens (POD) is vooral de grotere garantie op beleidsopvolging van de aanbevelingen uit het tweejaarlijks verslag het Steunpunt Armoedebestrijding.

Bij de uitvoering van deze maatregel zal ik erover waken dat het unieke karakter (laagdrempeligheid, onafhankelijkheid, ontmoetingsplaats tussen gemeenschappen, gewesten, de federale overheid, en de verenigingen waar armen het woord nemen), en de opdracht (zoals bepaald door het samenwerkingsakkoord) van het Steunpunt behouden blijft. De begeleidingscommissie, dat de werkzaamheden van het Steunpunt begeleidt, en waakt over de methodologie en criteria uit het samenwerkingsakkoord moet naar mijn mening behouden blijven om dit unieke karakter te vrijwaren.

Tijdens de eerste begeleidingscommissie (door mij voorgezeten) van het Steunpunt van dit jaar is er een debat gehouden over de overheveling van het Steunpunt. Alle leden hebben hun visie op de maatregel gegeven. In de mate van het mogelijke zal ik hiermee rekening houden bij de concrete uitvoering. Later werd ook het beheerscomité geconsulteerd.

Na de overheveling zal het samenwerkingsakkoord moeten worden gewijzigd. Het is echter niet mijn bedoeling de geest van dit samenwerkingsakkoord te wijzigen, maar enkel deze passages die nodig zijn om de overheveling in de praktijk te kunnen organiseren.

Wat de timing betreft kan ik u informeren dat de overheveling gebonden is aan de interfederalisering van het Centrum van Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding waarover op 20 juli 2012 een akkoord werd bereikt en dat zal operationeel zijn op 30 juni 2013. In de maanden die volgen zullen de modaliteiten voor de overheveling bepaald worden. De gemeenschappen en gewesten zal ik hierbij uiteraard betrekken. Op de Interministeriële Conferentie Integratie in de Samenleving werd afgesproken dat ik hiervoor een werkgroep zal samenstellen.