Schriftelijke vraag nr. 5-6860

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 10 augustus 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Burkaverbod - Wet 1 juni 2011 - Sanctionering - Statistieken

officiële statistiek
kledingstuk
godsdienst
openbare veiligheid
gerechtelijke vervolging
geldboete
religieus conservatisme
religieus symbool

Chronologie

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6861

Vraag nr. 5-6860 d.d. 10 augustus 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het Belgisch Staatsblad van 13 juli 2011 werd de wet van 1 juni 2011 tot instelling van een verbod op het dragen van kleding die het gezicht volledig dan wel grotendeels verbergt, gepubliceerd. Deze wet is zodoende iets meer dan een jaar van kracht.

Kunnen de ministers mij meedelen, telkens opgesplitst per provincie:

1. hoeveel processen verbaal er in dat verband werden opgesteld?

2. hoeveel sancties/veroordelingen tot een geldboete werden er in dat verband uitgesproken?

3. in hoeveel gevallen werden gevangenisstraffen uitgesproken?

Antwoord ontvangen op 26 oktober 2012 :

1. De Wet van 1 juni 2011 heeft een “boerkaverbod” ingevoerd. De overeenkomstige misdrijfcode, zijnde ‘het verbergen van het gelaat in een openbare plaats zodat de identificatie wordt verhinderd’, werd echter pas in februari 2012 gecreëerd in de Algemene Nationale Gegevensbank. Er werden dan ook voor 2011 geen feiten geregistreerd.

Recentelijk werd aan de bevoegde dienst van de federale politie toegang gegeven tot de lokale politiereglementen (LPR) voor wat betreft deze specifieke materie. De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal in deze LPR geregistreerde overtredingen die betrekkingen hebben op “Verbergen gezicht (boerka, nikab…).” De gegevens voor de periode 2007-2011 (afsluiting databank 27 april 2012) werden voorgesteld op het niveau van de provincies. Een belangrijk gegeven in dit verband is dat slechts tweeënveertig gemeenten het boerkaverbod in hun LPR hebben opgenomen.

Betreffende vraag 2 en vraag 3:

Het komt mijn collega, de minister van Justitie, toe u een antwoord op deze vragen te geven.