Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6773

van André du Bus de Warnaffe (cdH) d.d. 18 juli 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De controles op het voorschrijven van stollingsfactoren

bloedziekte
geneeswijze
ziekteverzekering
kosten voor gezondheidszorg

Chronologie

18/7/2012Verzending vraag
29/8/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2430

Vraag nr. 5-6773 d.d. 18 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Onlangs heeft de Belgische Hemofilievereniging (AHVH) mijn aandacht gevestigd op het feit dat bepaalde ziekenfondsen, na een verzoek van de sociale zekerheid, de arsten die stollingsfactoren voorschrijven, hebben aangeschreven om hen te vragen het gebruik van hemofilieproducten beter te controleren.

De Hemofilievereniging is zich er terdege van bewust dat, met de huidige budgettaire beperkingen, het gebruik van geneesmiddelen in ons land correct moet worden gecontroleerd, mede gelet op het feit dat de stollingsfactoren tot de drie duurste geneesmiddelen op de Belgische markt behoren

Thans meldt elke patiënt zorgvuldig zijn inentingen met stollingsfactoren (datum, reden, lotnummer) in een registratiesysteem dat werd uitgewerkt door de behandelingscentra. Er wordt ook al sedert geruime tijd een logboek bijgehouden.

Zouden de behandelingsmeldingen, die uit medisch oogpunt belangrijk zijn om een verantwoorde therapeutische follow-up te garanderen, in de toekomst essentieel kunnen zijn om de voorschriften te verantwoorden? Dat gevoel leeft omdat men indirect twijfels laat bestaan rond het rationele gebruik van stollingsfactoren in België.

Volgens de Hemofilievereniging

1) behoort het gebruik van stollingsfactoren in België tot het gemiddelde in de industrielanden;

2) voorkomt de preventieve behandeling van de zware hemofiliepatiënten het optreden van bloedingen die het bewegingssysteem verlammen en biedt ze op middellange termijn dus de beste besparing op het gebied van gezondheidszorg;

3) zijn de prijzen voor stollingsfactoren zeer hoog in België, en behoren ze zelfs tot de hoogste in Europa. Dat is het gevolg van overeenkomsten tussen de farmaceutische bedrijven en de regering;

4) wordt het gebruik van stollingsfactoren in België reeds lang gecontroleerd via systemen als het logboek dat door artsen, patiënten en de Vereniging werd uitgewerkt. Omwille van de elementaire medische follow-up en om evidente redenen van geneesmiddelenbewaking houden de hemofiliepatiënten immers altijd een spoor bij van hun inentingen.

Zeer onlangs nog heeft de Hemofilievereniging u zelf voorgesteld over te gaan tot een algemene evaluatie van de behandeling van hemofilie in België (prijzen van de stollingsfactoren, oprichting van erkende centra, hemofilieregister, elektronische kaart voor de traceerbaarheid van de “be-Coag”-behandelingen) en betreurde ze dat het project dat in 2007 werd aangevat voor de oprichting van erkende hemofiliecentra nog altijd niet merkbaar is op het terrein, hoewel structurele oplossingen nodig zijn voor de gezondheidszorg van de hemofiliepatiënten in België.

In januari 2012 hebt u, tot besluit op mijn vraag om uitleg, gezegd: “de zorg voor hemofiliepatiënten is in volle ontwikkeling”

Mag ik u dan ook vragen:

1) een stand van zaken te geven over dit dossier, en ons meer bepaald te informeren over de recent bereikte resultaten en de komende stadia voor de verbetering van de behandeling en de verzorging van hemofilie in ons land,

2) ons te informeren over de evolutie van het budget voor de stollingsfactoren en over de aspecten van de behandeling waarop u wil bezuinigen en controle uitoefenen?

Antwoord ontvangen op 29 augustus 2012 :

Ik ben perfect op de hoogte van de zorgen van de Hemofilievereniging.

Leden van die vereniging werden niet alleen door mijn medewerkers op het kabinet ontvangen, maar ik heb ook gevraagd dat ze door de Commissie Terugbetaling Geneesmiddelen (CTG) zouden worden ontvangen. Die hoorzitting vond plaats op 19 juni 2012, en de vertegenwoordigers van de vereniging hebben, in het kader van de huidige herziening van de tenlasteneming van hemofilie in ons land, hun bekommernissen en wensen kunnen toelichten.

Tijdens die hoorzitting werd de CTG meegedeeld dat een ontwerp van koninklijk besluit zo goed als klaar is. Dat ontwerp voorziet er in dat het Verzekeringscomité Gezondheidszorg van het RIZIV overeenkomsten zal kunnen afsluiten, enerzijds met een nationaal coördinatiecentrum hemofilie, en anderzijds met hemofiliebehandelingscentra.

Die overeenkomsten zullen de tenlasteneming van deze aandoening moeten organiseren en financieren, bijvoorbeeld door de oprichting en de coördinatie van een uitgebreid register van hemofiliepatiënten in België, in samenwerking met het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) of door de werkzaamheden van de hemofiliebehandelingscentra te coördineren.

Ik zal het WIV officieel vragen om contact op te nemen met be-Coag. Dat is het door de Hemofilievereniging opgerichte orgaan dat elektronische kaarten uitreikt waarmee de patiënten beter zullen kunnen worden gevolgd en waardoor het werk van het toekomstig nationaal coördinatiecentrum van de hemofilie efficiënter zal verlopen, omdat men zal vermijden structuren en instrumenten op te zetten die al worden ontwikkeld.

Dat ontwerp van koninklijk besluit (KB)wacht op het akkoord van mijn collega, de minister van Begroting, vooraleer het voor advies naar de Raad van State kan.

U ziet dat we goed gevorderd zijn, in een perfecte coördinatie met de Belgische hemofilievereniging.

Wat de evolutie van de uitgaven van de verzekering voor de verschillende hemofiliegeneesmiddelen betreft (klasse ATC B02BD "Stollingsfactoren"), stel ik voor om u een tabel te bezorgen die ze opsomt (bronnen: Farmanet voor de officina’s, PH documenten voor de ziekenhuizen).

JAAR

RIZIV uitgaven

Officina's

Ziekenhuizen

2002

20.207.034

16.333.625

2003

22.899.258

20.632.747

2004

25.930.585

26.559.783

2005

32.371.434

28.719.041

2006

37.427.453

29.986.497

2007

40.873.395

32.476.570

2008

45.618.351

35.594.551

2009

47.531.610

33.324.591

2010

51.670.526

34.651.422

2011

52.329.776

39.449.974*

* extrapolatie